Hoortoestel
Een hoortoestel
Algemeen
Uit onderzoek is gebleken dat u in een bepaalde mate slechthorend bent. Uw behandelend arts heeft met u gesproken over de wenselijkheid van een hoortoestel en heeft u verwezen naar een audicien. Bij de audicien krijgt u eerst een hoortoestel ‘op proef’, om u te laten ervaren wat een hoortoestel voor u kan betekenen. In deze folder vindt u informatie over gehoorverlies, de verschillende hoortoestellen, de proefperiode en de vergoeding van een hoortoestel.
Hoe werkt het oor?
Geluid is een trilling. De oorschelp vangt deze trilling op en geeft hem door aan de gehoorgang. In de gehoorgang bevindt zich het trommelvlies. Het trommelvlies begint te trillen en geeft zo het geluid door aan het middenoor. In het middenoor zitten de gehoorbeentjes: hamer, aambeeld en stijgbeugel. Deze gehoorbeentjes komen in beweging en geven de trilling door aan het binnenoor. Het binnenoor bestaat uit het slakkenhuis en het evenwichtsorgaan. Het slakkenhuis is een soort buisje dat opgerold is in de vorm van een slakkenhuis. In dit buisje zit vloeistof die door de trilling van de stijgbeugel ook in trilling wordt gebracht. Door het trillen van de vloeistof worden vervolgens haarcellen, die zich in de wand van het slakkenhuis bevinden, geprikkeld. De haarcellen prikkelen op hun beurt de gehoorzenuw. Via de gehoorzenuw worden signalen doorgegeven aan die gedeelten van de hersenen waar gewaarwording van geluid en spraak / taal plaatsvindt.
Wat is slechthorendheid
Sommige mensen denken ten onrechte dat slechthorendheid alleen betekent dat mensen geluiden niet meer hard genoeg horen. Vaak echter zijn er ook andere klachten:
- De andere geluiden worden vervormd. Sommige geluiden klinken doffer, terwijl andere weer scherper klinken.
- Het oor wordt extra gevoelig voor harde geluiden, waardoor deze als pijnlijk kunnen worden ervaren.
- Meer last van omgevingslawaai. Bijvoorbeeld op feestje, vergaderingen, achtergrondmuziek.
- Verminderd vermogen om de richting van het geluid te bepalen. M.a.w. men weet niet waar het geluid vandaan komt.
Soorten slechthorendheid
Er kunnen zich drie verschillende soorten afwijkingen voordoen:
- Bij afwijkingen in het uitwendige oor of in het middenoor worden de geluiden niet goed doorgegeven aan het slakkenhuis. Er wordt dan gesproken over geleidingsverlies. De geluiden klinken dan zachter.
- Bij afwijkingen in het slakkenhuis of de gehoorzenuw wordt gesproken over perceptieverlies. De geluiden klinken dan niet alleen zachter, maar kunnen ook enigszins vervormd worden. Harde geluiden kunnen daardoor pijnlijk of onaangenaam zijn.
- Van een gemengd verlies spreekt men wanneer er zowel een geleidingsverlies als ene perceptieverlies is.
Sociale gevolgen van slechthorendheid
Gehoorverlies is onzichtbaar en wordt daardoor niet altijd door anderen begrepen. Dit kan er voor zorgen dat men moeite heeft om sociale of collegiale contacten te onderhouden. Veel mensen met een gehoorverlies ervaren gevoelens van onzekerheid, geïsoleerd zijn of frustratie. Andere mensen raken vaak geprikkeld omdat ze hun woorden vaak moeten herhalen.
Behandeling van gehoorverlies
Door middel van een gehooronderzoek (toon- en spraakaudiometrie) wordt bepaald welk gehoorverlies u heeft. Tevens wordt er bekeken wat de ernst is en bij welke toonhoogte uw klachten optreden.
Daarna bekijkt de KNO-arts in overleg met u wat in uw geval de beste mogelijkheden zijn om uw gehoorverlies te behandelen. In zekere gevallen wordt u geadviseerd één of twee hoortoestellen te proberen.
Hoortoestellen
Hoe werkt een hoortoestel?
Een hoortoestel is een hulpmiddel waarmee geluid wordt versterkt en doorgegeven aan het niet meer goed functionerende oor.
Er zijn vele soorten en gradaties van gehoorverlies. Sommige mensen horen de lage tonen niet meer goed, terwijl anderen juist de hoge tonen niet meer goed horen. Omdat er verschillende soorten gehoorverlies bestaan, zijn er ook verschillende soorten hoortoestellen. In het algemeen dienen hoortoestellen echter allemaal om het geluid te versterken. Ze bestaan in principe allemaal uit een microfoon die het geluid opvangt, een versterker die het geluid versterkt en een telefoon (luidspreker) die het geluid doorgeeft.
De verschillende soorten hoortoestellen
De verschillende soorten hoortoestellen hebben allemaal hun eigen kenmerken: sommige versterken met name de hoge tonen, andere versterken weer de lage tonen. Daarnaast verschillen de toestellen in de hoeveelheid versterking die ze kunnen geven. Hoortoestellen die maar weinig versterken zijn alleen geschikt voor mensen met licht gehoorverlies. Het spreekt vanzelf dat hoortoestellen met een groot versterkend vermogen geschikt zijn voor mensen met een groot gehoorverlies.
Er is een aantal typen te onderscheiden:
- diep in de gehoorgang (CIC)
Geschikt bij lichte tot middelmatige slechthorendheid en voldoende ruimte in de gehoorgang. - in de gehoorgang (MIHO)
Geschikt bij gemiddelde slechthorendheid en voldoende ruimte in de gehoorgang. - achter het oor (AHO)
geschikt bij alle soorten van slechthorendheid. - achter het oor (AHO) met "open aanpassing")
Dit is een klein model AHO met een universeel klein siliconen oorstukje (een parapluutje of oorspeentje) voor licht tot middelmatige slechthorendheid.
Het kiezen van een hoortoestel
Voor een goede keuze van een hoortoestel is het belangrijk om te weten in welke verschillende situaties u hulp bij het horen of verstaan wilt, alleen verstaan in een tweegesprek? Ook onderdrukken van harde geluiden? Horen van zachte geluiden? Verstaan in gezelschap?
Bij uw keuze zijn ook andere zaken van belang. Denk bijvoorbeeld aan de eigen financiële bijdrage in de aanschafkosten of de vraag of u een voorkeur heeft voor een ‘in het oor-‘of ‘achter het oor toestel’.
Behandeling van gehoorverlies met een hoortoestel
Een hoortoestel en dan…..
Wanneer in overleg met u besloten is dat één of twee hoorapparaten voor u de beste mogelijkheid biedt om uw gehoorverlies te behandelen, zal uw KNO-arts een proefaanpassing aanvragen en u een voorschrift meegeven voor de audicien. Een audicien is een deskundige op het gebied van hoortoestellen. De audicien geeft uitleg en advies over de verschillende hoortoestellen, maakt een afdruk voor het oorstukje, levert het hoortoestel en stelt het af. U krijgt het hoortoestel mee om het uit te proberen. De audicien begeleidt het hele proefproject.
De proefperiode duurt doorgaans twee maanden en is nodig om het hoortoestel precies af te stemmen op uw gehoorverlies. Door middel van regelmatige bezoeken aan de audicien wordt tijdens de proefperiode het hoortoestel op basis van uw wensen en / of klachten afgesteld. Als dat nodig is, duurt de proefperiode langer dan twee maanden.
Als het niet lukt om binnen een aantal bezoeken aan de audicien tot een goede afstelling te komen, overleg dan met uw audicien of een ander hoortoestel wellicht een betere oplossing voor u is. Bespreek dit voordat de proefperiode is afgelopen. Geef dan ook aan dat u een voor een eventueel ander toestel opnieuw een hele proefperiode wil afspreken.
Als het nodig is (omdat u bijvoorbeeld slecht ter been bent), kan de proefaanpassing ook bij u thuis plaatsvinden.
Resultaat
Een hoortoestel kan u helpen om geluiden beter te horen en mogelijk daardoor ook gesprekken beter te verstaan. In hoeverre dit slaagt, is afhankelijk van een groot aantal factoren. Een belangrijke factor bent u zelf. Horen doet een mens van nature, maar alle begin is moeilijk. Een baby hoort wel, maar kan nog niet gericht luisteren. Dat moet worden geleerd en dat kost tijd en inspanning. Voor het gebruik van één of twee hoortoestellen geldt hetzelfde: horen met versterking moet worden geleerd. Aan een hoortoestel moet u wennen.
Ondanks alle mogelijkheden moet u er rekening mee houden dat alle hoortoestellen hun beperkingen hebben en dat zij nooit zo goed werken als een normaal werkend oor. Met name in een situatie met veel omgevingslawaai is de gehoorwinst beperkt. Houdt u er verder rekening mee dat u moet wennen aan de geluiden en stemmen zoals die klinken via een hoortoestel.
Aankoop van het hoortoestel
Na de proefperiode kunt u tot aankoop van het hoortoestel overgaan. De proefaanpassing verplicht u tot niets! Wanneer het hoortoestel naar tevredenheid functioneert en u besluit het toestel te kopen, stuurt de audicien enkele meetgegevens en een beoordelingslijst naar de KNO-arts. Soms kan het nodig zijn dat u eerst nog een bezoek brengt aan de KNO-arts, zodat deze de aanpassing kan controleren.
Vergoeding door de zorgverzekeraar
Samen met de audicien zorgt de KNO-arts voor de financiële afhandeling van de aankoop van het hoortoestel via uw zorgverzekeraar. Van de audicien krijgt u de rekening voor het gedeelte van de kosten dat niet vergoed wordt door de zorgverzekeraar, het betreft uw eigen bijdrage. (Het is mogelijk dat u via een aanvullend pakket recht heeft op een extra vergoeding. Dit moet u zelf met uw zorgverzekeraar regelen).
Om in aanmerking te komen voor de basisvergoeding door uw zorgverzekeraar gelden een aantal voorwaarden: uw gehoorverlies moet een minimale omvang hebben, het hoortoestel moet naar behoren functioneren en u moet tevreden zijn met het bereikte resultaat. Voor een duurder hoortoestel betaalt u een hogere eigen bijdrage, maar dit verschilt per zorgverzekeraar. Uw audicien kan u informeren over de verschuldigde eigen bijdrage per toestel.
Soms is het mogelijk een extra aanvullende vergoeding te krijgen via de bijstandsregeling in uw gemeente. Ook dit moet u zelf regelen.
Het is wettelijk geregeld dat kinderen onder de zestien jaar voor therapie van slechthorendheid met hulp van een hoortoestel recht hebben op een verwijzing naar een audiologisch centrum.
Vragen
Wanneer u na het lezen van deze folder vragen heeft, neem dan gerust contact op met uw audicien of eventueel met de polikliniek KNO-heelkunde.
Telefoonnummer: 0413 - 40 19 47. Route 020.
Aanvullende informatie
Voor meer algemene informatie over slechthorendheid en hoortoestellen kunt u terecht op de website van de Nederlandse Vereniging voor KNO-heelkunde: www.kno.nl
Daarnaast is er de Nederlandse Vereniging voor Slechthorenden (NVVS). De NVVS is een vereniging voor mensen met hoorproblemen. De vereniging geeft voorlichting, organiseert lotgenotencontact en komt op voor de belangen van mensen met hoorproblemen.
Telefoonnummer: 030 - 261 76 16 / website: www.nvvs.nl