Skip to Content

Gebroken ellepijp ter hoogte van de elleboog (Olecranon fractuur)

In deze folder lees je algemene informatie over de behandeling van een breuk van de ellepijp ter hoogte van de elleboog, de zogenaamde 'olecranon' breuk. Houd er bij het lezen rekening mee dat de situatie voor jou persoonlijk iets anders kan zijn dan hier beschreven.

Het olecranon

Het olecranon is een onderdeel van je ellepijp ter hoogte van je elleboog. Het zorgt voor het scharnierende gedeelte van je elleboog, zodat deze kan buigen. Aan het olecranon zitten de pezen van de strekspier (de triceps). Wanneer de triceps aanspant, zal je onderarm strekken. Het olecranon is dus een belangrijk onderdeel van het strekapparaat van je elleboog. Ook loopt er aan de binnenkant van het olecranon een zenuw (de ulnaris). Deze zenuw zorgt onder andere voor het gevoel in je pink en voor het spreiden van je vingers.

De breuk

Bij een breuk van het olecranon heb je vaak pijn en zwelling ter hoogte van je elleboog en kun je je arm niet, of bijna niet, strekken. Een röntgenfoto kan laten zien of het inderdaad om een gebroken ellepijp gaat.

Behandeling

Als het stukje bot waar de strekpees aan vastzit helemaal is losgetrokken van de rest van je ellepijp en de strekfunctie van je elleboog dus niet meer werkt, is er reden om met een operatie het stuk bot weer aan de rest van je ellepijp vast te zetten. Dit is meestal het geval bij een olecranon breuk.

Als het bot alleen gescheurd is en de strekpees dus nog vastzit aan de rest van je ellepijp, kan dit soms met gips worden behandeld.

Operatie

De meeste breuken van het olecranon worden door een operatie vastgezet met een zogenaamde 'Zuggertung', bestaande uit enkele dunne metalen pinnetjes en een metalen vlechtdraad. Deze worden geplaatst via een snede aan de strekzijde van je elleboog.

Wanneer de breuk uit meerdere delen bestaat, kan je traumachirurg ervoor kiezen om de breuk vast te zetten met een plaat en schroeven. Welke operatie je krijgt, hangt dus af van de soort breuk, de toestand van je huid en spieren, maar ook van de voorkeur van je traumachirurg.

Zoals bij elke operatie, brengt ook een operatie voor een gebroken olecranon risico’s met zich mee, zoals ontstekingen van de wond, zenuwschade, het loslaten van het fixatiemateriaal en het niet goed vastgroeien van de breuk. Na de operatie hebben patiënten soms last van irritatie door het fixatiemateriaal, omdat het vlak onder de huid ligt.

Wanneer de breuk na geruime tijd is vastgegroeid (meestal 6-9 maanden) en het fixatiemateriaal niet meer nodig is, kun je overwegen het materiaal operatief te laten verwijderen als je er last van hebt. Als je er geen last van hebt, is het veilig om het fixatiemateriaal gewoon te laten zitten.

Na de behandeling

Meestal krijg je na de operatie een drukverband, en in enkele uitzonderlijke gevallen gips. Je gaat naar huis met een draagdoek (mitella) of draagband, zodat je arm rust krijgt. Deze draagdoek mag 's nachts af. Om je arm dan rust te geven, leg je deze op een kussen. Je krijgt een afspraak voor controle op de polikliniek chirurgie. Vaak wordt er bij één of meerdere controles een röntgenfoto gemaakt.

Hoeveel weken rust?

Hoe lang je na de operatie rust moet houden, hangt af van het soort breuk en hoe stevig je chirurg de breukdelen weer aan elkaar heeft kunnen zetten. Meestal mag je tot zes weken na de operatie je arm niet belasten, maar wel bewegen en oefenen om het gewricht soepel te houden. Als je gips hebt, kun je alleen oefenen met de delen die niet ingegipst zijn.

Verdere adviezen

Bewegen na de operatie is goed, maar het belangrijkste is dat je naar je lichaam 'luistert'. Als je er geen pijn van krijgt, mag je met je schouder, elleboog, pols en vingers oefenen, zover de pijn toelaat. Het is goed om je schouder voldoende in beweging te houden, omdat deze anders stijf kan worden. Als het oefenen van je elleboog nog te pijnlijk is, doe je het rustig aan. Als je merkt dat de draagdoek niet meer nodig is en je hand niet meer dik is, hoef je deze niet meer te gebruiken. Meestal kan dit na één tot twee weken. Ook hierbij geldt: het mag je geen pijn doen.

Wat je verder nog moet weten

Je moet er rekening mee houden dat je zeker meer dan zes weken nodig hebt voordat je je elleboog weer redelijk goed kunt gebruiken. Vaak mag je je arm pas met kracht belasten als de breuk al enigszins is vastgegroeid, wat in de meeste gevallen zo'n zes weken duurt. Daarna kun je pas de kracht en belasting gaan uitbreiden. Volledig normaal en pijnvrij gebruik van je elleboog wordt meestal pas na 3-6 maanden bereikt. Soms is nabehandeling door een fysiotherapeut nodig, vooral als er stijfheid van de elleboog is.

Heb je nog vragen?

Heb je nog vragen? Stel ze gerust aan je behandelend arts.

  • Polikliniek chirurgie: maandag t/m vrijdag tijdens kantooruren 0413 – 40 19 59
  • Wanneer zich thuis na de operatie problemen voordoen, neem dan contact op met je huisarts, de polikliniek chirurgie of bel buiten kantooruren de receptie via 0413 - 40 40 40.

Mist je bepaalde informatie of is iets niet duidelijk? Vertel het ons dan.

Wachtlijstbemiddeling

Als je klachten erger worden terwijl je al op de wachtlijst staat, bel dan met de polikliniek waar je onder behandeling bent. Je behandelend arts kan dan overleggen en besluiten of je al dan niet eerder moet worden geopereerd.