Skip to Content

Buisjes in de oren

Binnenkort komt je kind naar het ziekenhuis voor een ooroperatie, namelijk het plaatsen van trommelvliesbuisjes. In deze folder lees je meer over de operatie en de nazorg.

Eerst leggen we je uit

  1. Waarom de operatie nodig is en wat er gebeurt.
  2. Hoe verloopt de opname.
  3. Wat gebeurt er na de operatie?
  4. Weer naar huis en dan?
  5. Hoe werkt het trommelvlies?
  6. Vragen.

1. Waarom een operatie?

Je kind heeft last van slechthorendheid. Het gehoor is net zo slecht als wanneer je je vingers in je oren stopt. Gelukkig is dit goed te behandelen met het plaatsen van trommelvliesbuisjes. Het trommelvliesbuisje maakt een verbinding tussen de gehoorgang en het middenoor, zodat het middenoor weer lucht krijgt en de slechthorendheid verdwijnt.

Wat gebeurt er bij de operatie?

Bij de operatie wordt een klein gaatje in het trommelvlies gemaakt. Het slijm wordt uit het middenoor gezogen en om te voorkomen dat het gaatje direct weer dichtgroeit, wordt het buisje erin geplaatst. Het betreft een klein plastic buisje van ongeveer 2 mm. De operatie vindt plaats onder algehele narcose.

Wat is het resultaat van de operatie?

Na de operatie merk je meestal direct dat je kind beter hoort. Soms heeft je kind nog even last van een verdikt oorslijmvlies of een loopoor, waardoor het resultaat niet meteen duidelijk is. Het trommelvliesbuisje heeft vaak een week de tijd nodig om stevig vast te groeien. Buisjes worden meestal na 6 tot 9 maanden door het trommelvlies zelf afgestoten. Het kan zijn dat de buisjes in de gehoorgang blijven liggen of uit het oor vallen. Meestal merk je dit niet, omdat het buisje heel klein is. Je kind voelt hier niets van. Het gaatje in het trommelvlies sluit vaak vanzelf. Soms moeten er nieuwe buisjes worden geplaatst als de klachten terugkomen. De KNO-arts bekijkt bij elke controle of dit nodig is.

2. Hoe verloopt de opname

Je kind wordt voor de ingreep enkele uren opgenomen. De afdeling Opnameplanning informeert je ongeveer een week van tevoren over de dag en het tijdstip waarop je kind in Bernhoven wordt verwacht voor de operatie. De wachttijd voor deze ingreep kan sterk variëren.

Op de dag van de operatie mag één of twee ouders/verzorgers bij je kind blijven; broertjes en zusjes kunnen niet aanwezig zijn. Bij de inleiding van de operatie mag één ouder/verzorger bij je kind blijven, maar niet tijdens de operatie zelf. Na de operatie worden geen complicaties verwacht, zodat je kind thuis kan herstellen. Zorg ervoor dat je de pijnstilling (paracetamol) al in huis hebt voordat de operatie plaatsvindt.

Algemene informatie over de opname kun je vinden in de folder 'Kinderdagbehandeling, één dagje naar het ziekenhuis voor een operatie'.

3. Wat gebeurt er na de operatie?

Na de operatie kan je kind wat last hebben van duizeligheid en/of misselijkheid. Deze klachten kunnen ontstaan door de slaapmedicatie die is toegediend, maar ze verdwijnen meestal snel (binnen enkele uren tot soms enkele dagen). Een paar keer overgeven is niet verontrustend.

Wat zijn de risico’s?

Complicaties komen bij deze ingreep bijna nooit voor. Zoals bij elke operatie is er echter een kleine kans op een bloeding of infectie (het wondgebied kan dik en rood worden).

Na de operatie kan er wat (bloederige) afscheiding of vocht uit het oor komen. Dit kan enkele dagen aanhouden.

4. Weer naar huis en dan?

Als alles goed verloopt, kan je kind meestal binnen een uur na de operatie naar huis. De KNO-arts komt voor het ontslag niet meer bij je kind langs. Voordat je met je kind naar huis gaat, geeft de verpleegkundige uitleg over wat je thuis kunt doen om je kind te helpen snel te herstellen.

Vanwege mogelijke misselijkheid en de kans op spugen, is het voor je kind prettiger om met eigen vervoer of de taxi naar huis te gaan en niet met het openbaar vervoer. Het is handig om een spuugbakje in de auto te hebben liggen.

Adviezen en instructies voor thuis

Laat je kind de dag van de operatie thuis rekening houden met duizeligheid door de narcose.

Eten en drinken

Bij thuiskomst mag je kind normaal eten en drinken. Houd er wel rekening mee dat je kind wat misselijk kan zijn door de narcose.

Pijnstilling

Geef je kind de eerste 48 uur na de operatie zonodig paracetamol volgens de bijsluiter. De hoeveelheid paracetamol die je kind per keer mag, hangt af van het gewicht van je kind. De verpleegkundige informeert je hierover.

Douchen en (wond)verzorging

  • Je kind mag onder de douche of in bad, als er maar geen water in de oren komt in de eerste week na de operatie. Laat uit voorzorg uw je een badmuts dragen, vette watten of oordopjes. Zwemdopjes mogen gebruikt worden als de klachten daar aanleiding toe geven en altijd in overleg met de KNO-arts.
  • De eerste dagen kan er wat vocht (soms ook wat bloederige afscheiding) uit de gehoorgang komen. Dit is normaal en stopt binnen enkele dagen. Als de afscheiding niet stopt of er komt pus uit het oor, neem dan contact op met de polikliniek KNO-heelkunde.

Naar school

Je kind kan de volgende dag weer naar school als hij/zij zich goed voelt en pijnvrij is. Kinderen geven over het algemeen prima zelf aan wat ze wel en niet kunnen.

Naar buiten, sporten en zwemmen

  • Je kind mag de eerste week na de operatie niet zwemmen
  • Wanneer je kind oorpijn blijft houden tijdens of na het zwemmen dan kunnen oordopjes een oplossing zijn. Er is geen bewijs dat oordopjes daadwerkelijk helpen. Heeft je kind last van een loopoor dan moet je geen oordopjes aan laten meten.

Wat te doen bij problemen?

  • Bel bij acute problemen (een nabloeding) de receptie van Bernhoven: 0413 - 40 40 40.
  • Bel bij problemen die zich binnen 24 uur na de operatie voordoen tijdens kantooruren de polikliniek KNO: 0413 - 40 19 47. Of bel je eigen huisarts. Problemen die zich kunnen voordoen zijn: aanhoudend braken, pijn ondanks de pijnstillers die je kind krijgt.

Controle afspraak

  • Je krijgt in principe geen afspraak mee voor een poliklinische nacontrole. De standaard poliklinische controle na het plaatsen van buisjes is jaarlijks (ongeveer 1 jaar na het plaatsen van de buisjes). Je krijgt hier automatisch een oproep voor thuisgestuurd. Mocht er een reden zijn om de controle te vervroegen dan heeft je arts dit met je besproken; ook hiervoor krijg je automatisch de oproep thuisgestuurd.

5. Hoe werkt het trommelvlies?

In een gezond oor bereikt het geluid via de gehoorgang het trommelvlies en zet dat in trilling. Deze trilling wordt via de gehoorbeentjes in het middenoor naar het binnenoor doorgegeven. Het trommelvlies en de gehoorbeentjes kunnen alleen goed trillen als er aan beide kanten van het trommelvlies lucht zit. Daarom staat het middenoor via de buis van Eustachius in verbinding met de neus- en keelholte. Tijdens het slikken komt er telkens een beetje lucht in het middenoor. Bij kinderen komt het vaak voor dat deze buis niet goed werkt.

 

 

Vocht in de oren

De luchttoevoer naar het middenoor kan verstopt raken onder andere door ontstekingen in de neus, een te grote neusamandel, een allergie en passief roken. De buis van Eustachius is dan afgesloten. Hierdoor krijgt het middenoor een tekort aan verse lucht, waardoor een onderdruk ontstaat. Het middenoor is bekleed met een dun laagje slijmvlies. Door de onderdruk gaat het eerst te veel dun vocht produceren. Bij kinderen wordt dit vocht vaak na enige tijd taai en slijmachtig.

Wat zijn de gevolgen van vocht in de oren?

Dit dikke slijm remt de trillingen van het trommelvlies en de gehoorbeentjes. Zo ontstaat een vorm van slechthorendheid die ook wel 'slijmoor' wordt genoemd. Kinderen klagen vrijwel nooit over slechter horen. Vaak valt het de ouders ook niet op, hoewel ze wel vinden dat hun kind 'niet wil luisteren'. Op school worden de prestaties van het kind vaak minder, vooral hun taal- en spreekvaardigheid gaat achteruit. Tenslotte doet het slijmoor vaak pijn en zijn er vaker middenooronstekingen.

Wat te doen bij problemen?

Bij acute problemen binnen 24 uur bel je het centrale telefoonnummer van Bernhoven 0413 - 40 40 40. Op grond van je vragen wordt beoordeeld welke actie verder nodig is.
Bel bij problemen (veel pijn en onvoldoende baat bij pijnstillers) die ontstaan 24 uur na de operatie de polikliniek KNO 0413 - 40 19 47 of je huisarts.

6. Heb je nog vragen?

Heb je na het lezen van deze folder nog vragen. Aarzel dan niet om deze te stellen aan de KNO-arts of de verpleegkundige.