Buikgriep bij kinderen
(Maag-, darmwandontsteking (gastro-enteritis) door het rota-, adeno-, entero- of norovirus)
Deze folder informeert je over buikgriep bij kinderen. De medische term voor buikgriep is gastro-enteritis dat letterlijk maag- darmwandontsteking betekent. Buikgriep ontstaat door het rota-, adeno-, entero- of norovirus.
Bij je kind wordt vermoed (of is de diagnose wellicht al gesteld) dat het deze buikgriep heeft. Je kind is zodanig ziek, dat het daarom wordt opgenomen op de kinderafdeling. In deze folder leggen we je uit wat een acute buikgriep of maag- darmwandontsteking is en vertellen we je hoe de opname op de kinderafdeling van Bernhoven verloopt
Wat is gastro-enteritis?
Gastro-enteritis, buikgriep dus, is een acute ontsteking van de maag- en darmwand. Hierdoor krijgt je kind diarree en kan het gaan spugen. Vaak heeft je kind last van buikkrampen. Soms heeft je kind ook koorts. Gastro-enteritis wordt veroorzaakt door een infectie met virussen (zoals bijvoorbeeld het rota- adeno-, entero- of norovirus); soms door bacteriën (bijvoorbeeld salmonella).
Wat is het rota-, adeno, entero- of norovirus?
Het rota-, adeno-, entero- of norovirus is een virus dat bij volwassenen en kinderen spugen en diarree veroorzaakt. De ernst van de klachten kan wisselen en meestal houden ze 3 tot 8 dagen aan. Het virus komt wereldwijd voor, is actief van november tot maart en is verantwoordelijk voor ongeveer de helft van alle diarreegevallen bij kinderen onder de 2 jaar.
Het rota- en adenovirus zijn één van de ernstigere diarreeverwekkers in deze leeftijdsgroep, omdat de diarree die het veroorzaakt zowel erg besmettelijk als hevig is, en vaak ook lang aanhoudt. Kleine kinderen raken door het vochtverlies van de diarree snel uitgedroogd, waarvoor een ziekenhuisopname noodzakelijk kan zijn.
Symptomen van uitdroging zijn:
- afname van het lichaamsgewicht;
- dorst en een droge mond;
- een verminderde of geen urineproductie;
- huilen zonder tranen;
- diepliggende (ingevallen) ogen;
- droge huid;
- ingezakte fontanel (bij kinderen jonger dan 1 jaar);
- extreme lusteloosheid;
- minder reageren op prikkels (sufheid);
- verminderde spanning in de huid; Dit is vast te stellen door een plooi van de huid op te pakken en weer los te laten; bij een verminderde spanning duurt het lang voordat de plooi weer vlak wordt.
Het adeno- en enterovirus kunnen daarnaast een luchtweginfectie veroorzaken.
Hoe ontstaat het?
De virussen worden overgebracht door direct contact (via de handen) en via poep. Het virus zit in de poep van kinderen die besmet zijn. Het kind kan (door krabben aan de billen en bij toiletgebruik) het virus aan de handen krijgen. Het virus kan terechtkomen op speelgoed en andere voorwerpen die het kind aanraakt in en buiten het toilet. Het virus kan hierop dagenlang overleven.
Omdat jonge kinderen van alles in hun mond steken, kan het virus gemakkelijk overgaan naar een ander kind. Een kind hoeft maar enkele virusdeeltjes binnen te krijgen om ziek te worden. Omdat besmette kinderen het virus al uitscheiden voordat ze zelf ziek worden, kan besmetting ongemerkt plaatsvinden. Soms raken meerdere kinderen, bijvoorbeeld op een kinderdagverblijf, op deze manier tegelijkertijd besmet met alle problemen van dien. Wanneer een kind besmet is, duurt het ongeveer 2 dagen voordat eerste symptomen optreden. Diegene die het virus heeft gehad, kan het virus vaker krijgen. De symptomen zijn dan vaak wel minder ernstig.
Naast besmetting via huid en voorwerpen waarmee het kind in aanraking komt, geldt voor het adeno- en enterovirus dat deze ook overgebracht kunnen worden door hoesten.
Je kunt ook besmet raken als er deeltjes van de ontlasting van een besmet persoon in je mond terechtkomen.
Bijvoorbeeld:
- wanneer je je handen niet wast nadat je naar het toilet bent geweest of een luier hebt verschoond;
- door handcontact met diegene die besmet is. Het virus kan buiten het lichaam enkele uren overleven op handen;
- door het aanraken van besmette voorwerpen. Bijvoorbeeld via speelgoed, aanrechtbladen, kranen en deurknoppen. Het virus kan buiten het lichaam enkele dagen overleven op voorwerpen;
- door het drinken van verontreinigd water in het buitenland.
De diagnose
Virussen kunnen worden aangetoond door een kweek van de ontlasting en soms door kweek van de keel. Dat laatste wordt echter niet altijd gedaan omdat het belastend kan zijn voor het kind en het voor de behandeling niets veranderd. Binnen enkele dagen is de uitslag van de kweek bekend.
Voorkomen van overdracht
Omdat de virussen erg besmettelijk zijn, wordt je kind op een isolatiekamer verpleegd. Je kind mag deze kamer tijdens de opname niet verlaten. Ben jij en broertjes/zusjes op bezoek, blijf tijdens het bezoek dan op de kamer. Je mag ook geen materialen zoals speelgoed of flesjes en dergelijke van de kamer mee naar buiten nemen. Je kind kan tijdens de opname niet naar de hobby- en speelkamer op de kinderafdeling. Aan de pedagogisch medewerker kun je wel wat speelgoed voor je kind op de kamer vragen. Dit speelgoed moet wel goed schoon te maken zijn.
Als jij (en de broertjes en zusjes) na het bezoek weer naar huis gaan, dan moet je de handen desinfecteren.
Strenge hygiënemaatregelen zijn nodig
De strenge hygiënische maatregelen zoals het niet mogen verlaten van de kamer, het wassen en desinfecteren van de handen, het dragen van mondmaskers, handschoenen en schort door de verpleging en desinfecteren zijn nodig om ervoor te zorgen dat de virussen zo min mogelijk worden verspreid.
Is een gastro-enteritis ernstig?
Het meest ernstige gevolg van diarree en overgeven is uitdroging. Het is daarom belangrijk om te zorgen dat je kind bij diarree en overgeven genoeg vocht binnenkrijgt. Vooral baby’s lopen het risico bij ernstige diarree en overgeven al binnen 24 uur uit te drogen waardoor ze in het ziekenhuis opgenomen moeten worden. Want bij uitdroging moet het kind snel vocht toegediend kunnen krijgen via een maagsonde, dat is een slangetje door de neus dat naar de maag loopt. Gelukkig is ziekenhuisopname bij een gastro-enteritis niet altijd nodig.
Is er een behandeling?
Als een kind een virusinfectie heeft, is er geen speciale behandeling. Er kunnen geen medicijnen gegeven worden, omdat een virus niet gevoelig is voor bijvoorbeeld antibiotica. Je kind herstelt vanzelf van het virus. De behandeling bestaat uit het toedienen van water met ORS (Oral Rehydration Solution, een preparaat met suikers en zouten dat opgelost kan worden in water) een ideale samenstelling om uitdroging tegen te gaan.
Als je kind opgenomen wordt in het ziekenhuis
Naast opname in een isoleerkamer, onderzoek van de ontlasting en voorkomen dat je kind uitdroogt, gebeuren er nog een aantal dingen in het ziekenhuis.
Bijhouden van de vochtbalans
Wij houden bij wat je kind aan vocht binnenkrijgt en aan vocht verliest. Daarom worden ook de luiers van uw kind gewogen om in de gaten te houden hoeveel vocht je kind verliest.
Mocht de ORS via de sonde onvoldoende resultaat hebben, kan het nodig zijn dat je kind een infuus krijgt voor het toedienen van vocht. Wanneer je kind sondevoeding krijgt of een infuus, mag je kind hiernaast zelf eten en drinken waar hij/zij zin in heeft.
Controle gewicht
Bij opname en vervolgens dagelijks wegen wij je kind (bloot) om te controleren of je kind niet te veel gewicht verliest.
Bloedonderzoek
Als het nodig is, onderzoeken wij het bloed om de infectiewaarden, water- en zouthuishouding te controleren (bepalen van de mate van uitdroging).
Ontslag en nazorg
Je kind mag naar huis als het zelf weer eet en drinkt, dit niet uitspuugt en de ontlasting brijig is. Doordat de virussen de binnenbekleding van de darm aantasten, kan je kind nog een aantal weken een lossere ontlasting houden waarin je nog veel onverteerd voedsel kunt herkennen. Zolang je kind nog diarree of een lossere ontlasting heeft, kan het besmettelijk zijn voor anderen. Wij adviseren om deze tijd niet onnodig je kind in contact te laten komen met andere kleine kinderen en er op te letten dat de handen altijd goed gewassen worden.
Heb je nog vragen?
Heb je na het lezen van deze folder nog vragen, aarzel dan niet deze te bespreken met je arts of verpleegkundige. Telefoonnummer kinder- en jongerenafdeling: 0413 - 40 34 17.