Skip to Content

Sachse of Otis

Binnenkort kom je naar Bernhoven voor een Sachse of Otis. In deze folder lees je hoe deze ingreep in Bernhoven verloopt.

Wat is een Sachse of Otis?

De uroloog heeft een vernauwing van de plasbuis (urethrastrictuur) bij je geconstateerd.

Deze vernauwing kan verschillende oorzaken hebben:

  • je kunt lichamelijk aanleg voor een vernauwing hebben;
  • de plasbuis kan beschadigd zijn bij een ongeluk;
  • de plasbuis kan ontstoken zijn geweest;
  • als gevolg van het inbrengen van een katheter;
  • na een eerdere urologische ingreep via de plasbuis.

Door bovenstaande oorzaken kan er littekenweefsel in de plasbuis zijn ontstaan. Hierdoor is de doorgang vernauwd. Door de vernauwing op te heffen kun je weer normaal plassen.

Hiervoor snijdt de uroloog het littekenweefsel in. Dit kan de uroloog op twee manieren doen:

  1. Sachse

Bij deze ingreep gebruikt de uroloog een kijkinstrument om te zien waar hij het weefsel insnijdt. Dit gebeurt als de vernauwing diep in de plasbuis, vlakbij de prostaat zit.

  1. Otis

Bij deze ingreep snijdt de uroloog het weefsel ‘blind' in. Dit gebeurt als de vernauwing aan het begin of in het midden van de plasbuis zit.

sachse of otis

Hoe bereid je je voor?

  • Neem naar de afspraken in het ziekenhuis een Actueel Medicatie Overzicht mee. Dit heeft de specialist nodig om te weten welke medicijnen hij eventueel kan voorschrijven in combinatie met de medicijnen die je op dit moment gebruikt. Een AMO haal je op bij je eigen apotheek en is maximaal 3 maanden geldig.
  • Als je bloedverdunners gebruikt, vertel dit dan aan de uroloog. In overleg met de uroloog wordt dit zo nodig tijdelijk gestopt.
  • De ingreep gebeurt onder narcose of met een ruggenprik. Om dit voor te bereiden krijg je een afspraak voor het spreekuur PPO (Pre-operatief Poliklinisch Onderzoek). Op dit spreekuur heb je een gesprek met een doktersassistent, een verpleegkundige en met de anesthesioloog (de arts die voor de verdoving zorgt).
  • Je komt nuchter naar het ziekenhuis voor de operatie. Dit betekent dat je vanaf een bepaald tijdstip niets meer mag eten en drinken en niet mag roken. Op het spreekuur PPO krijg je te horen vanaf welk moment je nuchter moet zijn.
  • De ingreep is op de operatiekamer. Meestal blijf je 1 nacht in het ziekenhuis.
  • Vanaf 10 dagen vóór de ingreep mag je het gebied waar de ingreep plaatsvindt niet meer scheren/ontharen. Dit om te voorkomen dat je wondinfecties krijgt. Scheren veroorzaakt namelijk kleine wondjes waarin bacteriën zich kunnen nestelen en vermenigvuldigen.

Waar meld je je?

Op de dag van de ingreep meld je je volgens afspraak op de afdeling. Je krijgt van de afdeling opnameplanning te horen op welke route je je mag melden.

Hoe verloopt de ingreep?

Nadat de verdoving is toegediend, brengt de uroloog via de plasbuis een kijkinstrument in.

Dit is een hol buisje waardoor instrumenten kunnen worden ingebracht. Het kijkinstrument wordt ingebracht tot aan de vernauwing. Deze houdt de plasbuis open voor zover dat mogelijk is. Met een verschuifbaar mesje (urethrotoom) wordt de vernauwing ingesneden en de vernauwing opgeheven. Om de plasbuis open te houden na de ingreep, krijg je tijdelijk een blaaskatheter. Ook heb je na de ingreep een infuus in de arm, voor het toedienen van vocht.

De ingreep duurt 15 tot 30 minuten.

Na de ingreep

  • Meestal wordt de katheter de eerste dag na de ingreep verwijderd als de urine helder is. Je gaat weer zelf plassen.
  • Als het plassen goed gaat, mag je in de loop van de dag naar huis.
  • In sommige gevallen spreekt de uroloog af dat de katheter voor langere tijd moet blijven zitten. Je hoeft hiervoor niet in het ziekenhuis te blijven. Je krijgt in dat geval instructie van de verpleegkundige. Deze vertelt je hoe je hiermee thuis moet omgaan en waar je materialen kunt bestellen. Er wordt een afspraak met je gemaakt over wanneer de katheter er uit mag. Dit gebeurt meestal poliklinisch.
  • In het begin kan het plassen een branderig gevoel geven. Door goed te drinken (minimaal 2 liter per dag) verdwijnen deze klachten meestal snel.
  • Er kan wat bloed bij de urine zitten. Ook hierbij is het advies om goed te drinken.
  • De wond in de plasbuis moet nog genezen. Dit duurt ongeveer 6 weken.
  • Het is mogelijk dat je urine verliest. Dit is een tijdelijk probleem. Als dat nodig is kan er incontinentiemateriaal geregeld worden.
  • De eerste 3 weken mag je niet fietsen en geen inspannende arbeid verrichten of zware dingen (meer dan 10 kg) tillen.
  • De eerste 2 weken na de ingreep mag je geen geslachtsgemeenschap hebben.
  • Probeer zo weinig mogelijk te drukken en persen bij het krijgen van ontlasting.
  • Moest je stoppen met de bloedverdunners vanwege deze ingreep, dan kun je 3 dagen na de ingreep weer beginnen met het innemen van de bloedverdunners. Weet je niet zeker of dat dan al kan? Overleg dan even met de polikliniek urologie.

Mogelijke complicaties

  • Bloeding door een nachtelijke erectie. Dit bloeden gaat vanzelf weer over. Je kan met een schone zakdoek de bloeding wat dichtdrukken.
  • Een urineweginfectie. Dit kan ook nog enkele weken na de ingreep ontstaan.
  • Soms blijven vernauwingen terugkeren en is het noodzakelijk om opnieuw een vernauwing te voorkomen. Dit doe je door de doorgang van de plasbuis open te houden door middel van een katheter die wordt opgevoerd tot voorbij de vernauwing. Dit noemen we dilateren (verwijden). Mocht dit nodig zijn dan wordt deze handeling je aangeleerd door een urologieverpleegkundige.

Wat te doen bij problemen?

In onderstaande situaties is het verstandig contact op te nemen met de polikliniek urologie:

  • Als je helemaal niet meer kunt plassen
  • Als je koorts hebt boven de 38.5 C
  • Als je moeite hebt met plassen en het gevoel hebt de blaas niet goed leeg te kunnen plassen
  • Bij een sterk afnemende urinestraal
  • Als je aanhoudende pijn blijft houden onder pijnstilling
  • Als je hevig bloedverlies blijft houden na afdrukken, en of grote bloedstolsels uit plast

Controle

Ongeveer 6 weken na de ingreep heb je een controle-afspraak met een plastest (uroflowmetrie).

Zijn er nog vragen?

Heb je na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan op werkdagen contact op met de polikliniek urologie T 0413-401968.

Buiten kantooruren kun je bij vragen of problemen contact opnemen met de receptie van Bernhoven T 0413-404040.