De pols
De pols is het gewricht dat wordt gevormd door de handwortelbeentjes in de hand en de twee onderarmsbotten, het spaakbeen en de ellepijp.
De breuk
Bij een polsbreuk is er een breuk van het spaakbeen, ellepijp of beide botten nabij de pols. Soms betreft het alleen een scheurtje in het bot, maar vaak is er verplaatsing van de botstukken. Behalve een letsel van het bot is er ook altijd letsel van de zogeheten weke delen, zoals pezen, spieren en eventueel vaten en zenuwen.
Behandeling
Als de botstukken niet ernstig verplaatst zijn door de breuk, wordt alleen een gipsspalk aangelegd. Als de botstukken te veel verplaatst zijn, moet het bot worden ‘gezet’. Dit betekent dat het bot teruggeplaatst wordt in de juiste stand. Er wordt verdovingsvloeistof op de plek van de breuk ingespoten, die ongeveer een uur werkt. Na het zetten van het bot wordt een gipsspalk aangelegd en wordt een röntgenfoto gemaakt om te controleren of het bot goed staat. Als het niet lukt om het bot goed te zetten, kan soms een operatie nodig zijn. Er zijn verschillende soorten operaties mogelijk. Meestal wordt er gebruikgemaakt van een plaatje en schroeven voor het vastzetten van de breuk. Soms wordt er ook gebruikgemaakt van stevige staaldraden of een 'externe fixateur'. Voor meer informatie, zie ook de folder ‘Behandeling van fracturen’.
Na de behandeling
Je gaat naar huis met een draagdoek (mitella), zodat je arm rust krijgt. Deze draagdoek mag 's nachts af, en om je arm dan rust te geven, kun je deze op een kussen leggen. Je krijgt een recept mee voor een pijnstiller. Let op: als je bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet je dit aan de arts vertellen, zodat deze bij het voorschrijven van een pijnstiller hiermee rekening kan houden! De volgende dag zou je minder pijn moeten hebben. Als de voorgeschreven pijnstilling niet genoeg is of als je na drie dagen nog steeds niet zonder pijnstillers kunt, moet je ons opbellen.
Je krijgt een afspraak voor controle op de polikliniek chirurgie. Vaak wordt bij deze eerste controle een röntgenfoto gemaakt en krijg je een nieuw of extra gips aangelegd.
Hoeveel weken gips?
Dat hangt af van het soort breuk, maar het kan 1 tot 4 weken zijn. Als de breuk niet gezet is, krijg je na 1 week een brace die je 3 weken moet dragen. Deze mag je wel afdoen als je bijvoorbeeld gaat douchen.
Operatie
Als het nodig is om je te opereren, gebeurt dit meestal niet meteen, maar na 5-14 dagen. Deze operaties worden uitgevoerd door traumachirurgen die hierin gespecialiseerd zijn. Meestal wordt er een plaatje met schroeven gebruikt. Na de operatie kan het nodig zijn om 1 week een gips te dragen, zodat de wond kan rusten. Daarna mag je gaan oefenen, eventueel met fysiotherapie.
Verdere adviezen
Het is niet zo dat je hand en vingers stijf worden als je deze tijdens de periode in gips niet beweegt. Bewegen is goed, maar het belangrijkste is dat je geen pijn hebt. Als het je geen pijn doet, mag je met je vingers en hand doen wat het gips toelaat. Als je merkt dat de draagdoek niet meer nodig is en je hand niet meer dik is, hoef je de draagdoek niet meer te gebruiken. Meestal kan dit na één tot twee weken.
Intussen is het goed de elleboog en de schouder voldoende te blijven bewegen. Maar let op, dat mag geen pijn doen! Voor meer informatie, zie de folder ‘Gips- of kunststofverband’.
Zijn er complicaties?
Er bestaat een kans dat de botstukken na enkele dagen opnieuw verplaatsen of dat bij de volgende poliklinische controle blijkt dat de breuk niet meer goed staat. Als dat gebeurt, moet de pols opnieuw gezet worden of misschien is zelfs een operatie nodig. .
Wat je verder nog moet weten
Je moet er rekening mee houden dat je zeker meer dan zes weken nodig hebt voordat je de pols weer redelijk goed kunt gebruiken. Meestal kun je je pols pas na ongeveer drie maanden weer normaal en pijnvrij gebruiken. Soms kan na de gipsbehandeling hulp van een fysiotherapeut nodig zijn.
Heb je nog vragen?
Heb je nog vragen? Stel ze gerust aan je behandelend arts of huisarts. Bij dringende vragen of problemen vóór je behandeling kun je je het beste wenden tot de afdeling waar de behandeling plaatsvindt. Wanneer zich thuis na de operatie problemen voordoen, neem dan contact op met je huisarts of het ziekenhuis. Dat kan op kantooruren met de poli van je behandelaar en buiten kantooruren met de receptie van Bernhoven.
- Polikliniek chirurgie: 0413 - 40 19 59
- Polikliniek orthopedie: 0413 - 40 19 71
- Receptie Bernhoven: 0413 - 40 40 40
Mocht je onverhoopt buiten kantoortijden of in het weekend naar de spoedeisende hulp komen, volg dan bij het ziekenhuis de borden 'Spoedpost'.
Tot slot
Vind je dat bepaalde informatie ontbreekt of onduidelijk is? Laat het ons dan graag weten.
Bron: Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
Wachtlijstbemiddeling
Als je klachten erger worden terwijl je al op de wachtlijst staat, bel dan met de polikliniek waar je onder behandeling bent. Je behandelend arts kan dan overleggen en besluiten of je al dan niet eerder moet worden geopereerd.