Heupluxatie bij een (totale) heupprothese

Je bent in het ziekenhuis opgenomen omdat jouw heupprothese uit de kom is gegaan. Dit heet een luxatie. Dit gebeurt vaak door een te extreme of verkeerde beweging van de heup. Bijvoorbeeld door diep hurken, bukken, op de knieën zitten en dan voorover buigen of draaien zonder dat je benen meegaan. Een luxatie kan ook komen door een val. In deze folder lees je meer over een heuplaxatie, de behandeling daarvan en leefregels.

De meeste heupluxaties (60 tot 80 procent) gebeuren in de eerste 3 maanden na de operatie. De kans op een luxatie is ongeveer 0,5 tot 7 procent.

Wat vergroot de kans op een luxatie?

• Slappe spieren direct na de operatie
• Slappe spieren of banden bij bindweefselziekten
• Neurologische stoornissen met loop- of evenwichtsproblemen
• Leeftijd
• Fors overgewicht. Bij een BMI boven de 40 is de kans 4 keer zo groot
• De stand van de prothese

Symptomen en diagnose

Hoe weet je of je een heupluxatie hebt? Je kunt je heup en been plotseling niet meer goed bewegen. Je hebt veel pijn in je heup, soms uitstralend naar je been. Het been aan de kant van de luxatie is korter. Een röntgenfoto bevestigt of het echt om een luxatie gaat.

Behandeling

De behandeling is het terugzetten van de kop in de kom. Dit heet een repositie. De medisch specialist trekt en draait aan je been zodat de heupkop weer in de kom schiet. Je krijgt pijnstillers en spierverslappers. Soms krijg je een korte verdoving. Ook een kortdurende sedatie genoemd. Als dit niet lukt, moet de heup operatief worden teruggezet.

Hoe de behandeling verder gaat, hangt af van de oorzaak van de luxatie. Is het snel na de operatie gebeurd, dan krijg je soms een brace om je heup. Deze draag je 6 weken dag en nacht. Dit voorkomt dat de heup weer uit de kom gaat. Zo krijgen je spieren en banden tijd om sterker te worden.

Als het probleem in de prothese zit, kan een operatie nodig zijn. Een deel van de prothese wordt dan vervangen.

Complicaties

De belangrijkste complicatie na een heupluxatie is een tweede luxatie. De prothese gaat dan opnieuw uit de kom.

De kans op een tweede luxatie is 20 procent als de eerste luxatie snel na de operatie gebeurde. Bij een late luxatie (langer dan 3 maanden na de operatie) is de kans meer dan 30 procent.

Leefregels

De volgende leefregels helpen voorkomen dat je heup weer uit de kom gaat. Houd je hier 6 weken aan:

• Vermijd bukken, hurken en je bovenbenen kruisen.
• Doe alle oefeningen zelf en met eigen spierkracht.
• Zit niet op een te lage stoel.
• Draai stapsgewijs als je staat.
• Gebruik één kan van de trapleuning bij het traplopen.
• Trap op: eerst het niet-geopereerde been, dan het geopereerde been en de kruk.
• Trap af: eerst de kruk en het geopereerde been, dan het niet-geopereerde been.

Controle

Na je opname kom je nog een aantal keren terug voor controle:

• Controle 6 tot 8 weken na je opname. De physician assistant of orthopedisch chirurg doet de controle.
• Prothese-controle 1 jaar na de prothese-plaatsing. Voor deze controle maak je eerst een röntgenfoto. De physician assistant of orthopedisch chirurg doet daarna de controle.

Vragen?

Heb je nog vragen na het lezen van deze folder? Neem dan gerust contact op met de polikliniek orthopedie: 0413 - 40 19 71 (8.00 - 17.30 uur).