CT-onderzoek algemeen
Jouw behandelend arts heeft voor je een CT-onderzoek aangevraagd. Met behulp van röntgenstralen worden hierbij afbeeldingen van het te onderzoeken orgaan gemaakt.
De informatie in deze folder is algemeen van aard. Dat wil zeggen dat het onderzoek is beschreven zoals dit meestal verloopt. Het kan zijn dat de radioloog een andere methode kiest, die beter aansluit bij jouw situatie.Ook risico's en bijwerkingen zijn in algemene zin beschreven. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door een radiologisch laborant.
Een eventuele begeleider kan niet aanwezig zijn in de onderzoeksruimte tijdens het uitvoeren van het onderzoek. Alleen in bijzondere situaties is dit eventueel mogelijk. Helpen met omkleden is vanzelfsprekend altijd toegestaan.
Wat is een CT-onderzoek?
CT is de afkorting voor computer tomografie. Bij een CT–onderzoek wordt er met behulp van röntgenstralen en soms contrastmiddel doorsnede foto’s gemaakt. Deze foto’s geven informatie over de vorm, structuur en ligging van de inwendige organen of weefsels in het te onderzoeken lichaamsgebied. Om een betere afbeelding van het betreffende orgaan te krijgen, is soms een contrastmiddel nodig. Het contrastmiddel wordt via een injectie of infuus toegediend. Het onderzoek is volkomen pijnloos. Het CT–apparaat maakt wel geluid en ziet eruit als een grote kast met een ronde opening.
Zwangerschap
Als je zwanger bent of denkt zwanger te zijn, bel dan van tevoren met de afdeling radiologie om te bespreken of het onderzoek door kan gaan.
Zijn er risico’s of complicaties?
De hoeveelheid röntgenstralen die wordt gebruikt bij het maken van de foto’s is zo gering dat de kans op schadelijke effecten heel klein is, ook als je meerdere onderzoeken hebt ondergaan. Het contrastmiddel dat in jouw arm gespoten wordt kan in een zeer zeldzaam geval een allergische reactie geven.
Contrastmiddel
Algemeen
- Voor een betere beoordeling van de beelden, die gemaakt worden tijdens het onderzoek, kan het nodig zijn om een contrastmiddel via een infuus in uw bloedbaan te spuiten.
- Moderne jodiumhoudende contrastmiddelen zijn veilige middelen, waarbij slechts zelden bijwerkingen worden gezien.
- Wanneer bij eerder onderzoek is gebleken dat je overgevoelig bent voor jodiumhoudend contrastvloeistof, moet je dit doorgeven aan jouw behandelend arts en de laborant die je ophaalt voor het onderzoek.
- Bij zwangerschap of het geven van borstvoeding geeft het toedienen van het contrastmiddel geen problemen.
- Het contrastmiddel dat je krijgt tijdens dit onderzoek heeft invloed op eventuele bloeduitslagen. Wanneer je nog bloed moet laten prikken kun je dit het beste doen vóór het onderzoek of 24 uur na het onderzoek. Lukt dit niet, vertel dan bij het laboratorium dat je een onderzoek met contrastvloeistof hebt gehad.
- De contrastvloeistof, die je tijdens het onderzoek krijgt toegediend via het infuus, heeft mogelijk ook invloed op uitslagen van urineonderzoek. Wanneer je urine bij het laboratorium moet inleveren, kun je dit het beste doen vóór het onderzoek of 3x 24 uur ná het onderzoek. Lukt dit niet, vertel dan bij het laboratorium dat je een onderzoek met contrastvloeistof hebt gehad.
- Soms kan de geringe hoeveelheid vrij jodium in de contrastvloeistof een versnelde werking van de schildklier uitlokken. Dit is vooral het geval als jouw schildklier al te snel werkt of als je hiervoor behandeld wordt. Het is niet aangetoond dat er geneesmiddelen zijn die dit kunnen voorkómen. Meldt je zich bij tekenen van versnelde schildklierwerking (zoals vermoeidheid, gewichtsverlies, niet verdragen van warmte, transpireren, nerveusheid, hartkloppingen) bij jouw internist of huisarts.
Medicijnen
De volgende medicijnen mag je op de dag vóór en de dag van het onderzoek niet innemen.
- NSAID’s (tegen pijn en om ontstekingen te remmen. voorbeelden: Diclofenac, Ibuprofen, Naproxen en Etoricoxib)
Bij vragen hierover verwijzen we je door naar de aanvrager van het onderzoek.
Risicogroep
Het contrastmiddel kan bij bepaalde patiëntengroepen een verhoogd risico geven op een allergische reactie of nierschade. Als je in de risicogroep valt, kan het nodig zijn dat extra maatregelen getroffen worden ter voorbereiding op het onderzoek. Hierover wordt je apart geïnformeerd door de aanvrager van het onderzoek en via de folder: 'allergische reactie bij contrastonderzoeken voorkomen' en/of ‘Contrastmiddel en extra voorzorgsmaatregelen’.
Hoe bereidt je jezelf voor?
Het is belangrijk om de dag vóór het onderzoek voldoende te drinken.
Ben je beperkt in de hoeveelheid vocht die je per dag mag gebruiken neem dan hierover contact op met jouw behandelend arts.
Nuchter
Vanaf twee uur voor het onderzoek mag je niet meer eten en drinken (en ook niet roken).
Onderzoek
Waar meldt je jezelf?
Drie dagen voor je afspraak krijg je een sms van Bernhoven met een link. Via deze link meld je je digitaal aan voor je afspraak. Lukt het niet om jezelf thuis aan te melden? Meld je dan met je geldige legitimatiebewijs aan bij de aanmeldzuil in de centrale hal van Bernhoven, routenummer 001. Deze aanmeldzuil print voor jou een dagticket met jouw afspraak of afspraken.
Op het afgesproken tijdstip meldt je jezelf bij de balie van de afdeling radiologie, routenummer 040.
Wanneer met je is afgesproken dat je extra vocht moet krijgen via een infuus, meldt jezelf dan eerst op de afgesproken tijd op de afdeling die aan je is doorgegeven
Hoe verloopt het CT–onderzoek?
Tijdens het maken van de opnames lig je op een onderzoektafel. Jouw bovenkleding (zoals een hemd of een T-shirt) mag je aanhouden. Een bh kun je niet aanhouden omdat hier ijzer in is verwerkt. De laborant schuift je in de opening van het apparaat. Voor elke opname wordt je telkens een stukje verplaatst totdat het te onderzoeken lichaamsgebied volledig is opgenomen. Tijdens het onderzoek blijf je stil liggen. Soms vraagt de laborant je om de adem enkele seconden in te houden. Na iedere opname kun je dan even ontspannen. Wel is het belangrijk om in dezelfde houding te blijven liggen.
Voor of tijdens het onderzoek kan de radioloog beslissen dat de scan, voor een betere beoordeling van de beelden, toch duidelijk en preciezer moet worden. In dat geval krijg je een injectie met een contrastmiddel. Je krijgt deze injectie meestal in je arm. Vlak na het inbrengen van het contrastmiddel kun je het even warm krijgen. Dit neemt meestal na 1 of 2 minuten weer af.
Hoe lang duurt het?
Hoelang het onderzoek duurt, hangt af van het te onderzoeken lichaamsdeel en het aantal opnamen dat gemaakt wordt. Meestal duurt het onderzoek tussen de 5 en 20 minuten.
Na het onderzoek
De laborant vertelt wanneer je kunt gaan. Je kunt jouw dagelijkse bezigheden weer hervatten. Een eventueel ingespoten contrastmiddel verdwijnt uit jouw lichaam via de nieren en blaas.
Het eventueel gebruik van NSAID’s (tegen pijn en om ontstekingen te remmen. voorbeelden: Diclofenac, Ibuprofen, Naproxen en Etoricoxib) mag je de dag na het onderzoek weer hervatten.
Uitslag
De radioloog beoordeelt de foto’s. Hiervan stuurt hij een verslag naar uw behandelend arts, die de uitslag met je bespreekt. Het verslag is ook in te zien via het patiëntenportaal MijnBernhoven. Kijk voor meer informatie over MijnBernhoven op patientenportaal MijnBernhoven.
Heb je nog vragen?
Wanneer je na het lezen van deze informatie nog vragen hebt, neem dan gerust contact op met de afdeling radiologie.
T 0413 - 40 19 62