Skip to Content

Gebroken bekken of heupkom

In deze folder lees je meer over de behandeling van een breuk in het bekken of de heupkom. Het is belangrijk om te bedenken dat sommige zaken die hier beschreven worden, voor jou anders kunnen zijn. Dat hangt af van jouw persoonlijke situatie.

Het bekken

Het bekken verbindt de wervelkolom met de benen en bestaat uit meerdere botten: het linker en rechter heupbeen en het heiligbeen aan de achterkant. Elk heupbeen bestaat uit drie onderdelen: het darmbeen, het zitbeen en het schaambeen. Op de overgang van deze drie botten bevindt zich de heupkom (acetabulum).

Van bovenaf lijkt het bekken op een ring, gevormd door:

  • Heiligbeen (achterzijde)
  • Darmbeenderen (zijkanten)
  • Schaambeen en zitbeenderen (voorzijde)

Sterke banden verbinden de darmbeenderen met het heiligbeen en de schaambeenderen met elkaar. Bij vrouwen is het bekken breder en de ring ruimer om een bevalling mogelijk te maken.

De breuk

Een breuk in het bekken kan op verschillende plaatsen optreden en soms meerdere plekken tegelijk breken. De ernst en de kracht die nodig is, hangen af van de locatie en het aantal breuken:

Breuken door verschillende krachten:

  • Weinig kracht nodig: Simpele valpartijen kunnen breuken veroorzaken in het zitbeen of heiligbeen, vooral bij ouderen met osteoporose (botontkalking).
  • Meer kracht nodig: Breuken bij de heupkom of heiligbeen ontstaan vaak door verkeersongevallen of val van grote hoogte, vooral bij jongeren.

Belangrijke diagnostiek:

  • Röntgenfoto's en CT-scan: Naast gewone röntgenfoto’s is soms een CT-scan nodig om de ernst te bepalen.
  • Bekkenringbreuk: Als de ring van het bekken zowel aan de voorkant (zitbeen/schaambeen) als aan de achterkant (heiligbeen) gebroken is, kan dit een instabiel bekken veroorzaken.

Mogelijke operatiesituaties:

  1. Instabiele bekkenring: Operatie is nodig als breuken aan de voor- en achterkant aanwezig zijn of als banden aan de achterkant beschadigd zijn.
  2. Banden zonder botbreuk: Zelfs zonder botbreuk kunnen gescheurde banden een operatie vereisen, omdat het bekken instabiel wordt.
  3. Heupkombreuk: Bij een breuk in de heupkom is operatie noodzakelijk als het gewrichtsoppervlak verstoord is om de gladheid en functie te herstellen.

Een goed herstelde heupkom vermindert de kans op slijtage en zorgt voor beter herstel van de bewegingsfunctie.

Behandeling

  1. Breuk alleen aan de voorkant (zit- of schaambeen):

    • Geen operatie nodig: Als de achterkant (heiligbeen) intact is, kan de breuk zonder operatie genezen.
    • Lopen op geleide van pijn: Patiënten mogen proberen te lopen, afhankelijk van wat de pijn toelaat.
    • Herstel: De breuk hecht zich meestal na enkele weken, waarbij pijnklachten geleidelijk afnemen.
    • Fysiotherapie: Een fysiotherapeut kan begeleiding bieden bij het hervatten van het lopen.
  2. Breuk aan zowel de voor- als achterkant:

    • Afhankelijk van breuk en banden: De traumachirurg beoordeelt de ernst en stabiliteit van de breuk.
    • Geen operatie: Als een operatie niet nodig is, kan een verbod op belasten worden ingesteld, meestal gedurende 6 weken.
  3. Breuk in de heupkom (acetabulum):

    • Niet verplaatst of nauwelijks verplaatst:
      • Meestal geen operatie nodig.
      • Niet belasten: Gedurende 6 tot 12 weken mag het aangedane been niet belast worden om verdere verplaatsing te voorkomen.
    • Verplaatste breuk:
      • In de meeste gevallen is een operatie noodzakelijk om de heupkom in de juiste positie te herstellen.

Belangrijk:

Het herstelproces varieert afhankelijk van de ernst van de breuk en de toegepaste behandeling. Goede opvolging en begeleiding door de traumachirurg en fysiotherapeut zijn essentieel om de genezing te bevorderen en complicaties te voorkomen.

Operatie

Als je bekkenring op meerdere plaatsen gebroken is en daardoor niet meer stevig genoeg is, wil je traumachirurg de ring meestal op de gebroken plekken verstevigen.

Wanneer je bekken ernstig is verzwakt en wankel, en je bloeddruk daardoor verlaagd is, kan je traumachirurg besluiten om het bekken met spoed tijdelijk vast te zetten met een fixatie aan de buitenkant (een 'fixateur externe'). Later kan je chirurg ervoor kiezen om deze fixateur langer te laten zitten, of te vervangen door een inwendige fixatie waarbij je bekken met platen en schroeven wordt verstevigd.

Als je chirurg kiest voor inwendige versteviging, wordt je bekken meestal via een snee aan de voorkant (vanuit de buikzijde) gestabiliseerd met platen en schroeven.

Is je heupkom gebroken? Dan hangt het ervan af waar de breuk precies zit of je bekken aan de binnenkant of via de achterkant gestabiliseerd moet worden.

Voor het stabiliseren van het heiligbeen aan de achterkant kan je traumachirurg kiezen voor een fixatie met alleen schroeven, of eventueel met een plaat erbij. Dit hangt af van het soort breuk en de voorkeur van je chirurg.

Zijn er complicaties?

Zoals bij elke operatie, bestaat ook bij een operatie voor een gebroken bekken het risico op complicaties, zoals nabloedingen en ontstekingen van de wond. Er is ook een kans dat bloedvaten of zenuwen beschadigd raken. Het fixatiemateriaal (zoals schroeven, platen of pinnen) kan soms losraken. In sommige gevallen groeit de breuk niet goed vast.

Omdat een breuk in het bekken vaak moeilijk te bereiken is, kan je chirurg een relatief grote snee moeten maken om goed bij de breuk te komen.

Na de behandeling

Na de operatie bepaalt je traumachirurg of je het been direct weer mag belasten of niet. Als je niet direct mag belasten, is het meestal wel mogelijk na 6 tot maximaal 12 weken. Wanneer je weer mag belasten hangt onder andere af van het soort breuk en het gebruikte fixatiemateriaal. Als je nog niet meteen mag belasten, mag je meestal wel je heup, knie en enkel oefenen en proberen onbelast met krukken te lopen.

Wat je verder nog moet weten

Ook als je direct mag gaan belasten, kan het nog enige tijd duren voordat het volledig belasten goed gaat. In het begin heb je vaak toch krukken nodig om de aangedane kant te ontzien. Het kan 3 tot 6 maanden duren, of soms zelfs langer, voordat je volledig normaal en pijnvrij kunt belasten. Vaak is hierbij nabehandeling met een fysiotherapeut nodig.

Heb je nog vragen?

Heb je nog vragen? Stel ze gerust aan je behandelend arts of huisarts. Bij dringende vragen of problemen vóór je behandeling kun je het beste contact opnemen met de afdeling waar je behandeling plaatsvindt. Als zich na de operatie thuis problemen voordoen, neem dan contact op met je huisarts of het ziekenhuis.

  • Polikliniek chirurgie: maandag t/m vrijdag tijdens kantooruren 0413 – 40 19 59
  • Polikliniek orthopedie, maandag t/m vrijdag tijdens kantooruren: 0413 - 40 19 71 

Vind je dat er bepaalde informatie ontbreekt of onduidelijk is? Laat het ons dan gerust weten.

Wachtlijstbemiddeling

Als je klachten erger worden terwijl je al op de wachtlijst staat, bel dan met de polikliniek waar je onder behandeling bent. Je behandelend arts kan dan overleggen en besluiten of je eerder geopereerd moet worden.