Buisjes in de oren
Binnenkort komt uw kind naar het ziekenhuis voor een ooroperatie, namelijk het plaatsen van trommelvliesbuisjes. In deze folder leest u meer over de operatie en de nazorg.
Eerst leggen we u uit
- Waarom de operatie nodig is en wat er gebeurt.
- Hoe verloopt de opname.
- Wat gebeurt er na de operatie?
- Weer naar huis en dan?
- Hoe werkt het trommelvlies?
- Vragen.
1. Waarom een operatie?
Uw kind heeft last van slechthorendheid. Het gehoor is net zo slecht als wanneer u uw vingers in uw oren zou stoppen. Maar dit is goed te behandelen door het plaatsen van trommelvliesbuisjes. Het trommelvliesbuisje maakt een verbinding tussen de gehoorgang en het middenoor. Hierdoor krijgt het middenoor weer lucht en verdwijnt de slechthorendheid.
Wat gebeurt er bij de operatie?
Bij de operatie wordt een klein gaatje in het trommelvlies gemaakt. Het slijm wordt uit het middenoor gezogen en om te voorkomen dat het gaatje direct weer dichtgroeit, wordt het buisje erin geplaatst. Het betreft een klein plastic buisje van ongeveer 2 mm. De operatie vindt plaats onder algehele narcose.
Wat is het resultaat van de operatie?
Het resultaat van de operatie merkt u meestal direct doordat uw kind beter hoort. Soms kan uw kind nog even last hebben van een verdikt oorslijmvlies of loopoor en dan merk je niet direct resultaat. Na de operatie heeft het trommelvliesbuisje tijd (vaak een week) nodig om vast te groeien zodat het stevig vast zit. Buisjes worden meestal na verloop van tijd door het trommelvlies zelf weer afgestoten, gemiddeld na 6-9 maanden. De buisjes kunnen dan in de gehoorgang blijven liggen of uit het oor vallen. In de meeste gevallen ziet of vindt u dit buisje niet meer terug omdat het zo klein is. Uw kind merkt hier niets van. Het gaatje dat achterblijft in het trommelvlies sluit meestal vanzelf. Soms moeten er nieuwe trommelvliesbuisjes worden geplaatst omdat de klachten terugkomen. De KNO-arts bekijkt bij elke controle opnieuw of het nodig is om nieuwe buisjes te plaatsen.
2. Hoe verloopt de opname
Uw kind wordt voor deze ingreep enkele uren opgenomen. De afdeling Opnameplanning informeert u, ongeveer een week van te voren, over de dag en het tijdstip dat uw kind in Bernhoven wordt verwacht voor de ingreep. Voor deze ingreep kan de wachttijd sterk variëren.
Op de dag van de operatie mag u bij uw kind blijven, met maximaal twee ouders/verzorgers; broertjes en zusjes kunnen hierbij niet aanwezig zijn. Bij de inleiding van de operatie (niet bij de operatie zelf) kan één ouder/verzorger aanwezig zijn. Na de operatie worden geen complicaties verwacht zodat uw kind thuis kan herstellen. Zorg dat u de pijnstilling (paracetamol) in huis heeft voordat de operatie plaats vindt.
Algemene informatie over de opname leest u in de folder 'Kinderdagbehandeling, één dagje naar het ziekenhuis voor een operatie'.
3. Wat gebeurt er na de operatie?
Na de operatie kan uw kind wat last hebben van duizeligheid en/of misselijkheid. Deze klachten kunnen optreden door de slaapmedicatie die is toegediend, de klachten verdwijnen vrij snel (binnen enkele uren tot soms enkele dagen). Een paar keer overgeven is niet verontrustend.
Wat zijn de risico’s?
Complicaties komen bij deze ingreep bijna nooit voor. Wel is er, zoals bij elke operatieve ingreep, een kleine kans op een bloeding of infectie (dik en rood worden van het wondgebied).
Na de operatie kan er wat (bloederige) afscheiding/vocht uit het oor komen. Dit kan enkele dagen aanhouden.
4. Weer naar huis en dan?
Als alles goed verloopt, kan uw kind meestal binnen een uur na de operatie naar huis. Voor het ontslag komt de KNO-arts niet meer bij uw kind langs. Voordat u met uw kind naar huis gaat, geeft de verpleegkundige uitleg wat u thuis kunt doen om uw kind te helpen zo spoedig mogelijk te herstellen. In verband met eventuele misselijkheid en kans op spugen, is het voor uw kind prettiger met eigen vervoer of de taxi naar huis te gaan en niet met het openbaar vervoer. Het is handig om een spuugbakje in de auto te hebben liggen.
Adviezen en instructies voor thuis
Laat uw kind de dag van de operatie thuis rekening houden met duizeligheid van de narcose.
Eten en drinken
Bij thuiskomst mag uw kind normaal eten en drinken. Wel moet u er rekening mee houden dat uw kind wat misselijk kan zijn vanwege de narcose.
Pijnstilling
Geef uw kind de eerste 48 uur na de operatie zonodig paracetamol volgens bijsluiter. De hoeveelheid paracetamol die uw kind per keer mag, hangt af van het gewicht van uw kind. De verpleegkundige informeert u hierover.
Douchen en (wond)verzorging
- Uw kind mag onder de douche of in bad, als er maar geen water in de oren komt in de eerste week na de operatie. Laat uit voorzorg uw kind een badmuts dragen, vette watten of oordopjes. Zwemdopjes mogen gebruikt worden als de klachten daar aanleiding toe geven en altijd in overleg met de KNO-arts.
- De eerste dagen kan er wat vocht (soms ook wat bloederige afscheiding) uit de gehoorgang komen. Dit is normaal en stopt binnen enkele dagen. Als de afscheiding niet stopt of er komt pus uit het oor, neem dan contact op met de polikliniek KNO-heelkunde.
Naar school
Uw kind kan de volgende dag weer naar school als hij/zij zich goed voelt en pijnvrij is. Kinderen geven over het algemeen prima zelf aan wat ze wel en niet kunnen.
Naar buiten, sporten en zwemmen
- Uw kind mag de eerste week na de operatie niet zwemmen
- Wanneer uw kind oorpijn blijft houden tijdens of na het zwemmen dan kunnen oordopjes een oplossing zijn. Er is geen bewijs dat oordopjes daadwerkelijk helpen. Heeft uw kind last van een loopoor dan moet u geen oordopjes aan laten meten.
Wat te doen bij problemen?
- Bel bij acute problemen (een nabloeding) de receptie van Bernhoven: 0413 - 40 40 40.
- Bel bij problemen die zich binnen 24 uur na de operatie voordoen tijdens kantooruren de polikliniek KNO: 0413 - 40 19 47. Of bel uw eigen huisarts. Problemen die zich kunnen voordoen zijn: aanhoudend braken, pijn ondanks de pijnstillers die uw kind krijgt.
Controle afspraak
- U krijgt in principe geen afspraak mee voor een poliklinische nacontrole. De standaard poliklinische controle na het plaatsen van buisjes is jaarlijks (ongeveer 1 jaar na het plaatsen van de buisjes). U krijgt hier automatisch een oproep voor thuisgestuurd. Mocht er een reden zijn om de controle te vervroegen dan heeft uw arts dit met u besproken; ook hiervoor krijgt u automatisch de oproep thuisgestuurd.
5. Hoe werkt het trommelvlies?
In een gezond oor bereikt het geluid via de gehoorgang het trommelvlies en brengt dat in trilling. Deze trilling gaat via de gehoorbeentjes in het middenoor naar het binnenoor. Het trommelvlies en de gehoorbeentjes kunnen alleen goed trillen als er aan beide kanten van het trommelvlies lucht zit. Daarom staat het middenoor via de buis van Eustachius in verbinding met de neus- en -keelholte. Tijdens het slikken komt er telkens een beetje lucht in het middenoor. Het komt bij kinderen regelmatig voor dat deze buis niet goed werkt.
Vocht in de oren
De luchttoevoer naar het middenoor kan verstopt raken onder andere door ontstekingen in de neus, een te grote neusamandel, een allergie en passief roken. De buis van Eustachius is dan afgesloten. Hierdoor krijgt het middenoor een tekort aan verse lucht, waardoor een onderdruk ontstaat. Het middenoor is bekleed met een dun laagje slijmvlies. Door de onderdruk gaat het eerst te veel dun vocht produceren. Bij kinderen wordt dit vocht vaak na enige tijd taai en slijmachtig.
Wat zijn de gevolgen van vocht in de oren?
Dit dikke slijm remt de trillingen van het trommelvlies en de gehoorbeentjes. Zo ontstaat een vorm van slechthorendheid die ook wel 'slijmoor' wordt genoemd. Kinderen klagen vrijwel nooit over slechter horen. Vaak valt het de ouders ook niet op, hoewel ze wel vinden dat hun kind 'niet wil luisteren'. Op school worden de prestaties van het kind vaak minder, vooral hun taal- en spreekvaardigheid gaat achteruit. Tenslotte doet het slijmoor vaak pijn en zijn er vaker middenooronstekingen.
Wat te doen bij problemen?
Bij acute problemen binnen 24 uur belt u het centrale telefoonnummer van Bernhoven (0413 - 40 40 40). Op grond van uw vragen wordt beoordeeld welke actie verder nodig is.
Bel bij problemen (veel pijn en onvoldoende baat bij pijnstillers) die ontstaan 24 uur na de operatie de polikliniek KNO (0413 - 40 19 47) of uw huisarts.
6. Heeft u nog vragen?
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen. Aarzel dan niet om deze te stellen aan de KNO-arts of de verpleegkundige.