Operatie aan het uiteinde van het sleutelbeen
Operatie aan uiteinde sleutelbeen wordt in medische termen laterale clavicula resectie genoemd.
In overleg met jouw behandelend arts heb je besloten dat bij je een operatie aan het sleutelbeen gewricht (acromioclaviculaire gewricht) wordt uitgevoerd. Deze operatie wordt in medische termen ook wel laterale clavicularesectie of AC-resectie genoemd. De ingreep wordt gedaan door de orthopedisch chirurg. In deze folder lees je hoe deze operatie in Bernhoven verloopt.
Het sleutelbeen gewricht
Het acromio claviculair gewricht, ook wel het AC gewricht genoemd, is de verbinding tussen sleutelbeen (clavicula) en acromion, deel van schouderblad (scapula). Het is een belangrijk gewricht voor de beweeglijkheid van de arm en schoudergordel.
Oorzaken
Zowel het uiteinde van het sleutelbeen als het schouderdak (acromion) bevat een klein gewrichtsvlakje met een laagje kraakbeen. Het AC gewricht is op den duur gevoelig voor slijtage (arthrose) van het kraakbeen. Hierdoor komen beide boteinden tegen elkaar. Slijtage (AC arthrose) ontstaat meestal tussen 40-60 jaar en kan veel pijn veroorzaken bij dagelijkse activiteiten. Meestal treden deze klachten op bij bovenhandse activiteiten. Dan is de druk op dit gewricht het grootst. Mensen die veel bovenhands tillen hebben een groter risico voor het ontwikkelen van AC arthrose. De oorzaak kan ook een val in het verleden op de schouder zijn geweest.
Met de nodige rust en ontstekingsremmers kan de pijn weer verdwijnen. Eventueel kan een injectie in het sleutelbeen gewricht worden gegeven. De slijtage zal er niet door weg gaan. De klachten kunnen wel weg blijven, ook als er weer meer belast gaat worden. Er zijn heel veel mensen met slijtage van dat gewricht, zonder dat ze klachten hebben.
In geval van arthrose (gewrichtsslijtage) is er sprake van blijvende verandering van het gewricht. Op de röntgenfoto’s wordt een versmalling van het gewricht en veelal botwoekeringen gezien
Klachten
Veel voorkomende klachten zijn:
- Pijn rond het uiteinde van het sleutelbeen
- Uitstralende pijn naar elleboog of nek
- Nachtelijke pijn bij het liggen op de schouder
- Pijn bij het voor het lichaam langs bewegen van de arm
De ingreep: laterale clavicularesectie
Een laterale clavicularesectie betekent letterlijk weghalen van het buitenste eind van het sleutelbeen. (lateraal = buitenste uiteinde, clavicula = sleutelbeen). Tijdens de operatie wordt ongeveer twee millimeter van het uiteinde van het sleutelbeen verwijderd.
De orthopedisch chirurg maakt een huidsnede over de bovenzijde van de schouder en legt het acromioclaviculaire gewricht vrij van de omliggende weefsels. Daarna haalt de chirurg een stukje van ongeveer twee millimeter van het buitenste uiteinde van het sleutelbeen. Een litteken ontstaat. Dit vormt een brug tussen de twee uiteinden. Hierdoor kan het gewricht weer druk verdragen en geen pijnklachten meer veroorzaken.
Resultaat
Vóór de operatie is niet goed in te schatten hoelang de totale herstelperiode duurt. Bij de ene patiënt verloopt het herstel wat langzamer dan bij de ander.
Lichte administratieve werkzaamheden kunnen veelal na drie weken weer worden gedaan, autorijden is veelal na zes weken weer mogelijk. Zwaar lichamelijk werk is pas vaak na een periode van zes tot twaalf weken mogelijk. Schouderbelastende sporten kunnen meestal na meer dan zes weken pas worden hervat.
Ongeveer 80 tot 90 procent van de patiënten heeft na drie tot zes maanden een goed operatieresultaat.
Hoe bereidt je jezelf voor?
Opname
Voor deze operatie wordt je één dag opgenomen op de dagbehandeling, routenummer 140, of op de verpleegafdeling B2 - West / Short-stay, routenummer 260. Opname planning informeert je over de datum waarop je wordt opgenomen. Ook wordt met je een afspraak gemaakt voor het spreekuur PPO (Preoperatief Poliklinisch Onderzoek). Op dit spreekuur heb je een gesprek met een doktersassistente, een verpleegkundige en met de anesthesioloog (= de specialist die voor de verdoving zorgt).
Actueel medicatieoverzicht (AMO) meenemen voor jouw eigen veiligheid
Wat is een AMO?
AMO staat voor actueel medicatieoverzicht. Het is dus een overzicht van de medicijnen die je op dat moment gebruikt.
Waarom een AMO?
Als jouw arts medicijnen wil voorschrijven, leest de arts in jouw AMO welke medicijnen je al gebruikt. Zo voorkomen we dat je medicijnen voorgeschreven krijgt die niet goed combineren met andere medicijnen.
Hoe kom ik aan mijn AMO?
Jouw apotheker print voor je een AMO uit. Vertel jouw apotheker ook als je medicijnen gebruikt zonder recept zoals pijnstillers, vitamines, anticonceptie pil of St. Janskruid en meld ook allergieën.
Ik heb nieuwe medicijnen gekregen. Hoe kom ik aan een aangepast AMO?
Tijdens jouw ziekenhuisopname, polikliniekbezoek of bezoek aan jouw huisarts kan jouw medicijngebruik zijn veranderd. Let er op dat wijzigingen van medicatie of nieuwe gegevens in uw overzicht worden opgenomen door jouw apotheker.
Wanneer neem ik mijn AMO mee?
Zorg dat je het overzicht altijd bij hebt als je naar de specialist gaat. Dan kan de specialist zien of eventuele nieuwe medicijnen samengaan met medicijnen die je al hebt. Neem het ook mee als je naar de tandarts gaat.
Hoelang is je AMO geldig?
Het document is maximaal drie maanden geldig maar dient bij iedere wijziging in de medicatie tussentijds opnieuw te worden vervangen. Jouw apotheek kan het actuele medicatie overzicht verstrekken.
Belangrijk
Wanneer je vlak vóór de ziekenhuisopname puistjes, vlekken of andere huidafwijkingen in het operatiegebied ontdekt, neem dan contact op met jouw behandelend arts.
Verhinderd
Wanneer je bent verhinderd voor de operatie, neem dan tijdig contact op met opname planning om dit door te geven. Er wordt dan een nieuwe afspraak voor je gemaakt.
Telefoonnummer: 0413 - 40 19 17
Dag van de operatie
Voorbereiding
Je krijgt een speciaal operatiehemd aan en een mutsje op. Je mag je onderbroek aan houden. Het is niet toegestaan om tijdens de operatie andere eigen kleding te dragen.
Je krijgt van de verpleegkundige op de afdeling een pijnstiller en eventueel een slaapmiddel ter voorbereiding op de ingreep.
Daarna wordt je op jouw bed naar de voorbereidingskamer gereden. Op de voorbereidingskamer wordt een infuus in jouw arm ingebracht. Hierdoor krijg je medicijnen en vocht toegediend.
Verdoving
De operatie gebeurt onder plaatselijke verdoving in combinatie met algehele verdoving. Dit betekent dat alleen de schouder en de arm gevoelloos worden gemaakt en dat je tijdens de operatie slaapt. De verdoving wordt toegediend met een injectie in je hals. Het doel van de plaatselijke verdoving is vooral verlichting van de pijn na de operatie.
De operatie
De operatietafel wordt in de zogenaamde strandstoelpositie geplaatst. De betreffende schouder wordt gedesinfecteerd en steriel afgedekt. Er wordt een snee van 4-5 cm gemaakt in de huid boven het sleutelbeen gewricht. Het daaronder liggende gewrichtskapsel wordt geopend waarna een paar millimeter van het uiteinde van het sleutelbeen wordt verwijderd. Hierna wordt de wond in lagen gesloten en een pleister op de huid geplakt. De huidhechting is onderhuids. Deze hoeft later niet te worden verwijderd.
Duur
De operatie duurt ongeveer een half uur.
Complicaties
Bij alle operaties kunnen complicaties optreden. Zo zijn er ook bij deze operatie de normale risico's op complicaties van een operatie, zoals: trombose, longontsteking, nabloeding en wondinfectie. Gelukkig komen deze weinig voor. Daarnaast is er een meer specifiek ingreepgebonden complicatie mogelijk.
Wanneer de schouder, als gevolg van pijn na de operatie, onvoldoende bewogen kan worden, is het mogelijk dat de schouder vast gaat zitten (= frozen shoulder).
Na de operatie
- Na de operatie kom je op de uitslaapkamer en wordt je door een verpleegkundige naar de verpleegafdeling gebracht.
- In je arm zit een infuus. Als je niet misselijk bent en je hebt al wat gedronken en gegeten, verwijdert de verpleegkundige het infuus.
- Na de operatie krijg je op de afdeling een sling (= een bandage die extra steun geeft).
- Als je na de operatie pijn hebt, kun je aan de verpleegkundige een pijnstiller vragen.
Fysiotherapie
Je mag daags na de operatie starten met de slingeroefeningen en vervolgens met de opbouwend belaste oefeningen die in deze folder staan. Na ontslag kun je onder begeleiding van jouw eigen fysiotherapeut verder revalideren. Het is raadzaam om die eerste afspraak alvast te maken voordat je opgenomen wordt, zodat je in de week na de operatie kunt starten.
Naar huis
Wanneer
Je gaat in principe aan het einde van de dag van de operatie naar huis. Je maakt zelf een afspraak voor een controlebezoek op de polikliniek Orthopedische chirurgie en je krijgt een verwijsbrief voor fysiotherapie, hieraan zit ook het operatie verslag.
Weer aan het werk
Wat de gevolgen van jouw aandoening en/of de behandeling voor jouw werk zijn, kun je met jouw specialist overleggen. De specialist kan jouw bedrijfsarts informeren over de ingreep. Om je privacy te beschermen is jouw toestemming nodig voor overleg tussen jouw specialist en jouw bedrijfsarts. De bedrijfsarts is degene die je begeleidt bij de terugkeer naar je werk. Daarom is het belangrijk dat jouw bedrijfsarts op de hoogte is van jouw aandoening of behandeling. Het is goed om de bedrijfsarts al vóór de operatie, of in ieder geval zo snel mogelijk daarna te informeren. Dat maakt het gemakkelijker om tot goede afspraken met jouw bedrijfsarts te komen.
Adviezen voor thuis
- Omdat het sleutelbeen gewricht lange tijd geïrriteerd is geweest, is het van belang dat het de tijd krijgt te herstellen. De sling die je hebt gekregen, moet je de eerste 2 weken na de operatie (dag en nacht) dragen. Bij het wassen van de oksel en het uitvoeren van de oefeningen kun je de sling afdoen.
- Pijnklachten na de operatie kun je verlichten door regelmatig (gedurende ongeveer 15 minuten) een ijspakking op de schouder te leggen.
- De eerste zes weken na de operatie mag je zeker niet duwen, trekken, tillen en steunen.
- Wanneer in de komende weken de pijn afneemt, mag je de arm geleidelijk meer bewegen.
- Schouderbelastende sporten of werkzaamheden mag je pas na minimaal 6 weken, en afhankelijk van jouw klachten, hervatten
Oefeningen
De oefeningen mogen geen toename van pijn veroorzaken en moeten rustig worden uitgevoerd. Als de pijn het toelaat, is het wenselijk onderstaande oefeningen minstens drie maal daags uit te voeren.
1. Laat jouw arm ontspannen slingeren in alle richtingen. Deze oefeningen kun je het beste doen wanneer je iets voorovergebogen staat met de andere hand steunend op de tafel. Doe deze oefening ongeveer 1 minuut. | ||
2. Buig de arm 90º en houd de elleboog in de zij. Vanuit deze positie beweeg je de onderarm afwisselend naar binnen en buiten. Herhaal de oefening 10 maal. |
||
|
||
3. Met behulp van de andere hand beweeg je de gebogen arm rustig omhoog. Let hierbij goed op dat de schouder laag en ontspannen blijft (eventueel voor de spiegel oefenen). De oefening kan ook liggend of met behulp van een katrol uitgevoerd worden. Herhaal de oefening 10 maal. | ||
4. Leg de hand van de geopereerde arm op tafel en laat de hand over de tafel schuiven, eventueel met twee handen. Doe dit op geleide van de pijn 30 tot 60 seconden. | ||
5. Strek de geopereerde arm met behulp van je andere arm en (eventueel) de stok naar achter. Herhaal de oefening 10 maal. |
Problemen thuis
Wanneer jouw schouder de eerste dagen na de operatie rood wordt of je hebt veel pijn, neem dan contact op met de polikliniek orthopedie/chirurgie. Buiten kantooruren bel je met de receptie van het ziekenhuis, telefoonnummer: 0413 - 40 40 40.
- Polikliniek orthopedie: 0413 - 40 19 71
- Receptie Bernhoven: 0413 - 40 40 40
Moet je naar de spoedeisende hulp van Bernhoven? Volg bij het ziekenhuis dan de borden 'Spoedpost Bernhoven'.
Vragen
Wanneer je na het lezen van deze folder nog vragen hebt, kun je gerust contact opnemen met jouw behandelend arts of de afdeling fysiotherapie.
- Afdeling fysiotherapie: 0413 - 40 19 35