Skip to Content

Hoe werkt de trombosedienst?

Als je antistollingsmedicijnen krijgt, is het nodig dat je bloed regelmatig wordt gecontroleerd. Dat doet de trombosedienst. Hoe dat werkt vertellen we in deze folder.

De trombosedienst is een regionale dienst. Wij werken in de regio van de gemeentes Maashorst, Meierijstad en Oss. Je huisarts of specialist verwijst je door naar de trombosedienst. Het kan ook zijn dat je na een ziekenhuisopname naar de trombosedienst gaat. Jouw verwijzer geeft je medische gegevens door aan de trombosedienst.

Misschien krijg je van de arts die jou naar ons doorstuurt een eerste hoeveelheid antistollingstabletten voorgeschreven. Het kan ook zijn dat de antistollingsbehandeling begint na je eerste afspraak met de trombosedienst.

Wat kan de trombosedienst voor jou betekenen?

Je komt bij ons terecht omdat je trombose hebt gehad of de kans op trombose verhoogd is. Het is de taak van de trombosedienst om jou te begeleiden en je bloed te controleren. Daarom kom je regelmatig naar een van onze prikposten om bloed te laten prikken. Wij bepalen dan de stollingstijd; dat noemen we de INR waarde.

INR staat voor International Normalized Ratio. Het is een internationale standaardwaarde die aangeeft hoe snel bloed stolt. Hoe lager de INR waarde is, hoe sneller je bloed stolt. Meer informatie kan je vinden op de website van de Trombosestichting: www.trombosestichting.nl

De waarde van de stollingstijd bepaalt de hoeveelheid (dosering) medicijnen die je krijgt. Stolt bloed te snel dan heb je meer kans op bloedstolsels. Stolt het te langzaam dan duurt het te lang voordat een bloeding stopt.

Welke prikpost?

Wij hebben in de hele regio prikposten. Uiteraard in Bernhoven, maar ook in gezondheidscentra, wijkgebouwen van de Thuiszorg, dorps- of gemeenschapshuizen en verpleeg- of verzorgingshuizen. Vaak is er een prikpost niet al te ver van waar je woont. Je kiest zelf je prikpost. Houdt er rekening mee dat de regionale prikposten niet iedere dag en de gehele dag open zijn. Je moet altijd een afspraak maken voor het bloedprikken, klik hier om een afspraak te maken.

Als het nodig is kan een medewerker van de trombosedienst jou thuis komen prikken. Je huisarts of specialist neemt hier dan contact over op met de trombosedienst. Komt de trombosedienst bij jou aan huis dan is dat altijd in de ochtend tussen 7.30-12.00 uur.

Wat gebeurt er na het prikken?

Je wordt in de vinger geprikt en de INR wordt ter plekke bepaald. Je kunt zelf meteen zien wat de uitslag is. Is deze uitslag te hoog of te laag geef dan aan de prikster door wat je denkt dat de oorzaak zou kunnen zijn. Bijvoorbeeld: tabletjes vergeten, niet helemaal fit, andere medicijnen etc.

De uitslag bepaalt de hoeveelheid antistollingsmedicijnen die je de komende tijd moet gebruiken. Op de doseerkalender kan je zien wanneer je weer geprikt moet worden. De afspraak waar en hoe laat je wordt verwacht staat op de doseerkalender. Als het nodig is dat je aan huis geprikt wordt dan staat er wanneer je weer thuis geprikt wordt.

Je kunt bij de trombosedienst vragen om een inkijkfunctie. Je kunt dan zelf online in het dossier van Porta Vita kijken. Daarin staat je doseerschema en je volgende prikdatum.

Er is altijd een kans dat je medicijngebruik voor antistolling moet worden aangepast. Daarom vragen we je om op de dag dat je bent geprikt tussen 12.00 – 17.00 uur telefonisch bereikbaar te zijn. Als de dosering moet worden aangepast kunnen we dit direct aan je doorgeven.

Doseringskalender

Je krijgt van ons een doseringskalender waarop precies staat hoeveel tabletten je per dag moet innemen. De nieuwe doseringskalender krijg je de dag na het prikken per post. Krijg je geen nieuwe kalender, dan ga je door met de dosering die je al had. Heb je hier vragen over dan kun je contact opnemen met de trombosedienst.

Op de doseringskalender staat de volgende informatie:

  • Je naam
  • Je patiëntennummer en geboortedatum.
  • De naam van het antistollingsmedicijn (=anticoagulans).
  • De uitslag van de stollingstijd van je bloed (de INR-waarde).
  • Je instellingsniveau (=streefgebied). Dit zijn twee stollingstijdwaarden (een minimale waarde en een maximale waarde) waartussen de uitslag van de stollingstijd van je bloed behoort te liggen.
  • De datum van de eerst volgende controle.
  • Het aantal tabletten per dag staat weergegeven voor de periode vanaf de eerste dag na de bloedafname tot en met drie dagen na de volgende bloedafname.

Belangrijk:

  • Neem de tabletten steeds op hetzelfde tijdstip in (bij voorkeur rond 18.00 uur of rondom de avondmaaltijd) en streep het aantal tabletten door op de doseringskalender als je deze ingenomen hebt.
  • Breng bij ieder bezoek aan de prikpost je doseringskalender mee.
  • Zorg dat je op de dag van bloedprikken tussen 12.00 en 17.00 uur telefonisch bereikbaar bent.
  • Geef altijd door dat je antistollingstabletten gebruikt als je arts nieuwe of andere medicijnen voorschrijft, je een operatie of een andere medische ingreep krijgt of als je een ingreep bij de tandarts krijgt.
  • Als je behandelend arts aangeeft dat je kunt stoppen met het gebruik van de antistollingstabletten, vraag dan een schriftelijke bevestiging hiervan en stuur deze naar trombosedienst@bernhoven.nl

Hoe stellen we het aantal antistollingstabletten vast?

Dat hangt af van de stollingstijd. Je behandelend arts geeft aan hoe sterk je bloed "verdund" moet worden. We kennen twee soorten instellingswaarden:

  1. lage intensiteit: streefgebied INR: 2.0 – 3.0
  2. hoge intensiteit: streefgebied INR: 2.5 – 3.5

Als de INR waarde bij de controles telkens binnen het streefgebied blijft, wordt de tijd tussen de controles steeds langer. Is je bloed te ‘dik’ of te ‘dun’ dan moet je eerder op controle komen. Dat is om de kans op trombose of bloedingen te verkleinen. Overigens zegt het aantal keren dat je op controle moet komen en de hoeveelheid tabletten niets over de ernst van je aandoening.

Behalve een afwijkende waarde zijn er andere zaken die belangrijk kunnen zijn om vaker te controleren, bijvoorbeeld bloedneuzen, blauwe plekken, ziektes of andere medicijn die je gebruikt.

Neem geen aspirine of andere pijnstillers waar aspirine inzit, behalve als je arts dit voorschrijft. Je kunt wel paracetamol gebruiken. Gebruik je paracetamol langer dan 2 weken en/of in hoge dosering (dat wil zeggen meer dan 6 tabletten van 500 milligram per dag) vertel dit aan de trombosedienst. Het is belangrijk dat je doorgeeft als je vitamines gebruikt. Deze kunnen invloed hebben op de antistollingsbehandeling. Dat geldt voor alle zogenoemde ‘zelfzorgmedicijnen’, dus medicijnen die je zonder recept bij de drogist kunt kopen.

Antistollingstabletten:

en alcohol

Kijk uit met alcohol. Beperk het gebruik ervan.

en zwangerschap

Gebruik je antistolling tijdens de zwangerschap dan kan dat schadelijk zijn voor het kind. Wil je zwanger worden en je gebruikt antistollingstabletten, bespreek dit met je behandelend arts.

Wanneer neem je contact op met de trombosedienst?

  • Ben je om 18.00 uur je tabletten vergeten, neem ze dan alsnog voor 23.00 uur in. Kom je er de volgende ochtend achter dat je een tablet bent vergeten, neem deze dan niet in, maar neem contact op met de trombosedienst.
  • Neem zodra het kan, zo snel mogelijk contact op met je huisarts én de trombosedienst als je grote blauwe plekken hebt, je urine donker is, je poep bijna zwart is, je bloedverlies hebt tussen menstruaties door, bloedverlies na de menopauze, flinke bloeding van je neus, je bent gevallen of een ongeval hebt meegemaakt.
  • Moet je worden behandeld door de tandarts of mondhygiënist en je krijgt een ingreep als tand trekken of ingrepen waarbij je kunt gaan bloeden, geef dat een week voor de afspraak bij tandarts/mondhygiënist aan ons door. Dat geldt trouwens ook voor andere ingrepen op polikliniek of bij huisarts waarbij je kunt gaan bloeden.
  • Krijg je nieuwe medicijnen of verandert de hoeveelheid, geeft dit door aan de trombosedienst.
  • Word je in het ziekenhuis opgenomen, geef dit door aan de trombosedienst.
  • Heb je koorts, moet je overgeven, heb je diarree of zijn er andere dingen anders in je gezondheidstoestand, laat het ons meteen weten.
  • Ga je verhuizen, krijg je een ander telefoonnummer, een nieuwe huisarts of zorgverzekeraar, geef dit aan ons door.
  • Ga je op vakantie geef het door, je krijgt dan een brief mee in de taal van het land waar je heen gaat. In die brief staan de laatste bloeduitslagen, doseringsadviezen en waarom je behandeld wordt. Zo nodig heeft de trombosedienst informatie over verschillende buitenlandse controleadressen.

Jouw privacy

We zijn heel zuinig op jouw privacy. Onze medewerkers hebben een beroepsgeheim. Alleen als jij toestemming geeft mogen wij gegevens delen en dan alleen met collega’s die bij jouw behandeling betrokken zijn. Het delen van gegevens gebeurt volgens de voorschriften van de WGBO (Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst).

Op onze prikposten lukt het niet altijd om de privacy te bewaren. Wil je iets in vertrouwen vertellen, spreek dan met onze medewerker af dat zij/hij je later thuis terugbelt.

Heb je een klacht, zeg het ons

Mocht je onverhoopt niet tevreden zijn over ons, bespreek dit dan met ons. Vind je dat lastig dan kun je iemand van PatiëntService van Bernhoven inschakelen Op de website van Bernhoven vind je meer in de folder ‘Klachtenprocedure in Bernhoven’.

Heb je nog vragen?

Heb je nog vragen na het lezen van deze folder neem dan contact op. De trombosedienst is bereikbaar op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 8.00-17.00 uur via telefoonnummer 0413 – 40 30 00 of via email trombosedienst@bernhoven.nl. Mocht je buiten de bovenstaande tijden een vraag hebben die niet kan wachten tot de volgende dag kan je ook bellen naar telefoonnummer 0413 - 40 30 00.