Skip to Content

Liesbreukbehandeling

Samen met je huisarts is vastgesteld dat jij een liesbreuk hebt. In Bernhoven heb je een afspraak op de polikliniek gemaakt om te kijken of jij een operatie nodig hebt voor je liesbreuk.

Algemeen

Als je een flyer hebt gekregen om gebruik te maken van de keuzehulp van PATIENT+, adviseren wij deze keuzehulp helemaal door te lezen en volledig in te vullen. Ga daarvoor naar www.keuzehulp.info/login en toets je pincode in, die vindt je aan de voorkant van de flyer.
Als je vragen hebt over de keuzehulp kun je contact opnemen met de polikliniek chirurgie van Bernhoven. Als je samen met je arts beslist dat je een operatie nodig hebt, lees je in deze folder hoe deze behandeling verloopt.

Wat is een liesbreuk?

Een breuk is een uitstulping van het buikvlies door een zwakke plek of opening in de buikwand. Bij een liesbreuk bevindt de uitstulping zich in de liesstreek. De breuk is herkenbaar als een zwelling in de lies. De opening of verzwakking in de buikwand kan ontstaan door aangeboren factoren of door uitrekking van de buikwand. Uitrekking kan spontaan ontstaan door bijvoorbeeld: zwaar tillen, toename in lichaamsgewicht, persen bij bemoeilijkte stoelgang, veel hoesten, enzovoorts. Bij verhoging van de druk in de buik (zoals bij staan, bij persen of hoesten) kan er meer buikinhoud in de uitstulping komen. De breuk wordt dan groter.

Wat gebeurd er als je een operatie nodig hebt?

De klachten van een liesbreuk kunnen variëren van een licht ongemak tot een zeurend of branderig gevoel en/of echte pijn in het gebied. Een liesbreuk verdwijnt nooit vanzelf en kan groter worden, wat kan leiden tot verergering van de klachten. Samen met je arts bepaal je of een operatie nodig is.

In uitzonderlijke gevallen kan de buikinhoud beklemd raken in de breuk, wat gepaard gaat met veel pijn. In dat geval is een spoedoperatie nodig.

Het stellen van de diagnose

Om een liesbreuk vast te stellen, zijn meestal geen ingewikkelde onderzoeken nodig. De arts kan de breuk vaak gemakkelijk vaststellen terwijl je staat. Als de breuk is geconstateerd, bespreekt de chirurg met jou hoe deze behandeld kan worden. Dit kan een operatie zijn, maar soms is het ook verstandig om eerst af te wachten.

De operatiedag

De operatie wordt meestal uitgevoerd in dagbehandeling, wat betekent dat je dezelfde dag nog naar huis gaat. Als je echter nog veel klachten hebt, kan de opname worden verlengd tot een korte opname.

Voorbereiding op de operatie

Er wordt met je een afspraak gemaakt voor het Preoperatief Poliklinisch Onderzoek (PPO). De anesthesioloog, de specialist die voor de verdoving zorgt, onderzoek je en bespreekt met je welke verdoving je krijgt. De operatie kan onder plaatselijke verdoving plaatsvinden, dat is de zgn. ruggenprik; of onder algehele verdoving. De folder 'Algemene informatie rondom anesthesie’ informeer je hier uitgebreid over. De anesthesioloog die je op het spreekuur PPO ontmoet, is niet altijd de arts die je tijdens de operatie verdooft.

Overzicht medicijnen

Neem bij een opname of polibezoek altijd een overzicht mee van de medicijnen die je op dit moment gebruikt. Dit kun je bij de apotheek halen. Als de arts medicatie wil voorschrijven, dan leest de arts in het overzicht welke medicijnen je al gebruikt. Zo voorkomen we dat je medicijnen voorgeschreven krijgt die niet goed met elkaar samengaan.

Het overzicht van medicijnen die je op dit moment gebruikt wordt bij de apotheek een actueel medicatieoverzicht genoemd. Hier wordt ook de afkorting AMO voor gebruikt. Lees op deze pagina de veel gestelde vragen over het AMO.

Opname

Tijdens je verblijf in het ziekenhuis wordt je opgenomen op het ambulant centrum op de afdeling dagbehandeling of short stay. Op die afdeling krijg je van de verpleegkundige informatie over de opname en het ontslag.

Nuchter

Op het PPO spreekuur wordt je geïnformeerd over wat te doen met eten en drinken tijdens de dag van de operatie.

Niet vergeten!

  • geldig identiteitsbewijs
  • de medicijnen die je gebruikt.
  • regel iemand die je ophaalt na de operatie. Door de verdoving mag je niet zelf aan het verkeer deelnemen.

De operatie

Tijdens de operatie maakt de chirurg een snee ter plaatse van de breuk. De buikinhoud die klem zit in de breuk wordt teruggeduwd in de buikholte. Vervolgens wordt de opening in de buikwand of de zwakke plek in de buikwand verstevigd. Dit gebeurt met behulp van een kunststof "matje" dat vastgehecht wordt aan de weefsels van de buikwand. Dit kunststofmateriaal is veilig en wordt goed door het lichaam geaccepteerd. De huid en de onderhuidse lagen worden na de ingreep met oplosbare hechtingen gesloten. Na de operatie wordt u op de uitslaapkamer wakker, erna wordt je weer teruggebracht naar de verpleegafdeling. Je mag na enkele uren naar huis mits je zelf goed voelt en de verpleegkundige dit verantwoord vindt. Meestal heb je na de operatie (eerste 24 uur) nog enige tijd pijn in het operatiegebied en vaak ook wat verhoging. Je kunt voor de pijn gerust pijnstillers innemen. Je krijgt de instructies van de verpleegkundige op de afdeling.

Controle

Als alles naar wens verloopt, hoef je niet meer terug te komen voor controle. Meestal krijg je een belafspraak.

Complicaties

Zoals bij elke operatie bestaat er een geringe kans op trombose, longontsteking, bloeding of infectie (dik en rood worden van het wondgebied). Een bloeding kun je na enkele dagen herkennen als een blauwe verkleuring rondom het wondgebied, soms tot de penis en balzak bij mannen en grote schaamlippen bij vrouwen. Dit is niet verontrustend. Heel zelden (in minder dan 1 procent van de operaties) komt het voor dat in de loop van de tijd een nieuwe breuk ontstaat. Omdat in het operatiegebied enkele zenuwen lopen en bij de man ook nog de zaadstreng, is een beschadiging of irritatie van deze structuren door littekenweefsel denkbaar. Deze complicatie treedt zelden op. De consequenties hiervan zijn gevoelloosheid of juist een blijvende pijnklacht rond het wondgebied. Als gevolg van schade aan de zaadstreng, of aan een bloedvat naar de zaadbal kan de zaadbal kleiner en gevoelloos worden (zeer zeldzaam).

Naar huis

Werkhervatting

Bespreek met je specialist wat de gevolgen van je aandoening of behandeling voor je werk zijn. De specialist kan je bedrijfsarts informeren over de ingreep. Hiervoor is wel jouw toestemming nodig.

De bedrijfsarts helpt jou bij het terugkeren naar je werk. Het is daarom belangrijk dat de bedrijfsarts weet wat er speelt. Geef deze informatie al vóór de operatie door, of zo snel mogelijk daarna. Zo kun je samen goede afspraken maken over je terugkeer naar het werk

Adviezen voor thuis

  • Soms is het nuttig om de eerste dagen na de operatie het wondgebied te ondersteunen met uw hand bij drukverhoging zoals hoesten, niezen en persen.
  • In principe mag u alles doen op geleide van pijn.Als de pijn toeneemt kunt u beter de betreffende activiteit stoppen.
  • Als u twijfels heeft bij uw herstel na de operatie, mag u altijd een afspraak maken op de polikliniek Chirurgie.
  • U mag niet zwemmen of in bad. Douchen mag wel (na 24 uur).
  • Luister naar uw lichaam. Til geen zware dingen (>10 kg). Na 4 tot 6 weken mag dit weer en kunt u alle werkzaamheden hervatten.

Wat te doen bij problemen thuis?

Heb je na je thuiskomst uit het ziekenhuis klachten van welke aard dan ook? Je kunt hierbij onder meer denken aan:

  • De wond wordt roder en meer opgezet
  • Koorts
  • Als de pijn 6 weken na de operatie nog niet weg is. Maak bij voorkeur een afspraak met de chirurg die je ook geopereerd heeft.

Heb je nog vragen?

Heb je na het lezen van deze folder nog vragen over de operatie, stel deze gerust op de dag van de behandeling. Ook kun je telefonisch contact opnemen met de polikliniek chirurgie.

  • Polikliniek chirurgie: 0413 - 40 19 59 (tijdens kantooruren)
  • Heb je buiten kantoortijden vragen of problemen, neem dan contact op met het centrale telefoonnummer van Bernhoven: 0413 - 40 40 40. Op grond van je vragen wordt beoordeeld welke actie verder nodig is.

Mocht het onverhoopt nodig zijn dat je naar de spoedeisende hulp van Bernhoven komt? Volg bij het ziekenhuis dan de borden 'Spoedpost'.

Wachtlijstbemiddeling

Als je klachten erger worden terwijl je al op de wachtlijst staat, bel dan met de polikliniek waar je onder behandeling bent. Je behandelend arts kan dan overleggen en besluiten of je al dan niet eerder moet worden geopereerd.