Orchidopexie (volwassenen)
In overleg met je arts krijg je binnenkort een ingreep aan de balzak om de niet ingedaalde zaadbal of een (terugkerende) draaiing van de zaadbal operatief te laten corrigeren. In deze folder lees je hoe deze behandeling in Bernhoven verloopt. Bijzondere omstandigheden kunnen aanleiding geven tot het wijzigen van de behandeling. Dit wordt altijd door de uroloog met je besproken.
Wat is een orchidopexie?
Orchidopexie is de medische naam voor een ingreep waarbij de niet ingedaalde zaadbal (testis) vanuit de lies naar de balzak (scrotum) verplaatst wordt.
De zaadballen ontwikkelen zich bij jongens tijdens de zwangerschap achterin de buikholte, in de buurt van de nieren. Ongeveer een maand voor de geboorte zijn de zaadballen via de lies in de balzak ingedaald. Normaal gesproken heeft een jongen bij de geboorte beide zaadballen in zijn balzak. Soms is dit niet het geval. Eén of beide zaadballen blijven dan in de onderbuik of in de lies zitten. Op latere leeftijd kunnen hierdoor problemen met de vruchtbaarheid ontstaan.
Zijn de zaadballen in het tweede levensjaar nog niet ingedaald, dan kan medisch ingrijpen wenselijk zijn door middel van een orchidopexie (het vastzetten van de bal in de balzak).
Soms dalen de zaadballen pas tijdens de pubertijd in. In de puberteit gaan de zaadballen het mannelijk hormoon (testosteron) en zaadcellen aanmaken. Voor de productie van normale zaadcellen horen de ballen in de balzak te zitten, waar de temperatuur wat lager is dan in de rest van het lichaam.
Ondanks een operatie op jonge leeftijd kan een normale functie van de oorspronkelijk niet-ingedaalde bal niet worden gegarandeerd. Vooral wanneer beide ballen niet zijn ingedaald, kan later sprake zijn van verminderde vruchtbaarheid.
Ook kan het gebeuren dat de zaadballen wel zijn ingedaald maar een draaiing doormaken (torsio). Dit kan door een arts, indien er niet te lang mee gewacht wordt, soms handmatig teruggedraaid worden en in sommige gevallen draait de zaadbal weer uit zichzelf terug. Het kan een terugkerend probleem zijn dat gepaard gaat met veel pijn. Hiervoor zou een orchidopexie (het vastzetten van de bal in de balzak) een oplossing kunnen zijn.
De oorzaak is niet altijd bekend. Omdat indaling pas laat (vanaf de zesde maand) in de zwangerschap plaatsvindt, komt het vaker voor bij te vroeg geboren jongetjes. Hoe de indaling precies verloopt, is nog niet helemaal bekend.
Hoe bereid je je voor?
-
Actueel medicatieoverzicht (AMO) Neem naar de afspraken in het ziekenhuis een actueel medicatieoverzicht mee. Dit heeft de specialist nodig om te weten welke medicijnen hij eventueel kan voorschrijven in combinatie met de medicijnen die je op dit moment gebruikt. Een AMO haal je op bij je eigen apotheek en is maximaal 3 maanden geldig.
-
Vertel aan de uroloog als je bloedverdunners gebruikt. In overleg met de uroloog zal dit zo nodig tijdelijk gestopt worden.
-
De ingreep vindt plaats onder narcose of met een ruggenprik. Om dit te bespreken wordt er een afspraak gemaakt voor het spreekuur PPO (Pre-operatief Poliklinisch Onderzoek). Op dit spreekuur heb je een gesprek met een doktersassistente, een verpleegkundige en met de anesthesioloog (de arts die voor de verdoving zorgt).
-
Op de dag van de ingreep kom je nuchter naar het ziekenhuis. Dit betekent dat je vanaf een bepaald tijdstip niets meer mag eten, drinken en roken. Op het spreekuur PPO krijg je te horen vanaf welk moment je nuchter moet zijn.
-
De ingreep vindt plaats op de operatiekamer.
-
De ingreep vindt meestal plaats in dagopname. Soms moet je 1 nacht blijven.
-
Regel vooraf vervoer naar huis. Je kan licht in het hoofd zijn door de verdoving, waardoor het niet verstandig is om zelf auto te rijden. Zorg ervoor dat er iemand met je meegaat of dat je na de ingreep opgehaald wordt. Rijd je na een verdoving toch zelf, dan ben je niet verzekerd bent als je een ongeluk krijgt.
Waar meld je je?
Op de dag van de ingreep meld je je volgens afspraak op de afdeling. Je krijgt vooraf te horen op welke route en hoe laat je jezelf mag melden.
Hoe verloopt de ingreep?
Tijdens de operatie maakt de uroloog een sneetje in de lies en onder in de balzak. Via deze sneetjes wordt de zaadbal opgezocht en vastgezet in de balzak. Dit kan eenzijdig (één zaadbal), maar ook voor beide zaadballen gebeuren. De sneetjes worden gehecht met oplosbare hechtingen.
De ingreep duurt ongeveer 30 tot 60 minuten.
Na de ingreep
-
Doe het op de dag van de ingreep rustig aan om een nabloeding te voorkomen.
-
Na de operatie kan je wat last hebben van hoofdpijn en/of misselijkheid. Deze klachten kunnen optreden door de slaapmedicatie die is toegediend, de klachten verdwijnen vrij snel (binnen enkele uren tot soms enkele dagen). Ook kan je last hebben van wat keelpijn, dit is van de tube die tijdens de operatie is ingebracht in de keel.
-
Als de verdoving is uitgewerkt, kan het gebied van de balzak en liezen pijnlijk worden. Hiervoor kun je een pijnstiller innemen (bijvoorbeeld paracetamol). Wacht bij pijnklachten niet te lang met het innemen van de pijnmedicatie.
-
Het is normaal dat het wondgebied de eerste weken na de operatie nog wat vaster aanvoelt dan voor de operatie, omdat ook de onderhuidse lagen gehecht zijn met hechtingen.
-
De dag na de ingreep mag de pleister verwijderd worden. Als de wond droog is hoeft er geen nieuwe pleister meer op. Je mag dan ook weer douchen. Soms zitten er papieren hechtpleisters (steristrips) op de wond. Laat deze zo lang mogelijk (10 dagen) zitten. Deze pleisters mogen nat worden.
-
Het advies is om na de ingreep 2 dagen een strakke onderbroek te dragen.
-
De hechtingen lossen vanzelf op na ongeveer 1 tot 3 weken.
-
De dag na de ingreep kun je weer lichte dagelijkse werkzaamheden oppakken.
-
Verricht de eerste week geen zware arbeid.
-
Het is verstandig de eerste week niet te ver te lopen, te bukken, zwaar te tillen en auto te rijden.
-
Ben de eerste 14 dagen voorzichtig met hoesten, persen en niezen.
-
Het is beter de eerste 14 dagen na de ingreep niet te zwemmen of in bad te gaan. De wond of wonden moeten eerst genezen zijn.
-
Het is verstandig de eerste 14 dagen na de ingreep niet te fietsen of te sporten.
-
Geslachtsgemeenschap wordt de eerste 14 dagen na de ingreep afgeraden.
-
Moest je stoppen met de bloedverdunners vanwege deze ingreep, dan kun je 3 dagen na de ingreep weer beginnen met het innemen van de bloedverdunners. Weet je niet zeker of dat dan al kan? Overleg dan met de polikliniek urologie.
Wat te doen bij problemen?
Neem in onderstaande situaties contact op met de polikliniek urologie:
-
Je krijgt koorts boven de 38.5 °C
-
De pijn neemt toe bij het gebruik van pijnstilling
-
Er ontstaat roodheid en/of zwelling in het operatiegebied
-
Bij een nabloeding van de wond
Controle
Bij ontslag krijg je een controleafspraak mee voor de uroloog.
Zijn er nog vragen?
Heb je na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan op werkdagen contact op met polikliniek urologie. Buiten kantooruren kun je bij vragen of problemen contact opnemen met de receptie.
-
Polikliniek urologie telefoon: 0413 - 40 19 68 (binnen kantooruren)
-
Receptie telefoon: 0413 - 40 40 40 (buiten kantooruren)