Lumbale laminectomie
Het verwijderen van rugwervelbogen in verband met vernauwing van het wervelkanaal (kanaalstenose).
Binnenkort wordt je in Bernhoven opgenomen voor een lumbale laminectomie in verband met kanaalstenose. In deze folder lees je informatie over deze operatie en krijg je een aantal richtlijnen en adviezen die kunnen bijdragen aan een sneller herstel.
Wat is een lumbale laminectomie?
Een laminectomie is het verwijderen van één of meerdere wervelbogen om ruimte te creëren voor de zenuwwortels. Lumbale laminectomie wil zeggen dat het de wervelbogen van de lendenwervels (onderrug) betreft. De wervelbogen worden (deels) verwijderd omdat het wervelkanaal vernauwd is geraakt door artrose (kalkafzetting) van de wervels. Door veroudering wordt de wervelkolom minder flexibel en de bindweefselbanden, die de rugspieren aan de wervels hechten, verdikken. Hierdoor ontstaat een vernauwing in het wervelkanaal. De zenuwwortels en de zenuwen komen klem te zitten wat bij het lopen pijn, gevoelloosheid en zwakte in rug en benen kan veroorzaken.
Spreekuur Poliklinisch Preoperatief Onderzoek (PPO)
Op dit spreekuur heb je een gesprek met een doktersassistente, verpleegkundige en anesthesioloog en je krijgt instructies over voorbereidingen voor de narcose of ruggeprik. De keuze wordt in overleg met jou bepaald. Eventuele vragen over de verdoving kun je op het spreekuur PPO met de anesthesioloog bespreken.
Neem op deze afspraak je AMO medicatielijst mee. Deze kun je opvragen bij je apotheek. De anesthesievragenlijst vul je in en neem je mee op je afspraak.
De polikliniek preoperatief onderzoek is telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag tussen 08.30 - 17.00 uur via telefoonnummer 0413 - 40 13 60.
Wat regel je thuis voordat je wordt opgenomen
- Regel de hulp van een mantelzorger (mensen die, als dat nodig is tijdelijk voor je kunnen zorgen wanneer je weer thuis bent) om bijvoorbeeld huishoudelijke taken over te nemen.
- Je mag niet zelf naar huis rijden. Regel daarom van tevoren dat iemand anders je komt ophalen wanneer je weer naar huis wordt gebracht.
Nuchter zijn voor de operatie
Voor de operatie moet je vanaf een bepaalde tijd nuchter zijn, dat wil zeggen dat je een lege maag hebt. Lees meer hierover in de folder ‘Uitleg bij opname voor een operatie’. Deze krijg je tijdens het spreekuur poliklinisch preoperatief onderzoek (PPO). Houd je aan deze richtlijnen om de operatie door te kunnen laten gaan.
De operatiedag en opname
Je wordt 2 dagen in het ziekenhuis opgenomen. Op de dag van je operatie kom je 's ochtends nuchter naar het ziekenhuis, en meld je je op de afgesproken tijd op afdeling B2 west, route 260. Hier wordt je ontvangen door een verpleegkundige. Je krijgt op de afdeling operatiekleding aan. Het is niet toegestaan om tijdens de operatie eigen kleding te dragen. Je krijgt van de verpleegkundige op de afdeling een pijnstiller Nadien wordt je op je bed naar de voorbereidingskamer gereden. Op de voorbereidingskamer wordt een infuus in je arm ingebracht. Via dit infuus krijg je medicijnen en vocht toegediend.
De operatie
De operatie wordt uitgevoerd door een neurochirurg. Hij maakt in de huid van de rug een verticale snee op de plaats waar de zenuwwortels bekneld zijn. Als de lange rugspieren opzij geschoven zijn, worden de wervelbogen (deels) weggehaald. Ook de dikker geworden bindweefselbanden worden weggenomen. Overtollig weefsel dat het wervelkanaal vernauwt wordt ook weggehaald. Op deze manier komen de zenuwwortels weer vrij te liggen en kunnen de klachten afnemen.
Na de operatie
Na de operatie ga je naar de uitslaapkamer. Hier worden je bloeddruk, pols en ademhaling goed in de gaten gehouden. Zodra je weer goed wakker bent, ga je terug naar de verpleegafdeling. Als je weer op de verpleegafdeling bent, moet je, om bloedinkjes in de wond zoveel mogelijk tegen te gaan, 4 uur op je rug liggen. Je mag ook weer eten en drinken. De verpleegkundige controleert regelmatig je polsslag en bloeddruk. Bespreek met de verpleegkundige aan wanneer je pijn hebt of misselijk bent. Na 4 uur geeft de verpleegkundige uitleg over het in en uit bed komen, en mag je rustig in beweging komen (mobiliseren). In sommige gevallen heb je na de operatie een wonddrain in je rug. Dit dient ervoor om een eventuele ophoping van bloed in het operatiegebied te voorkomen. Doorgaans wordt deze drain 6 uur na de operatie verwijderd. Als de wonddrain te veel afloopt, wordt deze de volgende dag verwijderd. Ook moet je een keer hebben geplast. Gebeurt dit niet spontaan, dan wordt je blaas met een slangetje (katheter) geleegd. Je mag afwisselend op de linker- en op de rechterzijde gaan liggen. Als je hulp nodig hebt, helpen de verpleegkundigen.
Pijnbeleving
Rug
Na de operatie voel je pijn in de rug rondom de wond, waarvoor je pijnstillende medicijnen krijgt toegediend. De wond van de operatie kan enkele dagen tot weken gevoelig blijven. Bij sommige mensen duurt dit langer.
Been
Bij de meeste mensen is de pijn in het been / de benen de dag na operatie al wat minder. Het kan voorkomen dat je in de eerste weken na de operatie nog pijn in de benen voelt. Deze pijn kan per dag wisselen en wordt meestal veroorzaakt door nog bestaande irritatie van de zenuwen. Een zenuw die bekneld heeft gezeten heeft langere tijd nodig om te herstellen (afhankelijk van de duur en aard van de beknelling kan dit weken tot maanden duren). Soms ontstaan er in de eerste of tweede week na operatie (meer) dove of tintelende gevoelens in de benen. Dit komt door tijdelijke irritatie / zwelling van de zenuw als gevolg van de operatie. Dit hoort daarna weer af te nemen.
Zwelling
Soms treedt er een zwelling op van de wond. Dit wordt meestal veroorzaakt door wat wondvocht. Deze zwelling verdwijnt binnen 2 tot 3 maanden.
Het herstel
De dag na de operatie
Vandaag mag je met ontslag. Afhankelijk van de uitgebreidheid van de operatie en je eigen lichamelijke toestand, kan het zijn dat je nog een dag langer dient te blijven. De verpleegkundige controleert en verzorgt de wond. Zitten moet je zoveel mogelijk vermijden. Je mag jezelf verzorgen in de badkamer.
Ontslag
Voordat je naar huis gaat, heb je nog een gesprek met de verpleegkundige. Hij/zij maakt een controleafspraak (datum ongeveer 6-8 weken na de operatie) bij de neurochirurg. Ook krijg je zorginstructies mee.
Wond
Om de wond zo goed mogelijk te laten genezen, is het belangrijk om de eerste 3 weken niet in bad te liggen. De wond is meestal gesloten met hechtpleisters. Je mag deze zelf verwijderen 7 dagen na operatie (dit gaat het makkelijkst door de pleisters wat nat te maken).
Fysiotherapie
Wij raden aan het natuurlijk herstel af te wachten, en niet onmiddellijk te beginnen met zeer inspannende oefeningen. De wond dient eerst te genezen. Indien nodig kun je 6-8 weken na operatie starten met fysiotherapeutische begeleiding. In principe na de poliklinische controle bij de neurochirurg.
Mogelijke complicaties
Zoals bij elke operatie, kunnen complicaties optreden:
- Nabloeding;
- Een verminderde kracht en gevoel in een bepaald deel van een been of voet. Dit is meestal van tijdelijke aard en herstelt meestal vanzelf;
- Lekkage van hersen- en ruggenmergvloeistof;
Nabloeding
Een nabloeding komt zeer zelden voor. Als de wond zeer dik en pijnlijk wordt in één van de eerste dagen na de operatie of als de wond lang bloed of bloederig vocht blijft lekken, kan er sprake zijn van een nabloeding. Soms kan, als gevolg van een nabloeding, druk op de zenuwen ontstaan. Hierdoor kun je pijn, tintelingen, een doof gevoel en/of verlies van kracht in het been ervaren.
Wondproblemen
- Infectie van de wond: dit kan het geval zijn als het litteken niet goed geneest of als steeds weer gelig vocht of pus uit de wond komt.
- Loslaten wondranden: als de wondranden een klein beetje loslaten, kan dit geen kwaad en groeit de wond gewoon weer dicht. Loslatende wondranden kunnen echter duiden op een beginnende infectie. Als de wondranden over meer dan 1 centimeter loslaten dan moet u contact opnemen.
Lekkage hersenvocht
Lekkend hersenvocht treedt op bij een paar procent van de geopereerde patiënten. Het komt het vaakst voor als iemand al eerder geopereerd is aan de rug. Het kan ontstaan omdat het vlies om de zenuw(en), dat soms heel erg dun is, als gevolg van het vrijmaken van de zenuw, een kleine beschadiging oploopt. Hierdoor kan vocht, dat zich om de hersenen, ruggenmerg en zenuwen bevindt, gaan lekken. Dit is meestal maar een heel klein beetje. Indien mogelijk wordt de beschadiging gehecht, anders wordt het op een andere wijze dichtgemaakt. Vaak is het gaatje zo klein dat je er geen last van zult hebben. In sommige gevallen kan de wond na de operatie helder vocht blijven lekken, dan moet je contact opnemen.
Wanneer moet je contact opnemen?
Als je één van de volgende symptomen heeft, moet je contact opnemen:
- onhoudbare pijn in rug of been;
- abnormale zwelling van de wond;
- wondranden over meer dan 1 centimeter loslaten
- pus uit de wond;
- koorts;
- toenemend krachtsverlies aan één of beide benen;
- verschijnselen van incontinentie (het ongemerkt laten lopen van de plas of ontlasting zonder dat je daar invloed op hebt gehad);
Lichamelijke zorg en wondzorg
Wassen
De eerste 3 weken mag je niet in bad. De wond mag nat worden onder de douche. Probeer zo min mogelijk zeep over de wond te laten stromen in verband met irritatie van de wond.
Toiletgang
Doordat je vanwege de operatie minder beweegt en pijnstilling gebruikt, heb je meer kans op het krijgen van verstopping/obstipatie. Hierbij kun je moeilijker ontlasting krijgen of kan de ontlasting voor langere tijd uitblijven en obstipatie te voorkomen, is het belangrijk dat je regelmatig beweegt, voldoende vocht tot je neemt (minimaal 1,5 tot 2 liter per dag) en vezelrijke voeding eet zoals granen, groente en fruit. Wanneer je langer als 3 dagen geen ontlasting hebt gehad of buikklachten ervaart, raden wij je aan om contact op te nemen met je huisarts.
Wond
De neurochirurg heeft de wond met hechtpleisters gesloten (tenzij anders vermeld), deze mogen na 7 dagen worden verwijderd. Het kan zijn dat deze al eerder loslaten, dat is geen probleem. Verwijderen gaat het makkelijkst door de pleisters wat nat te maken. Wanneer je met ontslag naar huis gaat en de wond droog is, hoeft hier geen pleister meer op.
Adviezen voor thuis
Algemeen
Het herstel na een laminectomie kan per patiënt anders verlopen. Normaal gesproken krijg je in de weken na de operatie steeds minder last en kun je meer gaan doen. Voor een optimaal herstel is het nodig dat je steeds meer gaat doen en normale functie gaat vragen van alle weefsels van de rug. Toch kun je nog niet alles doen. Het duurt maanden voor de spieren in je rug weer helemaal sterk zijn. Vooral in de eerste zes weken na ontslag is je rug minder belastbaar. Je moet dan ook goed (leren) luisteren naar je eigen lichaam en je activiteiten aanpassen aan wat je aankan.
Bij pijn in je rug of been kun je het beste van houding veranderen of kortdurend te gaan liggen op je rug of zij. Bij toenemende klachten kan het nodig zijn dat je het rustiger aan doet of een bepaalde activiteit nog moet vermijden. Je kunt tot tenminste drie maanden na de operatie nog zenuwirritatie en verschijnselen in bil en/of been merken. Dit is normaal. Dit geldt ook voor de hele wervelkolom, zeker als die lang niet op een normale manier gebruikt is, of als je deze lang moest ontzien vanwege de klachten. Hieronder staan enkele richtlijnen om activiteiten, zoals lopen, zitten op te bouwen. Door het doen van deze activiteiten bevorder je het herstel.
Lopen
De eerste dagen na je operatie is het goed om regelmatig te gaan liggen. Het is belangrijk dat je de duur en de frequentie van het liggen afbouwt. In deze periode is het verder beter om te lopen in plaats van te zitten. Loop regelmatig korte afstanden en bouw dit rustig op in tijd en afstand. Draag tijdens het lopen stevige schoenen.
Zitten
Zitten geeft wat meer belasting voor je rug en rugspieren. Daarom is het af te raden om de eerste dagen veel te gaan zitten. Als je gaat zitten, doe dit dan maximaal 15 minuten aaneengesloten. Zit goed rechtop op een stoel met rugleuning, niet onderuitgezakt op een bank. Zorg ervoor dat je voeten goed op de grond steunen. Gebruik eventueel een voetensteuntje.
Liggen
Zorg dat je niet op een bed ligt of slaapt die doorzakt. Eventueel kun je planken of een spaanplaat onder de matras aanbrengen.
Fysiotherapie
Wij raden aan het natuurlijk herstel af te wachten, en niet onmiddellijk te beginnen met zeer inspannende oefeningen. De wond dient eerst te genezen. Indien nodig kun je 6-8 weken na operatie starten met fysiotherapeutische begeleiding. In principe na de poliklinische controle bij de neurochirurg.
Huishoudelijke werk
Het doen van licht huishoudelijke werkzaamheden, zoals afwassen, koffiezetten, tafel dekken etc., kun je enkele dagen na je operatie weer hervatten.
Bukken en tillen
Vooroverbukken is een zware belasting voor de rug. Vermijd deze beweging door met een rechte rug te hurken om iets van de grond op te rapen. Dit geldt ook voor tillen. De eerste twee weken na je operatie raden wij tillen af. Tillen is altijd een extra belasting voor de rug en daarom is het beter tillen, voor zover mogelijk te vermijden. Maak waar mogelijk gebruik van hulpmiddelen. Mocht het niet anders kunnen til dan met een rechte rug en begin met lichte lasten. Gaat dit goed dan mag je geleidelijk aan meer tillen, maar houd rekening met bovenstaande.
Douchen
De eerste 3 weken mag je niet in bad. De wond mag nat worden onder de douche. Probeer zo min mogelijk zeep over de wond te laten stromen in verband met irritatie van de wond.
Fietsen
Na ongeveer 6 weken kun je gaan fietsen. Je dient bij voorkeur op een asfaltweg te gaan fietsen. Bouw dit rustig op in afstand en tijd.
Autorijden
Als na de eerste 6 weken van je operatie de kracht van de been- en voetspieren normaal is, mag je zelf autorijden.
Traplopen
Zo min mogelijk traplopen. Het liefst 1 x per dag de trap op en 1 x per dag de trap af.
Sporten
De eerste 6 weken na de operatie mag je niet sporten, met uitzondering van zwemmen. Zwemmen mag op zijn vroegst 3 weken na de operatie, wel moet de operatiewond dicht zijn. Wissel buik- en rugzwemmen af. Bespreek tijdens de controle afspraak met de neurochirurg hoe jij het beste het sporten weer kunt herstarten.
Weer aan het werk
Bij de eerste controle, meestal 6 tot 8 weken na de operatie, overleg je met de neurochirurg over wanneer en hoe je weer aan het werk kunt gaan. Sommige werksituaties zijn zodanig dat je al eerder weer kunt gaan werken. Overleg dit met de bedrijfsarts. Bouw het aantal uren dat je werkt wel rustig op. Het meest ideale werk is dat waarbij je steeds van houding kunt veranderen; zitten, staan, lopen. Zoek binnen je eigen werk naar mogelijkheden om zo veel mogelijk in houding te variëren.
Beweegschema
Laminectomie | Zitten | Lopen |
week 1 | 3x 15 minuten tijdens eetmoment |
6X per dag 5 minuten, op geleide van pijnklachten en vermoeidheid |
week 2 | 3x 15 minuten tijdens eetmoment | 7X per dag 10 minuten lopen op geleide van pijnklachten en vermoeidheid |
week 3 | 3x 15 minuten zitten | 7X per dag 15 minuten lopen op geleide van pijnklachten en vermoeidheid |
week 4 | 7x 20 minuten zitten | Maximaal 7X per dag 20 minuten lopen op geleide van pijnklachten en vermoeidheid |
week 5 | 7x 30 minuten zitten | Maximaal 7X per dag 30 minuten lopen op geleide van pijnklachten en vermoeidheid |
week 6 | 7x 45 minuten zitten | Lopen opbouwen naar kunnen op geleide van pijnklachten en vermoeidheid |
Algemene adviezen
- Luister naar wat je rug aangeeft.
- Let op je houding tijdens zitten, staan en wandelen. Probeer zoveel mogelijk een rechte rug aan te nemen.
- Pijn geeft vaak aan dat je een verkeerde houding hebt aangenomen of te veel hebt gedaan.
- Na verstappen, uitglijden en dergelijke, treedt weleens pijn in de rug en/of het been op. Gedoseerde bedrust geeft meestal snel beterschap.
Heb je nog vragen?
Als je na het lezen van deze folder nog vragen hebt, stel ze dan tijdens je verblijf in het ziekenhuis aan de behandelend arts of de verpleegkundige van de afdeling.
Als je na ontslag uit het ziekenhuis nog vragen hebt, neem dan tijdens kantooruren contact op met de polikliniek neurologie: 0413 - 40 19 53.
Heb je buiten kantoortijden vragen of problemen, neem dan contact op met het centrale telefoonnummer van Bernhoven: 0413 - 40 40 40. Op grond van jouw vragen wordt beoordeeld welke actie verder nodig is.