Skip to Content

Bronchoscopie

In overleg met je behandelend arts wordt er bij je een bronchoscopie verricht. Je longarts heeft uitgelegd waarom jij dit onderzoek krijgt en hoe het onderzoek verloopt. In deze folder kun je nog eens rustig nalezen hoe dit onderzoek in Bernhoven uitgevoerd wordt.

Wat is een bronchoscopie?

Een bronchoscopie is een onderzoek waarbij de longarts de binnenkant van jouw luchtwegen bekijkt. Met behulp van dit onderzoek kunnen eventuele afwijkingen in je luchtwegen opgespoord en / of nader bekeken worden. Het onderzoek wordt gedaan met een bronchoscoop. Dit is een flexibele dunne slang, met aan het uiteinde een kleine lamp en een camera. De longarts schuift de bronchoscoop voorzichtig via de mond of neus in je luchtwegen. Met behulp van de camera kan de longarts vervolgens de binnenkant van de luchtwegen bekijken. Ook is het mogelijk om wat slijm af te zuigen of kleine stukjes longweefsel weg te nemen. Het slijm of het weefsel wordt onderzocht in het laboratorium. Dit onderzoek wordt vaak gedaan bij mensen met klachten als hoesten, bloed ophoesten en kortademigheid of als er afwijkingen zijn op de röntgenfoto of CT-scan van jouw borstkas.

Hoe bereid je je voor?

Nuchter

Voor dit onderzoek moet je nuchter zijn. Dit betekent dat je op de avond voor het onderzoek vanaf 24.00 uur niet meer mag eten, drinken of roken. Wel mag je je tanden poetsen en / of je mond spoelen met water.
Vindt het onderzoek in de middag plaats, dan mag je in de ochtend om 8.00 uur nog een kopje thee met een beschuitje. Daarna moet je nuchter blijven.

Medicijnen

  • Gebruik je bloedverdunnende medicijnen, dan kun je op het afsprakenkaartje zien hoe lang deze voorafgaande aan het onderzoek tijdelijk gestopt moeten worden. Alle andere medicatie mag je wel innemen voor het onderzoek.
  • Gebruik je Clopidogrel (Plavix) of Dipyridamol (Persantin)? Dan krijg je het advies om zeven dagen voor het onderzoek te stoppen met deze medicijnen. Na het onderzoek kun je de medicijnen weer innemen zoals je gewend bent.
  • Bij de nieuwe bloedverdunners (Xarelto, Pradaxa, Eliquis), adviseren we je deze één of twee dagen voor het onderzoek te stoppen en na het onderzoek te hervatten.
  • Gebruik je acenocoumarol (Sintrom), fenprocoumon (Marcoumar)? De poli-assistent neemt contact op met de trombosedienst. De trombosedienst bepaalt of de medicatie moeten worden aangepast en wanneer je daarmee moet beginnen. Ook zorgen zij ervoor dat de medicatie na het onderzoek opnieuw wordt ingesteld. De trombosedienst neemt hierover contact met je op.
  • Als je inhalatiemedicijnen (`pufjes') gebruikt, dan blijf je deze gebruiken.
  • Je moet voor het onderzoek nuchter zijn! Maar zoals de arts met je afgesproken heeft, mag je wel je medicijnen innemen (op bloedverdunnende medicijnen na!) met een klein slokje water.

Bloedprikken

Als het voor jou nodig is dat je vóór het onderzoek bloed laat prikken dan krijg je van de assistente op de poli een bloedprikformulier mee. Hiermee ga je 30 minuten voordat je het onderzoek krijgt of wordt opgenomen naar het laboratorium. Hier geef je het formulier af. Is er bij jou bloed geprikt, dan krijg je het buisje met bloed mee. Dan ga je naar het onderzoek en geef je het buisje bloed af aan de verpleegkundige die jou tijdens de bronchoscopie begeleidt.

Vervoer van en naar huis

Zorg dat je na het onderzoek opgehaald wordt. Het kan zijn dat jij medicijnen krijgt die de rijvaardigheid beïnvloeden dus je mag niet zelf naar huis terug rijden.

Belangrijk

Het is belangrijk dat je de arts voor het onderzoek waarschuwt als:

  • je allergisch bent voor geneesmiddelen of verdoving
  • je zwanger bent of daar een vermoeden van hebt
  • je het medicijn plavix gebruikt
  • je suikerziekte (diabetes mellitus) hebt
  • je je niet lekker voelt

Het onderzoek

Melden

Op de afgesproken dag en tijd meld je je op het ambulant centrum, route 140.

(Let op: heeft de dokter gezegd dat je bloed moet laten prikken, ga dan een half uur eerder naar het ziekenhuis om dit te laten doen op het laboratorium!)Zie het hoofdstukje 'Bloedprikken')

Neem plaats in de wachtkamer waar je wordt opgehaald door de assistente van de longarts. Indien je wordt opgenomen, word je door een verpleegkundige van de afdeling dagbehandeling opgehaald.

Bij dit onderzoek mag geen familie aanwezig zijn. Het familielid dat jou begeleidt, mag in de wachtkamer wachten en wordt meteen na het onderzoek geroepen om mee te luisteren naar de voorlopige uitslag.

Hoe verloopt het onderzoek?

In de onderzoekkamer neem je plaats op een stoel. Als je een kunstgebit draagt, moet je dit uit doen. Om het onderzoek te kunnen uitvoeren worden eerst de slijmvliezen van je neus, keel en luchtwegen verdoofd met een verdovingsspray. Dit is nodig om de kokhalsreflex weg te nemen. De verdovingsspray heeft een bittere smaak en geeft een gevoelloze keel. Het slikken gaat hierdoor moeilijker.

Vervolgens neem je plaats op de onderzoektafel. De longarts brengt de flexibele slang (bronchoscoop) via de neus of de mond in je luchtwegen. Het inbrengen van de slang is niet prettig, maar doet geen pijn en je luchtwegen worden hierdoor niet afgesloten, doorademen is gewoon mogelijk.

Wanneer de slang via de mond wordt ingebracht, krijg je een plastic ring tussen de tanden. Dit ter bescherming van de slang.
Tijdens het hele onderzoek vertellen de arts en de assistentes je voortdurend wat er precies gaat gebeuren.

Hoe lang duurt het onderzoek?

Het totale onderzoek duurt ongeveer 20 minuten. De verdovingsspray is na ongeveer 1 uur uitgewerkt.

Na het onderzoek

Indien je geen roesje hebt gehad dan kun je na het onderzoek in principe direct naar huis, tenzij de arts anders beslist.

Ben je opgenomen op de afdeling dagbehandeling, dan ga je na het onderzoek weer terug naar de afdeling en mag je 1 tot 2 uur later weer naar huis.

Enkele adviezen:

  • Zolang je slijmvliezen verdoofd zijn mag je niets eten of drinken omdat je je zou kunnen verslikken. Na ongeveer 1 uur is de verdoving in de keel uitgewerkt. Je mag dan een slokje water drinken. Verloopt het slikken normaal, dan kun je weer normaal eten en drinken.
  • Als tijdens het onderzoek een stukje weefsel is verwijderd, kan het voorkomen dat er bij het hoesten wat bloed meekomt. Probeer in dat geval zo min mogelijk te hoesten.
  • Het is mogelijk dat je zich enkele uren na het onderzoek een beetje rillerig voelt en je wat verhoging hebt. Dit gaat vanzelf voorbij. Als deze koortspiek de volgende dag niet is verdwenen, neem dan contact op met de longarts of de huisarts.

Problemen thuis

Wanneer er ondanks een goed verloop van het onderzoek toch nog problemen ontstaan, neem dan contact op met je behandelend arts of je huisarts.

Je moet bellen bij de volgende problemen:

  • Toenemende benauwdheid.
  • Wanneer je bloed ophoest (meer dan een half kopje) of wanneer het bloeden na 24 uur niet is gestopt.
  • Plotselinge hoge koorts die na 24 uur nog niet is gedaald.

Uitslag

De longarts vertelt je direct na het onderzoek zijn of haar eerste indrukken. Je krijgt een afspraak mee voor het bespreken van de officiële uitslag van het onderzoek. Wanneer je bent opgenomen in het ziekenhuis krijg je de uitslag zo mogelijk nog tijdens je opname of er wordt een polikliniekafspraak voor je gemaakt waarin de uitslag wordt besproken.

Heb je nog vragen?

Heb je na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan gerust aan de longarts of de verpleegkundige van de scopiekamer. Ook kun je bellen met de polikliniek longgeneeskunde.

  • Telefoonnummer polikliniek longgeneeskunde: 0413 - 40 19 50
  • Telefoonnummer scopiekamer long: 0413 - 40 23 25