PICC-lijn: centrale katheter via de arm
Voor jouw behandeling is het nodig dat je medicijnen via je bloedvaten krijgt toegediend. Het kan ook zijn dat er regelmatig bloed bij je afgenomen moet worden voor onderzoek. Jouw bloedvaten kunnen hierdoor schade ondervinden, waardoor het steeds moeilijker kan worden om toegang tot een bloedvat te krijgen door middel van prikken. Om dit te voorkomen, wordt er bij jou in de arm een centrale katheter ingebracht. Dit noemen we ook wel een PICC-lijn.
PICC staat voor 'peripherally inserted central catheter' ofwel ‘perifeer ingebrachte centrale katheter’. PICC is een systeem waardoor jij je medicijnen op een veilige en minder pijnlijke manier krijgt toegediend. Daarnaast kan door dit systeem eventueel ook contrastvloeistof ingespoten worden als je een CT-scan moet ondergaan. De katheter kan maximaal twaalf maanden in je lichaam blijven zitten.
Hoe wordt de katheter ingebracht?
Voor het inbrengen van de katheter word je kortdurend opgenomen. Het inbrengen gebeurt door de anesthesist op een steriele manier op de operatiekamer. Steriel betekent ‘vrij van ziektekiemen’. De anesthesist die de katheter inbrengt, draagt daarom een operatieschort, mondmasker en steriele handschoenen.
Je krijgt de katheter ingebracht in een ader van je arm. Meestal wordt gekozen voor een ader op de bovenarm, iets boven de elleboogplooi. De katheter kan in beide armen worden ingebracht, bij voorkeur rechts. Bij het plaatsen wordt de insteekplaats verdoofd. Dit kan een onaangenaam gevoel geven. Het opschuiven van de katheter in je bloedvat is niet pijnlijk en mag niet gevoeld worden. De katheter wordt onder echogeleide ingebracht. Dat betekent dat het inbrengen in beeld gebracht wordt met behulp van een echoapparaat. Hierdoor kan direct gezien worden of de katheter op de juiste plaats zit.
Op de insteekplaats wordt een drukverband aangelegd om nabloeden te voorkomen. Dit wordt na een uur verwijderd. Na het inbrengen van de katheter wordt er nog een röntgenfoto gemaakt ter controle. Hierna ga je terug naar de verpleegafdeling. Na het verwijderen van het drukverband kun je naar huis.
Verzorging van de katheter
Als je in het ziekenhuis verblijft, dan verzorgt de verpleegkundige de katheter. Maar er is een grote kans dat je met een katheter naar huis gaat. De verzorging van de katheter moet wekelijks gebeuren. Iemand uit jouw omgeving kan dan leren om de katheter thuis te verzorgen, bijvoorbeeld je partner. De verpleegkundige geeft deze instructie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan wordt de thuiszorg ingeschakeld om deze zorg aan jou te verlenen.
Nadat de katheter is geplaatst, is een klein gedeelte van deze katheter buiten je lichaam zichtbaar. Hierop wordt een beschermend verband aangebracht, om de insteekopening van de katheter zo schoon mogelijk te houden. Ook voorkomt het verband dat bacteriën via de katheter je lichaam in kunnen gaan. De katheter wordt vastgezet en beveiligd door een speciale pleister, zodat deze als het ware is vastgeklemd. Elke keer na gebruik moet de katheter worden doorgespoten met een steriele zoutoplossing. Ook als de katheter even niet in gebruik is, moet deze wekelijks worden doorgespoten. De verpleegkundige zal je hierover instrueren.
Aandachtspunten
- Er mag uit de arm waar de katheter in geplaatst is alleen uit de katheter bloed worden afgenomen. Bloedafname via een prik in de aderen van deze arm is niet toegestaan.
- Ook het meten van de bloeddruk aan de arm waar de katheter is ingebracht is niet toegestaan.
- Je mag met de katheter gewoon douchen.
- Een bad nemen of zwemmen is niet toegestaan, tenzij je de arm droog houdt.
Wanneer moet je contact opnemen?
Neem in de volgende gevallen direct contact op met het ziekenhuis:
- Tekenen van infectie rondom de insteekopening: roodheid, zwelling, warmte, vocht, pijnlijkheid.
- Koorts > 38.5° C of koude rillingen.
- Zwelling van de arm of schouder.
- Geruis in het oor terwijl de medicatie gegeven wordt.
- Pijn tijdens het inspuiten.
- Barst in de katheter.
- Loslaten van het afsluitdopje.
- Als het onmogelijk is om de medicatie in te spuiten.
- Weerstand tijdens het inspuiten van de medicijnen, alsof je een soort tegendruk voelt.
- Tekenen van kortademigheid, hoesten, pijn ter hoogte van de borstkas en bewustzijnsverlies.
Aandachtspunten bij het onderhoud
- 1x per week de PICC lijn doorspuiten met 10cc Nacl 0,9% in een 10cc spuit, pulserend.
- 1x per week de Bionecteur (het afsluitdopje) vervangen.
Voorbeelden van een Bionecteur - 1x per week de transparante folie vervangen (Tegaderm).
- 1x per week de insteekopening verzorgen.
- 1x per drie weken de Grip-Lok pleister vervangen.
- Na toediening van medicatie de Xcela PASV PICC lijn pulserend doorspuiten met 10cc Nacl 0,9%.
Na toediening van contrast, parenterale voeding of bloedproducten (ook bij bloedafname) PICC lijn doorspuiten met 20cc Nacl 0,9 % pulserend in een 20cc spuit.
Bijzonderheden
Je krijgt van de arts die de PICC-lijn heeft ingebracht een kaartje mee waarop bijzonderheden vermeld staan. Draag dit kaartje altijd bij je om het desgevraagd te kunnen tonen. Als je een röntgenfoto moet laten maken waarbij contrastmiddel via de PICC-lijn wordt toegediend, zal de röntgenlaborante je vragen dit kaartje te laten zien.
Heb je vragen?
Op het kaartje dat je meekrijgt, staat genoteerd bij wie je telefonisch met jouw vragen terecht kunt.