Het verwijderen van de blindedarm bij kinderen

Je kind is met een blindedarmontsteking (in medische taal appendicitis) opgenomen op de kinderen jongerenafdeling. In deze folder vind je informatie over de behandeling van de blindedarmontsteking.

De verschijnselen van een blindedarmontsteking

De medische naam voor blindedarm is appendix. De blindedarm bevindt zich op de plaats waar de dunne darm overgaat in de dikke darm. Dit is rechtsonder in de buik. Een blinde darmontsteking ontstaat meestal in korte tijd en geeft pijnklachten. Het begint vaak bij de navel en zakt later af naar de rechter onderbuik. Omdat de lengte en de ligging van de blinde darm kan variëren, kunnen de klachten middenin of rechts onder in de buik voorkomen.

Je kind kan de volgende verschijnselen hebben:

• De pijn kan de eerste uren vaag blijven en vervolgens langzaam erger worden.
• Je kind heeft geen eetlust en voelt zich misselijk.
• Je kind kan gaan braken
• Je kind heeft geen of een beetje koorts.
• Het aanraken of loslaten van de buik doet pijn, evenals hoesten en lachen.
• Elke beweging geeft klachten in de buik.

Het stellen van de diagnose

Om een blindedarmontsteking vast te stellen, zijn een aantal onderzoeken nodig:

De chirurg vraagt wat de klachten zijn en wanneer de klachten zijn ontstaan bij je kind. Voedselvergiftiging, buikgriep, lymfeklier ontsteking in de buik of een blaasontsteking kunnen namelijk gelijksoortige klachten geven. Vaak vangt de verpleegkundige urine van je kind op. In het laboratorium onderzoekt een laborant de urine op eventuele bacteriën om een blaasontsteking uit te sluiten. De chirurg verricht lichamelijk onderzoek bij je kind. Hierbij voelt de chirurg aan de buik en luistert naar darmgeluiden. Een laborant neemt bloed af bij je kind. Aan de hand van de bloeduitslagen en de andere onderzoeken bepaalt de chirurg de behandeling. Een medewerker van de röntgenafdeling maakt met een echograaf een echo van de buik van je kind. Een echograaf stuurt geluidsgolven, die wij niet kunnen horen het lichaam in. De medewerker meet de weerkaatsing van de geluidsgolven. Dit brengt het inwendige lichaam in beeld. Op deze manier krijgt de chirurg meer informatie over de organen. Soms is het nodig verder onderzoek te verrichtten met een MRI scan, daar hebben wij een aparte folder over.  Als dan blijkt dat de blindedarm ontstoken is en verwijderd moet worden, zal de chirurg proberen dit te doen met een laparoscopie, dit is een operatie met behulp van de kijkbuistechniek via de navel en enkele kleine sneetjes in de buik.

De behandeling van een blindedarmontsteking

Bij een appendectomie wordt de blinde darm (appendix) verwijderd. De chirurg verwijdert de blindedarm als bij onderzoek aanwijzingen zijn gevonden dat deze ontstoken is. Deze operatie wordt uitgevoerd via de kijkoperatietechniek of via kleine sneetjes rechts of onder in de buik.

Tijdens de operatie blijkt hoe ernstig de blindedarm ontstoken is. Soms komt het voor dat de blindedarm is opengesprongen de ontstoken blindedarminhoud kan dan in de vrije buikholte terecht komen. Dit noemen we een ‘geperforeerde appendix’. Soms zijn er andere tekenen van een ontsteking zoals een buikvliesontsteking.

Als de blinde darm ontsteking ernstig is dan kan dat een reden zijn om na de operatie enkele dagen antibiotica in het infuus of tabletten te geven.

De operatie gebeurt bijna altijd met spoed. De mate van spoed hangt af van de ernst van de verschijnselen. Daarom is het moeilijk hierover een tijdstip af te spreken.

Medicatie

Op de afdeling krijgt je kind van de verpleegkundige pijnstillers in de vorm van een tabletje of zetpil. De anesthesioloog schrijft deze medicatie voor, zodat de klachten na de operatie zoveel mogelijk onderdrukt wordt. 

Voor de operatie

Het verwijderen van een ontstoken blindedarm gebeurt onder volledige verdoving (narcose). Dit betekent dat je kind in slaap wordt gebracht. Hiervoor moet je kind nuchter blijven. Hierover word je geïnformeerd. 

Het in slaap brengen van je kind kan met behulp van een mondkapje met narcosegas of een infuus met medicatie. De keuze hangt vooral af van de leeftijd en het gewicht van je kind. De anesthesioloog bespreekt de narcose van je kind voor de operatie.

Narcose via een kapje

De meeste jonge kinderen worden in slaap gebracht met een kapje. Het kapje wordt over de mond en de neus geplaatst. Door het inademen van het narcosegas dat zich in het kapje bevindt, valt je kind in slaap. Het narcosegas vinden de meeste kinderen vies ruiken. Wanneer je kind slaapt, wordt alsnog nog een infuus ingebracht, waardoor vocht en medicatie kan worden toegediend tijdens en na de operatie.

Narcose via een infuus

Als je kind in slaap wordt gebracht met een infuus, dan krijgt je kind een infuus in de arm of handrug wanneer hij/zij nog geen infuus heeft. Door het infuus wordt de medicatie toegediend. De plaats waar het infuus wordt ingebracht, wordt indien mogelijk verdoofd, waardoor je kind niks voelt als het infuus ingebracht. Dit gebeurd met een pleister waaronder verdovende crème zit.

Zijn er complicaties van de algehele narcose?

Complicaties komen na een verdoving bijna niet voor. Wel kunnen bijwerkingen optreden. Bij kinderen zijn de meest voorkomende bijwerkingen na de volledige verdoving: vooral misselijkheid, braken en keelpijn. Deze verschijnselen verdwijnen vanzelf.

De meeste kinderen worden via de eerste hulp afdeling met spoed opgenomen voor een blindedarm operatie. De voorbereiding (uitleg rondom operatie) vindt, als het mogelijk is, plaats op de afdeling door de verpleegkundige of eventueel de pedagogisch medewerker. Als vooraf bekend is dat je kind opgenomen wordt voor een appendectomie worden jullie verwacht op het spreekuur PPO (Pre-operatief Poliklinisch Onderzoek). Je krijgt van bureau opname hiervoor een afspraak.

Aanwezigheid van de ouder op de operatiekamer

1 van de ouders mag aanwezig zijn tijdens het in slaap brengen van je kind. De anesthesioloog bespreekt dit met je. De aanwezigheid is geruststellend voor je kind, maar je bent niet verplicht om mee te gaan. Als je aanwezig wilt zijn bij de inleiding van de narcose en de situatie laat dit toe, dan is het van belang om met de volgende punten rekening te houden:

• Verwijder sieraden. In verband met hygiënevoorschriften is het dragen van sieraden op de operatieafdeling niet toegestaan. Je krijgt een overal aan met een muts.
• Ga bij voorkeur niet met een lege maag naar de operatieafdeling. De kans dat je dan met een lege maag in combinatie met mogelijke spanning flauwvalt.
• Het is begrijpelijk dat ook je je gespannen, onzeker of angstig voelt. Laat dit echter niet merken aan je kind. Dit kan de spanning en angst bij je kind versterken. Jij bent degene waarop je kind steunt en vertrouwt.
• Stel je kind gerust door bijvoorbeeld zacht tegen je kind te praten en de arm/hand van je kind vast te houden
• Als je kind tegenstribbelt, overtuig je kind dat het echt even moet

Wanneer je kind slaapt, verlaat je de operatiekamer. De anesthesioloog kan, als hij dit nodig vindt, je verzoeken eerder de kamer te verlaten.

De operatie

Wanneer je kind onder narcose is, wacht je op de kinder- en jongerenafdeling.

Na de operatie

Zodra je kind op de uitslaapkamer is, brengt de verpleegkundige je naar je kind toe, zodat je aanwezig bent wanneer je kind wakker wordt. Je kunt op de uitslaapkamer bij je kind blijven tot hij/zij goed wakker is. Als je kind goed wakker is, komt de verpleegkundige jullie ophalen. Je kind heeft na de operatie een infuus voor vocht en eventueel medicijnen. Ook zit er een pleister op de wond. Na de operatie mag je kind ter observatie op de kinderafdeling, hoelang is afhankelijk van de ernst. Na de operatie mag je kind eten, drinken en uit bed. Het is mogelijk dat je kind na de operatie klachten heeft in het operatiegebied en wat verhoging of koorts heeft. Door de narcose kan je kind de eerste dagen ook nog wat misselijk zijn, weinig eetlust hebben en moeten braken. Deze verschijnselen zijn normaal en gaan vanzelf over.

Mogelijke complicaties

Bij deze operatie heeft je kind een normale kans op complicaties. Enkele complicaties die kunnen voorkomen zijn:

• Je kind krijgt een bloeduitstorting aan de wond, een kleine blauwe plek is niet verontrustend. Een nabloeding aan de wond kan soms gebeuren. De kans op nabloeding is het grootst in de eerste 24 uur na de operatie. De verpleegkundige controleert de wond.  
• Je kind kan een infectie krijgen aan de wond. De wond gaat ontsteken, waardoor de huid er rood en dik uitziet. Dit is vaak pijnlijk.
• Een zeldzamere maar ernstige complicatie kan zijn dat er tijdens de operatie schade ontstaat aan de darm of een andere structuur of een ernstige bloeding in de buik. Soms heeft dit gevolgen tijdens de operatie, soms treedt dit in de dagen na de operatie op. 
• Bij ernstigere blinder darm ontsteking met bijvoorbeeld een geperforeerde blinde darm ontsteking en of een buikvliesontsteking  kan je kind de dagen na de operatie zieker zijn en soms niet kunnen eten of drinken. Of kan er ontsteking in de buikholte optreden (abces).

Ontslag

Je kind mag weer naar huis:

• Als je kind normale voeding verdraagt;
• Als je kind geen koorts heeft;
• Als de pijn dragelijk

Leefregels en adviezen voor thuis

• Je kind kan nog enkele dagen en soms weken last hebben van zijn/haar buik. Er zijn echter geen dingen die niet mogen. Het is belangrijk rustig op te bouwen in activiteit, er zijn geen bewegingen die niet mogen. Dit heeft geen gevolgen voor het herstel, bijvoorbeeld fietsen en sporten kan. Luister naar je kind wat goed voelt voor hem of haar.
• Je kind mag de volgende dag weer douchen. Hierbij is het belangrijk dat de wond niet ‘week’ wordt, daarom mag het douchen niet te lang duren. Na enkele dagen is zwemmen of in bad gaan mogelijk

Indien het nodig is, ontvang je een recept voor de pijnmedicatie. De eerste 24 uur na de operatie is het belangrijk om de medicatie in te nemen volgens voorschrift. De hoeveelheid medicatie die je kind per keer mag, hangt af van het gewicht. Zolang er vocht uit de wond lekt, mag je eenmaal daags een schone pleister op de wond plakken.

• Je kind mag de eerste dagen licht verteerbaar voedsel eten. Als dit goed gaat mag uw kind overgaan op normaal eten.

Je krijgt een controle afspraak mee van de verpleegkundige, dit is vaak een telefonische afspraak ter controle of alles goed is hersteld met  je kind en de uitslag van het laboratorium onderzoek van de blinde darm. De verpleegkundige geeft informatie over de hechtingen. Vaak worden oplosbare hechtingen gebruikt, je hoeft dan niets te doen. Deze lossen vanzelf op. Als er andere hechtingen zijn gebruikt, moeten deze na tien dagen verwijderd worden door de huisarts. Als je kind hechtstrips (zwaluwstaartjes) over de wond heeft, mag je deze tien dagen na de operatie verwijderen. Vaak is dit niet nodig omdat ze er al vanzelf vanaf gevallen zijn.

Soms gedraagt je kind zich wat ongewoon in de dagen na de operatie. Je kind vraagt bijvoorbeeld veel aandacht of is juist heel afwijzend. Hij/zij slaapt slecht, kan weer in bed gaan plassen, wil niet alleen zijn of is bang in het donker. Het is niet zo vreemd, dat je kind van slag raakt. Je kind is immers in een vreemde omgeving geweest en kan reageren op de narcose en de ingreep. Wij adviseren je dan:

• Met je kind te praten over de ingreep;
• Met je kind een tekening te maken over de ingreep;
• Met je kind de situatie na te spelen met speelgoed.

Dit helpt je kind verwerken.

Wat te doen bij problemen thuis?

Neem contact op met de polikliniek chirurgie bij de volgende klachten:

• Koorts >38,5 graden
• Wondproblemen, zoals toenemende wondklachten en ontstekingsverschijnselen
• Klachten van meer buikpijn en of overgeven
• Diarree langer aanhoudend  dan een week

Bij thuiskomst uit het ziekenhuis klachten van welke aard dan ook en je vertrouwt het niet? Neem dan binnen de eerste 24 uur na ontslag contact op met de Kinder- en jongerenafdeling: 0413 - 40 34 17.

Hierna kun je contact opnemen met de huisarts of de polikliniek chirurgie:
0413 - 40 19 59 (tijdens kantooruren).

Receptie Bernhoven - 0413 - 40 40 40 (buiten kantooruren)

Moet je onverhoopt naar de SEH van Bernhoven? Volg bij het ziekenhuis de borden ‘Spoedpost Bernhoven’.