Artrose van de grote teen
In overleg met je arts heb je besloten om een operatie te ondergaan vanwege slijtage in je grote teen. Slijtage wordt ook wel artrose genoemd. Bij de grote teen heet dit in medische termen ‘hallux rigidus’. In deze folder lees je meer over de operaties die wij uitvoeren. De orthopedisch chirurg bespreekt samen met jou welke operatie het beste bij jou past.
De hallux rigidus komt door slijtage van het grote teen gewricht. De grote teen kan hierbij ook scheef zijn gegroeid naar de buitenkant van de voet, waardoor de gewrichtsknobbel aan de binnenkant van de voet (ter hoogte van het begin van de grote teen) duidelijk zichtbaar en veelal dikker en pijnlijker wordt. De oorzaak van de slijtage blijft in veel gevallen onbekend.
Welke klachten zijn er?
De voornaamste klachten zijn pijn en de verminderde beweging in de grote teen. Pijn en verminderde beweging komen door artrose, reuma of een ernstige scheefstand van de grote teen. De gewrichtsknobbel kan ontstoken raken waardoor deze rood en pijnlijk wordt. Soms is er ook een “hamerteen” (= teen waarvan de gewrichten gebogen zijn) van de 2e of 3e teen. De klachten nemen toe wanneer de schoenzolen te slap zijn. Vaak kan door het aanpassen van de schoenen door het aanbrengen van een afwikkelvoorziening of het dragen van steunzolen een operatie nog (enige tijd) worden uitgesteld.
Mogelijke operaties
- Cheilectomie, bij deze operatie wordt het gewricht schoongemaakt door de aangroei aan de bovenzijde te verwijderen, zodat de grote teen weer meer omhoog kan bewegen.
- MTP 1 arthrodese, dat is het vastzetten van het grote teen gewricht (wat het lichaam eigenlijk vanzelf al aan het doen is) met behulp van 2 kruislingse schroeven of een plaatje.
- Keller Brandes procedure, hierbij wordt het eerste eenderde deel van het basis kootje van de grote teen verwijderd.
Resultaat van de behandeling
- De eerste weken na de operatie kun je op de plaats van de wond meer pijn hebben. Daarover hoef je je niet ongerust te maken. Meestal verdwijnen de pijn en de zwelling in de eerste weken na de operatie. Het herstel duurt ongeveer 3 tot 6 maanden.
- Na de cheilectomie en de Keller Brandes zit er alleen voor de eerste 2 dagen alleen een drukverband om de voet.
- Na de artrodese heb je 6 weken een onderbeen loopgips.
Hoe bereid je jezelf voor?
Opname
Overzicht medicijnen meenemen
Neem bij een opname of polibezoek altijd een overzicht mee van de medicijnen die je op dit moment gebruikt. Dit kun je bij de apotheek halen. Als de arts medicatie wil voorschrijven, leest hij of zij in het overzicht welke medicijnen je al gebruikt. Zo voorkomen we dat je medicijnen voorgeschreven krijgt die niet goed met elkaar samengaan.
Het overzicht van de medicijnen die je op dit moment gebruikt wordt bij de apotheek een actueel
medicatieoverzicht genoemd ofwel AMO. Op de pagina Actueel Medicatieoverzicht (AMO) lees je er meer over.
Belangrijk
Na de operatie kun je niet zelf naar huis rijden. Zorg er daarom voor dat iemand je komt ophalen na de operatie.
Wat als je niet kunt komen?
Wanneer je niet kunt komen voor de operatie, neem dan op tijd contact op met afdeling opname planning om dit door te geven. Er wordt dan een nieuwe afspraak voor je gemaakt.
Telefoonnummer: 0413 - 40 19 17
Bloedverdunnende medicijnen
Stoppen met roken
Advies
Dag van de operatie
Hoe bereid je jezelf voor?
(Stoppen met roken is in feite ook een voorbereiding op de operatie)
Verdoving
Het verloop van de operatie
Cheilectomie
Deze operatie is alleen mogelijk als het gewricht niet te veel is aangetast door de slijtage. Het gewricht (MTP1) wordt schoongemaakt. Dit wordt gedaan door alle uitsteeksels van het bot (osteofyten) te verwijderen. Vooral de uitsteeksels aan de bovenkant en de zijkant. Hierdoor verdwijnt niet alleen de bult aan de bovenkant maar verbetert ook de beweging van het gewricht. Het nadeel is dat de slijtage in het gewricht blijft bestaan. Dit geeft kans op restpijn, dus pijn die blijft na de operatie. Ook kan de slijtage na verloop van tijd weer erger worden en ook weer klachten geven. Dit betekent dat er in de toekomst opnieuw een operatie nodig is. Het voordeel is dat het gewricht kan blijven bewegen, waardoor schoenen met hak gedragen kunnen worden.
MTP 1 arthrodese
MTP 1 arthrodese wordt gedaan bij een matige tot een ernstige slijtage in de grote teen, of bij een ernstige hallux valgus (=scheefstand van de grote teen). MTP 1 is het gewricht waar de grote teen samenkomt met het middenvoetsbeentje. Arthrodese betekent het vastzetten van een gewricht. Bij een MTP 1 arthrodese wordt het grote teengewricht dus vastgezet. De beweging van het gewricht verdwijnt bij het vastzetten. Het afwikkelen van de voet is nog mogelijk doordat de grote teen licht naar boven wordt gericht. De orthopedisch chirurg maakt een snee aan de zijkant van de voet, over de knok (bunion). Aan beide zijden van het gewricht wordt het kraakbeen heel precies weggehaald. De botstukken worden zo op elkaar gezet dat lopen goed mogelijk blijft. De botstukken worden vastgezet met schroeven of met een plaatje met schroeven. De teen staat na de operatie iets omhoog, zodat de voet de rollende beweging bij het lopen gemakkelijker kan maken. Het resultaat van deze operatie is blijvend. Het gewricht zal altijd stijf blijven. Bij een geslaagde operatie verdwijnt de pijn voor altijd omdat het gewricht is opgeheven. Alleen is er geen beweging meer op de plek van de grote teen gewricht. Hierdoor kan een licht mankend lopen ontstaan waarvoor soms een stevige schoen of een schoen met aangepast afwikkeling nodig is. Er blijft wel beweging mogelijk in het gewrichtje tussen de twee kootjes van de grote teen zelf.
Keller Brandes
- Dit is het verwijderen van het eerste 1/3 deel van het basis kootje van de grote teen. Soms is het nodig om het kootje van de grote teen met een soort saté prikker (K-draad (metalen draad in de vorm van een L)) vast te zetten voor de duur van 4 weken.
- De wonden wordt meestal met een oplosbare hechting gesloten.
- De operatie duurt ongeveer 30 tot 45 minuten.
Na de operatie
- Na de operatie word je naar de uitslaapkamer gebracht waar je bloeddruk, polsslag, ademhaling en verband worden gecontroleerd. Als alle controles in orde zijn, word je teruggebracht naar de verpleegafdeling. Daar mag je langzaam weer gaan drinken en eten.
- Op de verpleegafdeling controleert de verpleegkundige de bloeddruk, polsslag, ademhaling, temperatuur, of je weer kunt plassen, eventueel het gips en de mate van pijn.
- Afhankelijk van de verrichte operatie en de uitgebreidheid ervan, krijg je naast het drukverband een gips of een speciale schoen aangemeten.
- Soms is het nodig dat je na de operatie antistollingsmedicijnen moet gebruiken om trombose (= klontering van het bloed) te voorkomen. Dit zijn medicijnen in de vorm van een injectie. Van de verpleegkundige krijg je (of uw partner/familielid) instructies hoe je de injectie toedient.
- Het is mogelijk dat de orthopedisch chirurg met je afspreekt dat je na de operatie van een fysiotherapeut hulp en instructies krijgt bij het lopen.
Problemen
- Echte problemen komen gelukkig zelden voor. De belangrijkste problemen die kunnen optreden, zijn problemen met bloedvoorziening in het been. Dit komt door het dik worden van het been/voet na de operatie. Het gips voelt dan te strak aan.
- Beschadiging van een zenuwtakje.
- Infectie van de wond.
- Nabloeding of dik worden van het been/voet.
- Niet vastgroeien van het bot. Dit heet “nonunion” (bij de MTP 1 arthrodese).
- Trombosebeen, dit is een bloedstolsel in een bloedvat van een been.
- Terugkomen de verkeerde stand van de grote teen (recidief standsafwijking)
- Geen goede stand van de grote teen. Minder gevoel in de grote teen.
Naar huis
Wanneer?
Weer aan het werk
Adviezen voor thuis
Voor een optimaal herstel is het belangrijk dat je je houd aan onderstaande adviezen:
- De eerste 1 a 2 weken na de operatie heeft de geopereerde voet veel rust nodig. De eerste 1 a 2 weken moet je zo min mogelijk lopen en als je zit, leg je het been hoog. Dit voorkomt pijn en zwelling van de voet. Waarbij je voet hoger ligt dan je knie en je knie hoger dan je heup. In bed doet de achterkant van je bed omhoog, of leg je een kussen onder het voeteneind van je bed. Zo voorkom je zwelling en pijn.
- Om de bloeddoorstroming in de voet te stimuleren is het goed om de tenen regelmatig te bewegen.
- Wanneer je weer mag gaan lopen, is het verstandig dit rustig aan op te bouwen.
- Nadat het gips of de hechtingen zijn verwijderd, is het raadzaam om wisselbaden te gebruiken. Ook hierdoor wordt de bloeddoorstroming in de voet gestimuleerd.
Problemen thuis
Wanneer eventuele pijn na de operatie niet minder wordt, maar juist toeneemt ook als je het been goed hoog heeft gelegd waarbij je voet hoger ligt dan je knie en je knie hoger dan je heup of je krijgt koorts, neem dan contact op met de polikliniek orthopedie. Buiten kantooruren bel je naar de receptie van het ziekenhuis, telefoonnummer: 0413 - 40 40 40.
- Polikliniek orthopedie: 0413 - 40 19 71
Heb je nog vragen?
Wanneer je na het lezen van de folder nog vragen hebt, stel deze dan gerust aan je behandelend arts of de verpleegkundige van de afdeling dag behandeling (Ambulant Centrum).