Operatie van een buikwandbreuk
In deze folder lees je wat een buikwand- of navelbreuk is. De medische term hiervoor is hernia umbilicalis of hernia epigastrica. Je leest welke klachten er kunnen zijn, hoe de buikwandbreuk ontstaat en hoe deze behandeld kan worden. Het is belangrijk te weten dat de behandeling van de breuk afhangt van je persoonlijke situatie. Als je geen klachten hebt, hoeft de breuk vaak niet behandeld te worden.
Wat is een buikwandbreuk?
Een buikwandbreuk is een zwakke plek in de buikwand waardoor vetweefsel en soms ook darmen door de huid naar buiten puilen. Dit kan in of rond de navel ontstaan, wat we een navelbreuk noemen, of op een andere plek in de buikwand, wat we een buikwandbreuk noemen. De navel of buikwand ziet er daardoor uit als een bult. Deze breuk ontstaat door een verhoogde druk in de buikholte, vaak samen met een zwakke plek in de buikwand. Dit kan komen door bijvoorbeeld zwangerschappen, overgewicht of zwaar lichamelijk werk. Omdat de navel de dunste laag van de buikwand is, kan daar door die verhoogde druk een breuk ontstaan. De inhoud van de breuk bestaat meestal uit vetweefsel, maar kan bij grotere breuken ook uit een deel van de darmen bestaan.
Welke klachten kun je hebben?
Een buikwandbreuk hoeft geen klachten te geven, maar kan bij een beklemming wel pijnlijk zijn. Klachten die je kunt krijgen zijn ongemak, een zeurend of branderig gevoel en pijn in dat gebied. Soms wordt de bobbel platter als je gaat liggen of als je er tegen duwt. Een breuk verdwijnt nooit vanzelf en kan groter worden. Daardoor kunnen de klachten erger worden. Soms raakt de breuk bekneld, wat veel pijn kan veroorzaken en een spoedoperatie nodig maakt. Dit risico is klein en op zich geen reden voor een operatie. Om een breuk vast te stellen, zijn meestal geen ingewikkelde onderzoeken nodig. De chirurg kan de breuk bij je vaststellen terwijl je staat. Wanneer een breuk is vastgesteld, bespreekt de chirurg met jou hoe de breuk het best kan worden behandeld. Soms is een operatie nodig.
Hoe bereid je je voor op een operatie?
Als bij jou een operatie nodig is, is het belangrijk om je hierop goed voor te bereiden. Als je bloedverdunnende medicijnen gebruikt, meld dit dan aan de arts. Dit geldt ook als je aspirine gebruikt. De anesthesist geeft uitleg over de verdoving tijdens de operatie.
Bij deze operatie wordt je opgenomen op de dagbehandeling. Meestal ga je op dezelfde dag als de operatie weer naar huis. Als je na de operatie nog ernstige klachten hebt, kan het zijn dat je een extra nacht moet blijven. Ook maken we een afspraak met je voor het spreekuur PPO (Preoperatief Poliklinisch Onderzoek).
Preoperatief Poliklinisch Onderzoek (PPO)
Voor jouw operatie zal de verdoving worden toegediend door de anesthesioloog, de specialist die verantwoordelijk is voor de verdoving. Voordat de operatie onder verdoving kan plaatsvinden, zijn er enkele voorbereidingen nodig. Deze vinden plaats tijdens het spreekuur Preoperatief Poliklinisch Onderzoek, kortweg PPO. Tijdens dit spreekuur heb je achtereenvolgens een gesprek met een doktersassistente, verpleegkundige en anesthesioloog.
Actueel Medicatie Overzicht (AMO)
Het is belangrijk om bij een opname of polikliniekbezoek altijd een overzicht mee te nemen van de medicijnen die je op dit moment gebruikt. Dit overzicht kun je bij de apotheek verkrijgen. Wanneer de arts medicatie wil voorschrijven, kan hij of zij in dit overzicht zien welke medicijnen je al gebruikt. Zo voorkomen we dat je medicijnen krijgt voorgeschreven die niet goed samengaan. Het overzicht van jouw huidige medicatie wordt in de apotheek aangeduid als een Actueel Medicatieoverzicht (AMO). Meer informatie hierover vind je op de pagina over het AMO.
De behandeling
De breuk wordt hersteld door middel van een operatie. Hoe geopereerd wordt, hangt af van hoe groot de breuk is. Normaal vindt de operatie plaats via een snee in de buik op de plek van de breuk. Bij een kleine breuk wordt de buikinhoud teruggeduwd en de breuk gesloten met hechtingen. Bij een grotere breuk wordt een kunststof matje gebruikt om de opening te verstevigen en te sluiten met hechtingen. Het hechtmateriaal lost vanzelf op. Soms is een kijkoperatie mogelijk. De arts kijkt dan in de buik via een smal buisje en er is maar een kleine snede nodig. Bij de kijkoperatie techniek wordt altijd een kunststof matje gebruikt dat met een soort nietjes vastgezet wordt. Je kunt een beeldverslag van deze ingreep bekijken op de website www.heelmeester.nl.
Complicaties
Elke ingreep kan complicaties met zich meebrengen. Zo zijn er ook bij deze operatie risico’s zoals trombose, longontsteking, nabloeding of wondinfectie. Een bloeding herken je na enkele dagen aan een blauwe verkleuring in het wondgebied. Daar hoef je niet ongerust over te zijn, de verkleuring verdwijnt vanzelf. Bij een wondinfectie of als de wond niet goed geneest, kan opnieuw een breuk ontstaan. Soms is het nodig om een ingebrachte mat te verwijderen. Ook kan de breuk ondanks de operatie later terugkomen.
Na de operatie
Na de operatie is het operatiegebied pijnlijk. Er wordt vooraf pijnstilling met je afgesproken, maar geef het direct aan als je toch pijn hebt. Afhankelijk van de operatiemethode, de grootte van de operatie en individuele factoren, heb je nog enige tijd last van de wond. Dit bepaalt wanneer je je dagelijkse activiteiten kunt hervatten. Je mag tillen en bukken als dit gaat zonder veel pijn.
Weer naar huis
In de meeste gevallen kun je na deze operatie dezelfde dag nog naar huis. Alleen als er complicaties optreden, blijf je mogelijk een nachtje.
Adviezen voor thuis
- Vermijd sporten en tillen gedurende 6 weken, maar wandelen is wel toegestaan.
- Na 2 dagen mag je douchen, na 2 weken zwemmen en in bad.
- Na 2 weken kun je zelf de hechtpleisters verwijderen.
- Het kan enkele maanden duren voordat de wond van de operatie aanvoelt als een hard randje, dit is normaal.
- Als de wond dik en rood wordt en als je koorts krijgt boven de 38 graden, neem dan contact op met de polikliniek.
Problemen thuis
Bij aanhoudende koorts of een lekkende wond, neem dan contact op met het ziekenhuis. Dit kan tijdens kantooruren via de poli chirurgie en buiten kantooruren via de spoedeisende hulp.
- Polikliniek chirurgie: 0413 - 40 19 59 (tijdens kantooruren)
- Voor vragen of problemen buiten kantooruren, bel het centrale telefoonnummer van Bernhoven: 0413 - 40 40 40. Op basis van jouw vragen wordt bepaald welke verdere actie nodig is.
- Spoed? Neem dan contact op met de spoedeisende hulp: 0413 - 40 10 00 (buiten kantooruren)
Werken na de operatie
Als je wilt weten wat de gevolgen van jouw aandoening en/of behandeling zijn voor jouw werk, kun je hierover overleggen met je specialist. Jouw specialist kan contact opnemen met jouw bedrijfsarts om hem of haar te informeren over de ingreep. Voor overleg tussen jouw specialist en bedrijfsarts is jouw toestemming vereist om jouw privacy te waarborgen. De bedrijfsarts begeleidt jou bij de terugkeer naar werk. Daarom is het belangrijk dat de bedrijfsarts op de hoogte is van jouw aandoening of behandeling. Het is aan te raden om de bedrijfsarts vóór de operatie, of zo snel mogelijk daarna, te informeren. Dit vergemakkelijkt het maken van goede afspraken met jouw bedrijfsarts.
Controle
Ongeveer 10 tot 14 dagen na de operatie kom je naar de polikliniek chirurgie voor controle. Als alternatief kan er een telefonische afspraak met je worden gemaakt, zodat je niet naar Bernhoven hoeft te komen.
Heb je nog vragen?
Heb je na het lezen van deze folder nog vragen? Stel deze dan gerust aan je chirurg of aan de verpleegkundige op de verpleegafdeling.