Skip to Content

Allergie kind: Koemelkeiwit (provocatie) test

Je kind heeft verschijnselen die kunnen passen bij een allergie (overgevoeligheid) voor koemelkeiwit. De kinderarts heeft uw kind daarom doorverwezen voor een test. In medische termen noemen we dit een dubbelblinde, placebogecontroleerde voedselprovocatie (afgekort DBPGVP). In deze folder spreken we verder van koemelkeiwittest. Deze test is een betrouwbare manier om koemelkeiwitallergie aan te tonen. In deze folder wordt kort uitgelegd wat een allergie voor koemelkeiwit bij jonge kinderen inhoudt. Je krijgt ook informatie over het onderzoek.

Wat is een allergie?

Er kunnen veel redenen zijn waarom een kind niet tegen een bepaald voedingsmiddel kan. Eén van de mogelijke redenen is een allergie. Een allergie wil zeggen dat er een overgevoeligheidsreactie optreedt. Bij een allergie maakt het kind antistoffen tegen bepaalde voedingsmiddelen aan. Bij koemelkeiwitallergie maakt het kind antistoffen aan tegen de eiwitten van koemelk. Deze antistoffen heten immunoglobuline E, afgekort IgE, en zorgen voor een allergische reactie. Hierbij kun je onder andere denken aan huiduitslag, benauwdheid, spugen en veel huilen.

Onderzoek

Je kind komt voor de koemelkeiwittest 2 keer een dag naar het ziekenhuis. Tussen de eerste en de tweede dag zit een periode van 2 weken. Bij het onderzoek in het ziekenhuis krijgt je kind de ene testdag voeding waar koemelkeiwit in zit. De andere testdag krijgt je kind voeding waar geen koemelkeiwit in zit. De voeding zonder koemelkeiwit noemen we het placebo. Het onderzoek wordt dubbelblind gedaan. Dat betekent dat de verpleegkundige en arts die betrokken zijn bij de koemelkeiwittest niet weten welke voeding (met of zonder koemelkeiwit) aan het kind wordt gegeven op de 2 testdagen. Op deze manier kunnen de uitslagen van de test niet worden beïnvloed. De informatie over welke voeding het is, noemen we de 'code'. De ‘code’ wordt op de kinderafdeling bewaard in een verzegelde envelop. Deze envelop blijft gesloten tot het onderzoek is afgelopen. Aan het einde van het onderzoek wordt duidelijk in welke voeding koemelkeiwit zat en in welke niet. Dit vertelt de verpleegkundige je wanneer je nagebeld wordt na de 2 testdagen.

Soms wordt door de kinderarts afgesproken dat het kind maar een dag hoeft te komen, dan krijgt het kind die dag koemelkeiwit en spreken we van een open test.

Voorbereiding op het onderzoek

In overleg met jou plannen we 2 dagen om de koemelkeiwittest uit te voeren. In de 4 weken vóór de proef mag je kind alleen de eigen hypoallergene voeding (dit is voeding die geen allergische reactie veroorzaakt) gebruiken. In deze 4 weken mag je kind geen voedingsmiddelen krijgen waar koemelkeiwit in zit. Je kind mag ook in de tijd tussen de 2 testdagen én in de periode na de testdagen tot aan de controleafspraak geen voedingsmiddelen krijgen waar koemelkeiwit in zit.

Kinderziekten

Neem op de dag van het onderzoek telefonisch contact op met de kinderdagbehandeling op de kinder- en jongerenafdeling 0413 - 40 34 34 als:

  • je kind braakt, koorts of diarree heeft;
  • je kind benauwd is;
  • je kind last heeft van actief eczeem.

Bij geen gehoor draai je het algemene nummer van de kinder- en jongerenafdeling 0413 - 40 34 17.

Medicijnen

Sommige medicijnen mag je kind niet gebruiken voor de test. Antihistamine (Fenistil, Aerius, Xyzal, Zyrtec etc.) moet 72 uur voor de test worden gestopt. De inhalaties (Flixotide, Seretide, Qvar etc.) die je kind dagelijks gebruikt mogen worden doorgebruikt; alleen de zonodig puff (bijv. Ventolin, Salbutamol) mag niet worden gebruikt.

Als je kind een antibiotica kuur heeft kan de test ook niet doorgaan.

Wanneer je kind niet kan stoppen met de medicijnen vragen we je voor de test contact op te nemen met de kinderdagbehandeling. Hormoonzalf mag tot de avond voor de test worden gesmeerd. Op de ochtend van de test kun je wel de gewone vette zalf gebruiken. Twijfel je over gebruik of stoppen van medicijnen? Neem dan contact op met de kinderdagbehandeling.

Wat neem je mee?

Het is prettig om iets mee te nemen om in de tijd die je moet wachten je kind (en jezelf) te vermaken. Verder dien je het volgende mee te nemen:

  • de eigen fles van je kind;
  • een fles eigen voeding (60 ml is voldoende);
  • een geldig identiteitsbewijs van je kind.

Waar moet je zijn?

Voor het onderzoek meld je je op de afgesproken tijd op de Kinder- en jongerenafdeling.

Tijdens het onderzoek blijf je de hele tijd bij je kind zodat je je kind goed in de gaten kunt houden. Als ouder ken je je kind immers het beste.

Hoe lang duurt het?

Beide testdagen zijn jullie ongeveer 5 uur in het ziekenhuis. De test zelf duurt 2 tot 3 uur. Nadat je kind de laatste voeding gedronken heeft, moet je kind nog 2 uur ter controle in het ziekenhuis te blijven.

Als je kind een duidelijke reactie vertoont kan het zijn dat het langer moet blijven.

Eerste testdag

Wij adviseren je om je kind op de ochtend van de testdag ’s morgens vóór 7.00 uur een normale voeding of een licht ontbijt te geven. Dit is belangrijk, omdat je kind in het begin van de test maar kleine hoeveelheden voeding krijgt aangeboden. Na 7.00 uur moet je kind nuchter te blijven. Dit houdt in dat het niet meer mag eten en/of drinken. Je wordt om 8.30 uur met je kind op de afdeling verwacht.

Als je kind vroeger ooit heftig gereageerd heeft op koemelkeiwit, dan krijgt je kind uit voorzorg een infuus. Dit is om snel medicijnen te kunnen toedienen als het nodig is. Rond 9.00 uur krijgt je kind de eerste testvoeding. De test kan worden uitgevoerd in (eigen) melk en in fruit. Daarna krijgt je kind steeds opnieuw voeding aangeboden in steeds grotere hoeveelheden.

Als er zich bijzonderheden voordoen, meld dat aan de verpleegkundige. De verpleegkundige overlegt indien nodig met de kinderarts. Bij vage verschijnselen (bijvoorbeeld roodheid om de mond) zal de proef worden voortgezet. Bij duidelijke verschijnselen (bijvoorbeeld galbulten, piepende ademhaling of herhaaldelijk braken) wordt de test gestopt.

Tweede testdag

14 dagen later vindt de tweede testdag plaats. Dan wordt dezelfde manier van werken gevolgd als op de eerste testdag. Let op: ook als je kind op de eerste testdag duidelijk heeft gereageerd, wordt het tweede deel van de proef uitgevoerd. Alleen op deze manier kan duidelijk worden of de heftige reactie veroorzaakt is door een koemelkeiwitallergie of niet.

3-4 dagen na iedere testdag word je thuis gebeld of er zich nog late reacties hebben voorgedaan.

Uitslag

Als je na de tweede testdag thuis wordt gebeld brengt de verpleegkundige je op de hoogte welke testvoeding koemelkeiwit vrij was en welke niet.

Alleen als je kind verschijnselen had bij het drinken van koemelkeiwithoudende voeding en niet bij koemelkeiwitvrije voeding, is de uitslag van de test 'positief'. De kinderarts kan dan de diagnose koemelkeiwitallergie stellen. Je kind wordt verder behandeld met een koemelkeiwitvrij dieet. Hierbij kun je geholpen worden door een diëtist.

In alle andere gevallen is de uitslag van de proef ‘negatief’. Dat wil zeggen dat je kind geen koemelkeiwitallergie heeft. In dat geval kan je kind weer koemelkeiwithoudende producten gaan eten. De verpleegkundige adviseert je hierover.

2-3 weken na de tweede testdag vindt er nog een (telefonisch) consult plaats met de kinderarts om de test en eventuele introductie te evalueren en vragen te beantwoorden.

Heb je nog vragen?

De tekst in deze folder is een aanvulling op je gesprek met de kinderarts. Heb je na het lezen van de folder nog vragen, dan kun je contact opnemen met de kinderdagbehandeling, op telefoonnummer: 0413 - 40 34 17 of mail je naar polikindergeneeskunde@bernhoven.nl. Het kan handig zijn je vragen van tevoren op papier te zetten.