Skip to Content

Carpaal tunnelsyndroom

Je bent naar het carpaal tunnel syndroom spreekuur geweest en nu sta je op de lijst voor een operatie aan de binnenzijde van de pols. De beknelling in de pols heet carpaal tunnelsyndroom. De operatie wordt uitgevoerd door een neurochirurg of orthopedisch chirurg. In deze folder lees je hoe de operatie verloopt.

Wat is het carpaal tunnelsyndroom?

Aan de binnenzijde van de pols ligt in het midden een tunnel. Dit is de carpaal tunnel. In deze carpaal tunnel loopt een zenuw (nervus medianus). De tunnel wordt afgesloten door een stevig, vezelig weefsel. Door zwelling van dit weefsel kan de zenuw in de tunnel bekneld raken. Dit geeft pijnklachten in de hand en / of arm (met name `s nachts). Wanneer de klachten blijven bestaan kan de carpaal tunnel met een kleine operatie worden geopend zodat de zenuw meer ruimte krijgt.

Welke klachten kun je hebben?

Je klachten zijn al besproken op het CTS spreekuur; je kunt last hebben van: tintelingen, pijn en gevoelloosheid in de hand en de vingers (duim, wijsvinger, middelvinger en ringvinger). Veelal treden de klachten op tijdens de slaap of 's ochtends vroeg. Regelmatig zijn er klachten in beide handen. Bovendien kan krachtsverlies optreden.

De klachten kunnen veroorzaakt en/of verergerd worden door:

  • voortdurende dezelfde beweging van de pols, bijvoorbeeld wringen en haken;
  • suikerziekte;
  • overgewicht;
  • vochtvorming door hormoonwisselingen, bijvoorbeeld bij zwangerschap of overgang;
  • gewrichtsontsteking; plaatselijke irritatie, bijvoorbeeld door belasten van de pols bij het lopen met een kruk.

Resultaat behandeling

De eerste dagen na de ingreep kun je op de plaats van de wond wat meer pijnklachten hebben. Dit is normaal. Het herstel duurt ongeveer 6 tot 12 weken. De zwelling kan meerdere weken aanwezig blijven. Soms wel meerdere maanden.

Hoe bereid je je voor op de operatie?

De operatie kan plaatsvinden op de operatiekamer of op een poliklinische behandelkamer.

Als de behandeling plaatsvindt op de operatiekamer

Voor deze behandeling nemen we je 1 tot enkele uren op op de afdeling dagbehandeling. De afdeling opname planning vertelt je wanneer je behandeld wordt. Ook maken we een afspraak voor het spreekuur PPO (Preoperatief Poliklinisch Onderzoek). Op dit spreekuur ontmoet je een doktersassistente, een verpleegkundige en met de anesthesioloog (= de specialist die voor de verdoving zorgt).

Als de behandeling plaatsvindt op een poliklinische behandelkamer

De polikliniekassistente vertelt je wanneer je behandeld wordt en waar je je moet melden. Omdat het een poliklinische behandeling is hoef je niet naar het PPO spreekuur. De arts zorgt zelf voor de verdoving.

Nuchter

Afhankelijk van de soort verdoving (plaatselijke verdoving of narcose) hoor je óf je voor de behandeling nuchter naar het ziekenhuis moet komen en zo ja vanaf wanneer.

Nuchter zijn betekent dat je vanaf een bepaald tijdstip niets meer mag eten en drinken en niet mag roken. Eventuele medicijnen kun je wel gewoon innemen met een slokje water.

Belangrijk

  • Zorg voor schone handen.
  • Neem geen sieraden en geld mee i.v.m. mogelijk verlies.
  • Draag gemakkelijke bovenkleding omdat je een drukverband krijgt na de operatie.
  • Draag geen ringen aan de hand waaraan je wordt geopereerd. Laat ringen die niet af kunnen, verwijderen door een juwelier.
  • Houd er rekening mee dat je de arm / hand na de operatie niet direct weer kunt gebruiken. Regel daarom vervoer voor de terugreis.

Overzicht medicijnen meenemen

Neem bij een opname of polibezoek altijd een overzicht mee van de medicijnen die je op dit moment gebruikt. Dit kun je bij de apotheek halen. Als de arts jou medicatie wil voorschrijven, leest hij of zij in het overzicht welke medicijnen je al gebruikt. Zo voorkomen we dat je medicijnen voorgeschreven krijgt die niet goed met elkaar samengaan.

Het overzicht van de medicijnen die je op dit moment gebruikt wordt bij de apotheek een actueel medicatieoverzicht genoemd ofwel AMO. Op Actueel Medicatieoverzicht (AMO) lees je er meer over.

Hoe verloopt de operatie?

Welke verdoving krijg je?

De operatie vindt plaats onder plaatselijke verdoving waarbij alleen het operatiegebied of de hand en pols verdoofd wordt. Voor beter zicht tijdens de operatie wordt er een strakke bloeddrukband om de bovenarm gedaan om het bloed tegen te houden.

Behandeling op de operatiekamer

Wanneer de behandeling plaatsvindt op de operatiekamer, krijg je op de afdeling dagbehandeling operatiekleding aan. Dit is nodig in verband met de steriliteit op de operatiekamer. Vervolgens brengt een verpleegkundige je naar de operatiekamer.

 

Het verloop van de operatie

De arts maakt een sneetje via de handlijn naar de pols. De dwarse polsband wordt doorgesneden waardoor de tunnel wijder wordt en de zenuw meer ruimte krijgt. De zenuw blijft hierbij intact. Hierdoor wordt de hand niet stijf of verlamd. De wond wordt met hechtingen weer gesloten.

Hoe lang duurt de operatie?

De operatie duurt ongeveer 10 minuten.

Naar huis

Als je een plaatselijke verdoving hebt gehad (waarbij alleen het operatiegebied verdoofd is) mag je vrij snel na de ingreep naar huis. Deze verdoving werkt uit binnen enkele uren.

Als je een blokverdoving (= een plaatselijke verdoving waarbij alleen de arm en hand verdoofd is) hebt gehad, mag je vrij snel na de ingreep naar huis. Deze verdoving hoeft niet te zijn uitgewerkt en kan tot de nacht blijven doorwerken.

Als je een algehele narcose hebt gehad, blijf je nog een aantal uren in het ziekenhuis totdat de narcose is uitgewerkt.

Bij pijn mag je zo nodig 2 paracetamol à 500 mgr. (= 1000 mgr.) gebruiken, deze koop je bij de drogist. Je mag maximaal 4 x daags 1000 mgr. gebruiken.

Je krijgt een kaartje mee waarop staat dat je zelf, binnen 2 werkdagen, een afspraak moet maken op de polikliniek. Na 2 weken kom je terug naar de polikliniek en verwijderen we de hechtingen.

Zijn er complicaties?

Complicaties komen gelukkig zelden voor. Bloedingen en een wondinfectie zijn de belangrijkste. Het wondgebied kan wat zwellen en blauw worden. Dit verdwijnt meestal vanzelf (met name na het hooghouden van de hand / arm). Zeer zelden (in minder dan 1% van de operaties) treedt een ernstige complicatie op. De genezing duurt dan zeer lang en er zijn soms blijvende gevolgen.

Adviezen voor thuis

Om je hand zo snel mogelijk weer goed te kunnen gebruiken, worden onderstaande adviezen gegeven:

  • Het drukverband dat na de operatie is aangelegd mag na maximaal 3 dagen worden verwijderd. Op de wond plak je een schone pleister.
  • Als het drukverband is verwijderd mag je weer douchen.
  • Het is goed om de vingers regelmatig te bewegen, dit bevordert de bloeddoorstroming van de hand. In het begin gaat dit wat moeizaam, maar na enkele dagen gaat dat al veel beter.
  • Je mag de geopereerde hand de eerste 14 dagen alleen licht belasten. Dit betekent dat je licht huishoudelijk werk mag doen, maar absoluut niet zwaar tillen! Na deze periode kun je de hand langzaam steeds meer gebruiken. Je moet er rekening mee houden dat u de eerste 6 weken de hand niet te zwaar mag belasten. Het litteken aan de pols blijft vaak langer gevoelig, met name bij druk op die plek, bijvoorbeeld steunen op de pols.
  • Je mag meteen na de operatie niet autorijden i.v.m. de verdoving en het verband. Het advies is om tot 2 weken na de operatie geen auto te rijden.

Wanneer mag je weer gaan werken? 

Wat de gevolgen van je aandoening en/of de behandeling voor je werk zijn, overleg je met de specialist. De specialist kan de bedrijfsarts informeren over de ingreep. Om je privacy te beschermen is jouw toestemming nodig voor overleg tussen specialist en bedrijfsarts. De bedrijfsarts is degene die jou begeleidt bij de terugkeer naar je werk. Daarom is het belangrijk dat jouw bedrijfsarts op de hoogte is van de aandoening of behandeling. Het is goed om de bedrijfsarts al vóór de operatie, of in ieder geval zo snel mogelijk daarna te informeren. Dat maakt het gemakkelijker om tot goede afspraken met de bedrijfsarts te komen.

Wat te doen bij problemen thuis?

Neem tijdens kantooruren contact op met de polikliniek orthopedie / neurochirurgie of buiten kantooruren en in het weekend met de receptie van Bernhoven wanneer:

  • er een lekkage van de wond is;
  • als uw vingers de dag van de operatie of de dag erna blauw en koud zijn;
  • er veel pijn is;
  • de wond warm en rood wordt;
  • je koorts krijgt (boven 38 graden Celcius).

Mocht het onverhoopt nodig zijn dat je naar de spoedeisende hulp van Bernhoven komt? Volg bij het ziekenhuis dan de borden 'Spoedpost'.

Heb je nog vragen?

Heb je na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan gerust aan de verpleegkundige van de afdeling dagbehandeling of je behandelend arts.

Polikliniek orthopedie 0413 - 40 19 71
Receptie Bernhoven 0413 - 40 40 40
Polikliniek neurologie/neurochirurgie 0413 - 40 19 53