Gebroken bovenarm ter hoogte van de schouder
In deze folder lees je over de behandeling van een gebroken bovenarm ter hoogte van of vlak onder de schouder. Het is algemene informatie, maar jouw persoonlijke situatie kan ervoor zorgen dat sommige dingen anders zijn dan in de folder staat.
Het bovenarmsbot
De breuk
Behandeling
Wanneer de breuk net onder de kop loopt, kan de breuk in de meeste gevallen zonder operatie behandeld worden. Je krijgt dan een draagband waarbij je arm uithangt, zodat de schacht van het bovenarmsbot goed onder de kop komt te hangen en in die stand kan vastgroeien. Het duurt meestal een week of zes voordat de kop enigszins is vastgegroeid aan de schacht.
Wanneer de breuk net onder de kop loopt en de kop helemaal niet meer boven de schacht staat, en ook na het uithangen niet meer goed komt te staan, kan het nodig zijn om de kop weer onder narcose boven de schacht te zetten en de kop dan met een operatie vast te zetten aan de schacht.
Als de breuk door de kop zelf heen loopt, hangt de behandeling af van hoe de breukdelen ten opzichte van elkaar liggen en in hoeverre ze nog een goede stand hebben. Wanneer de vorm van de kop nog goed is, kan de traumachirurg besluiten je zonder operatie uit te behandelen. Je krijgt dan ook een draagband of een mitella.
Als de breukdelen ernstig verplaatst zijn en de vorm van de kop erg verstoord is, kan het zijn dat je geopereerd moet worden. Of je een operatie krijgt, hangt af van de stand van de breuk, je activiteiten en je lichamelijke toestand.
Operatie
Word je geopereerd, dan herstelt de traumachirurg de vorm van de kop en zet de kop of de stukjes van de kop weer vast aan de schacht. Hiervoor heeft je traumachirurg verschillende mogelijkheden, afhankelijk van het type breuk en de voorkeur van je chirurg. Vaak worden platen en schroeven gebruikt om de verschillende breukdelen aan elkaar vast te zetten. Soms kan de chirurg ook besluiten de breuk met een pen en schroeven vast te zetten. Hiervoor is vaak een kleinere snede nodig dan bij een plaat met schroeven.
Wanneer de kop in meerdere stukken is gebroken en je chirurg inschat dat vastzetten met een plaat en schroeven of pen niet haalbaar is, kan het zijn dat je in aanmerking komt voor een kunstkop/schouderprothese. Uit onderzoek blijkt echter dat dit alleen zin heeft bij zeer ernstige breuken en dat de functionele resultaten hiervan niet altijd even goed zijn.
Zoals bij elke operatie, heeft ook een operatie voor een gebroken bovenarmsbot kans op problemen, zoals ontstekingen van de wond, zenuwschade, het uitbreken van het fixatiemateriaal en het niet goed willen vastgroeien van de breuk. Ook hebben patiënten na een operatie nogal eens last van blijvende stijfheid van de schouder door verstijving van het gewrichtskapsel en inwendige littekenweefsel.
Na de behandeling
Meestal krijg je na de operatie een mitella of draagband zodat je arm rust krijgt. Hoe lang je na de operatie rust moet houden, hangt af van het soort breuk en hoe stevig de chirurg de breukdelen weer aan elkaar heeft kunnen zetten. Meestal mag je tot 6 weken na de operatie je arm niet belasten. Wel mag je na 1 tot 2 weken voorzichtig gaan oefenen op geleide van de pijn om het schoudergewricht soepel te houden en verstijving zo veel mogelijk te voorkomen. Die oefeningen doe je door je bovenlichaam voorover te buigen, zodat je arm in de mitella vrij komt te hangen en je draaiende bewegingen kunt maken met je schouder. Bij deze oefening lijkt het alsof je in een grote pan roert, waarbij je in de loop van de tijd de pan steeds groter 'maakt'. Ook is het verstandig tijdens de gehele periode zo nu en dan je arm uit de mitella te doen en je elleboog even te strekken.
Wanneer je zonder operatie en dus alleen met een mitella of sling behandeld wordt, is de nabehandeling min of meer hetzelfde als na de operatie. Je moet na 1 tot 2 weken voorzichtig gaan oefenen op geleide van de pijn zoals hierboven beschreven.
Wat je verder nog moet weten
Je moet er rekening mee houden dat het vaak 6 tot 12 weken duurt voordat je je schouder weer enigszins goed kunt gebruiken. Het belasten van je arm met kracht is meestal pas toegestaan wanneer de breuk al enigszins is vastgegroeid, wat in de regel minimaal zes weken duurt. Daarna kun je de kracht en belasting gaan uitbreiden. Ook de beweeglijkheid kan dan verder worden verbeterd. Vaak is nabehandeling door een fysiotherapeut nodig. Het kan 3 tot 6 maanden duren, of soms zelfs langer, voordat je de schouder weer helemaal normaal en pijnvrij kunt gebruiken. Houd er rekening mee dat de schouder mogelijk nooit meer zo flexibel wordt als voor de val.
Vragen?
- Polikliniek chirurgie: maandag t/m vrijdag tijdens kantooruren 0413 – 40 19 59
- Buiten kantooruren belt u de reeptie: 0413 – 40 40 40
Mis je bepaalde informatie of is iets niet duidelijk, vertel het ons.