Skip to Content

Totale knieprothese

Welkom in Bernhoven. Binnenkort onderga jij een operatie waarbij je een nieuwe knie krijgt. In Bernhoven doen we alles om jou deskundige en veilige zorg te bieden, in een omgeving waarin we je gastvrij ontvangen. Bernhoven ligt prachtig, grenzend aan natuurgebied de Maashorst in Uden. Wij geloven dat deze inspirerende omgeving bijdraagt aan jouw welzijn. In onze zorg werken we samen met huisartsen en andere zorgpartners om de zorg voor jou steeds beter te maken.

Inhoud

  1. Informatie knie-arthrosis
  2. De tijd van het bezoek aan de polikliniek tot aan je opname
  3. Je opname in het ziekenhuis tot en met de operatie
  4. Na je operatie
  5. Naar huis of revalideren
  6. Veel gestelde vragen over een knie-operatie
  7. Thuis en dan?

Belangrijke telefoonnummers

  • Polikliniek orthopedie 0413 - 40 19 71
  • Afdeling fysiotherapie 0413 - 40 19 35
  • Opname planning 0413 - 40 19 17
  • Verpleegafdeling orthopedie 0413 - 40 32 04
  • Receptie Bernhoven 0413 - 40 40 40 (na 17.00 uur en in het weekend)

Checklijst

  • Krukken, of een rollator als je die al gebruikt. (deze kun je lenen bij de thuiszorgwinkel)
  • Actueel medicatieoverzicht van de apotheek, mag niet ouder zijn dan één week!
  • Eigen medicatie meenemen in de originele doosjes.
  • Als je bloedverdunners gebruikt, graag je eigen doseringslijst meenemen van de trombosedienst.
  • Telefoonnummers van de contactpersonen.
  • Sokken, liefst die ruim zitten, om drukplekken op de hakken te voorkomen.
  • Soepel zittende kleding, na de operatie kan het zijn dat het been wat gezwollen is, dus een ruim zittende broek is dan gemakkelijk.
  • Gemakkelijk zittende stevige schoenen, liefst oudere schoenen die wat ruimer zijn, na de operatie zijn de voeten nog iets gezwollen. Denk aan sportschoenen, schoenen met een klittenband, of elastische veters.

Rapid recovery

Bernhoven gebruikt voor de revalidatie van je knieprothese een snel herstel programma dat 'Rapid Recovery' heet. Het doel is om zo snel mogelijk na de operatie te werken aan je herstel, waardoor een betere functie met minder complicaties bereikt kan worden. 'Rapid Recovery' is bewezen werkzaam en veilig, en streeft naar betere zorg waar je als patiënt door goede informatievoorziening actief bij betrokken wordt.

Snel en veilig herstel

Het programma is gericht op snelle en veilige mobilisatie, die direct na de operatie op de verkoeverkamer al start met het bewegen van uw benen. Je kan en mag het geopereerde been meteen op de dag van de operatie al belasten.

Goede pijnstilling

Tijdens de operatie zorgt de anesthesioloog voor goede pijnstilling en wordt er door de orthopedisch chirurg een grote hoeveelheid lokale verdoving ingespoten rondom het operatiegebied. Hierdoor heb je weinig tot geen pijn direct na de operatie.

Begeleiding door fysiotherapie

Op de afdeling ga je binnen 4 uur na de operatie met behulp van de fysiotherapeut uit bed en loop je al een paar pasjes op je kamer. Vervolgens wordt dit verder uitgebreid en mag je onder begeleiding lopen op de gang.

1. Informatie knie-arthrosis

1.1 Algemene informatie

De knie is een rol glijgewricht. Op het boven en onderbeen zit een laag kraakbeen dat ervoor zorgt, dat alles soepel en makkelijk beweegt. De voornaamste reden voor een totale knieprothese is slijtage.

Slijtage (dat wordt ook 'artrose' genoemd) in het kniegewricht is een kwaal die veel voorkomt, vooral als mensen ouder worden. Het kraakbeen is niet glad meer, maar ruw geworden. Op sommige plekken kan zelfs al het kraakbeen verdwenen zijn.

1.2 Klachten

Als het kraakbeen slechter wordt, dan bewegen de botdelen niet meer soepel over elkaar. Dit kan pijn, stijfheid en kraken veroorzaken. De pijn zit aan de binnen- of buitenzijde van de knie en de pijn kan doortrekken naar het bovenbeen of onderbeen. .

1.3 Onderzoek

Om zeker te weten dat er slijtage van de knie is, moet de orthopedisch chirurg eerst uw knie onderzoeken en een röntgenfoto maken. Soms wordt een injectie met een pijnstiller in het kniegewricht geplaatst. Deze injectie kan de pijn (voor een poosje) minder maken.

Foto van een knie zonder slijtage



Foto van een knie met slijtage. De spleet tussen de gewrichten is bijna helemaal verdwenen

1.4 Behandeling

In het begin is opereren vaak niet meteen nodig. Er zijn meerdere manieren om met succes de pijn minder te krijgen. Hierbij kan je denken aan Fysiotherapie, pijnstilling of afvallen. Helaas is het niet mogelijk om de schade die er is te herstellen.

Fysiotherapie

Een fysiotherapeut kan jou helpen om de spieren rond je knie steviger te maken. Zij hebben speciale programma’s voor dit doel. Door training komt er minder druk op het gewricht, waardoor de pijn vermindert. Het is heel belangrijk om te blijven bewegen. De fysiotherapeut kan jou tips geven om beter te bewegen. Het duurt wel enkele weken en het kost wat inspanning voordat je effect zult bemerken.

Verlies van gewicht

Als je afvalt, komt er minder gewicht op je kniegewricht. Hierdoor neemt de pijn af. Zelfs een paar kilogram kan al verschil maken. Afvallen heeft ook een direct effect op je gezondheid, waardoor je je beter zult voelen.

Hulpmiddelen

Met een rollator, kruk of stok kun je de druk op je knie verminderen. Hierdoor kunnen de klachten afnemen, waardoor een operatie misschien niet nodig is. Ook andere schoenen of zolen kunnen een positief effect hebben.

Pijnstillers

Eerst wordt paracetamol aangeraden. Als dat niet genoeg werkt, kan er een ander middel worden voorgeschreven, zoals naproxen of ibuprofen (altijd in overleg met de arts, want niet iedereen mag deze medicijnen gebruiken). Vooral als je 's nachts wakker wordt van de pijn, kunnen deze middelen helpen. Als je bijvoorbeeld een lange wandeling gaat maken of een actieve vakantie hebt, is het ook mogelijk tijdelijk pijnstillers te gebruiken. Dit moet wel in overleg met je huisarts. Afhankelijk van de pijnstiller die je gebruikt, kan het nodig zijn om een medicijn te nemen ter bescherming van je maag.

Injecties in het kniegewricht

Er kan een injectie in het kniegewricht worden gegeven, waarbij een middel wordt gebruikt dat de pijn vermindert (corticosteroïd). Na ongeveer één week zul je pijnvermindering ervaren. De injectie kan enkele weken tot maanden effectief zijn.

Als het onderdrukken van de pijn en de fysiotherapie niet meer helpen, kan de orthopeed je aanraden om een knieprothese te laten plaatsen.

1.5 Totale knie en Halve knie prothese

Bij het plaatsen van een ‘nieuwe knie’ kan de knie volledig vervangen worden of alleen de binnenkant van de knie.


Als alleen de binnenkant van de knie versleten is, dan kan er gekozen worden voor een halve knieprothese. In Bernhoven wordt hiervoor een techniek gebruikt (Signature) waarbij de knie op maat geplaatst wordt voor de beste resultaten. Door vooraf een scan te maken van de knie wordt de optimale plaats en grote van de prothese bepaald.
Vaak is de slijtage al dusdanig dat ook de buitenzijde vervangen moet worden van de knie, waardoor we kiezen voor een hele knie prothese. De knie wordt bijna altijd vast gezet met botcement om een zo stevig mogelijk fixatie te krijgen met bot en prothese. Soms is de knieschijf ook aangetast. Dit wordt tijdens de knieoperatie beoordeeld. Als de knieschijf versleten is wordt deze ook deels vervangen.

1.6 Resultaten

De resultaten van een Totale Knie Prothese zijn goed, meer dan 90 procent is de pijn van voor de operatie kwijt. Wel geeft 1/3 van alle mensen met een knieprothese aan dat er nog wel klachten zijn. Een nieuwe knie gaat ongeveer 15-20 jaar mee. Dit is een gemiddelde.

Elk jaar worden er in Nederland ongeveer 23.000 prothesen van de knie geplaatst. De gemiddelde leeftijd is ongeveer 68 jaar. Helaas zijn patiënten minder tevreden met een nieuwe knie dan een nieuwe heup. Ongeveer 7 procent zegt één jaar na de nieuwe knie operatie zéér ontevreden te zijn. Slechts 10 procent is super tevreden en zegt dat de nieuwe knie aanvoelt als de eigen knie. De volgende factoren geven een lagere kans op tevredenheid: jongere leeftijd (hoe jonger, hoe minder tevreden), vrouw zijn (vrouwen zijn minder tevreden dan mannen) en fors overgewicht.

1.7 Problemen tijdens en na de operatie

Bloeding

Bij elke operatie is er een kans op een nabloeding. Soms is het nodig om opnieuw een operatie uit te voeren om het bloeden te stoppen. Als je bloedverdunners gebruikt (zoals Ascal, Plavix, Persantin, Fenprocoumon of Sintrom/Acenocoumarol), vertel dit dan aan de orthopedisch chirurg en de anesthesioloog. Soms wordt er besloten om het medicijn tijdelijk te stoppen of een ander medicijn voor te schrijven.

Wondlekkage van wondvocht kan na de operatie ontstaan.

Infectie

Na de operatie is er een kans op een wondinfectie. Om dit te voorkomen, krijg je voor, tijdens en na de operatie antibiotica. In het ergste geval kan een infectie doorzetten tot de prothese. Als dit gebeurt, moet er opnieuw geopereerd worden om de knie schoon te maken. In het uiterste geval moet de prothese worden verwijderd. In Bernhoven is het risico op een infectie minder dan 1 procent, wat beter is dan het landelijke gemiddelde.

Trombose

Omdat je een tijdlang minder goed kunt bewegen, kunnen er bloedstolsels in de bloedvaten ontstaan. Om dit te voorkomen, krijg je medicatie (meestal in de vorm van kleine spuitjes) om het bloed te verdunnen. Het risico op stolsels is minder dan één procent.

Zenuwbeschadiging

Tijdens de operatie kan een zenuw beschadigd worden, wat kan leiden tot een gedeeltelijke verlamming van het been. Meestal betreft dit een zenuw aan de buitenkant van de knie. Als deze zenuw beschadigd raakt, kun je een klapvoet krijgen. Dit verdwijnt meestal vanzelf, maar het kan enkele maanden duren. Het risico op deze complicatie is minder dan één procent.

Stijfheid

Na de operatie kan het zijn dat door aanmaak van litteken weefsel, de knie stijf wordt. Dit kan voorkomen worden door de knie goed en regelmatig te oefenen, mocht het toch optreden kan het soms verholpen worden door intensieve fysiotherapie.

Loslating

Loslaten van de prothese op de langere termijn, dit betekent dat de knieprothese op een of andere manier kan loskomen van het omringende bot. De prothese kan dan eventueel vervangen worden (revisieoperatie), waarbij het resultaat dan meestal minder goed is dan na de eerste knieprothese.

1.8 Roken

Roken vergroot de kans op problemen bij het herstel en rondom de operatie. Wie tijdelijk stopt (van minimaal 4 weken voor de operatie tot minstens 4 weken na de operatie), halveert die kans.

1.9 Voorkómen van complicaties

Je orthopedisch chirurg zal alles doen om het risico op complicaties te verminderen. Je krijgt voor de operatie antibiotica om infecties te voorkomen en medicijnen om trombose te vermijden. Het is belangrijk te weten dat sommige patiënten meer risico’s lopen dan anderen, afhankelijk van hun gezondheid en medische geschiedenis.

Er is een verhoogd risico bij:

  • patiënten met suikerziekte (diabetes mellitus);
  • patiënten die met bepaalde medicijnen (immunosupressiva) behandeld worden;
  • patiënten met een verminderde afweer voor infecties;
  • patiënten die roken;
  • patiënten met een overgewicht;
  • patiënten met een chronische gebitsontsteking.

Het zal duidelijk zijn dat je aan deze laatste 3 risicofactoren zelf het meeste kunt doen!

2. De tijd van het bezoek aan de polikliniek tot aan je opname

2.1 PPO

Vóór de operatie gaat je langs bij de anesthesioloog. Op het Preoperatief Poliklinisch Spreekuur (PPO) word je onderzocht en wordt alle informatie die nodig is rondom de operatie verzameld en beoordeeld. Dit duurt ongeveer 60 minuten. Meer informatie vind je in de folder Anesthesie, algemene informatie

De operatie kan gebeuren onder plaatselijke verdoving (met een ruggenprik) of algehele narcose. Samen met de anesthesioloog bespreek je wat voor jou de beste keuze is.

Neem uw actueel medicatieoverzicht (AMO) mee voor uw eigen veiligheid

Neem bij een opname of polikliniekbezoek altijd een actueel overzicht mee van de medicijnen die je gebruikt. Dit overzicht kun je ophalen bij je apotheek.

Als de arts medicatie wil voorschrijven, kan hij of zij in het overzicht zien welke medicijnen je al gebruikt. Zo voorkomen we dat je medicijnen krijgt die niet goed samengaan.

Het overzicht van jouw medicijnen heet een actueel medicatieoverzicht. Dit wordt ook wel AMO genoemd. Lees op deze pagina de veel gestelde vragen over het AMO.

Regionale anesthesie (plaatselijke verdoving)

Een veelgebruikte techniek bij een knieoperatie is de ruggenprik. Hierbij worden de zenuwen geblokkeerd, waardoor je onderlichaam gevoelloos wordt en je je benen tijdelijk niet kunt bewegen. De anesthesioloog spuit een verdovende vloeistof door een dunne naald in je wervelkanaal. Deze prik doet niet meer pijn dan een gewone injectie. Na een paar minuten werkt de verdoving en duurt ongeveer twee uur. Als je het prettig vindt, kun je via het infuus een licht slaapmiddel krijgen, zodat je kort in slaap valt en de operatie niet bewust meemaakt. Tijdens de operatie zal de orthopedisch chirurg ook lokaal verdoving in je knie aanbrengen, zodat de pijn na de operatie minimaal is.

Algehele anesthesie (narcose)

Bij een algehele anesthesie wordt het bewustzijn en de pijngewaarwording in het hele lichaam uitgeschakeld. Normaal gesproken word je met een prik (infuus) in slaap gebracht. Het inspuiten van het slaapmiddel kan een kortstondig, branderig gevoel in je arm geven. Vlak voor je in slaap valt, wordt een masker met zuurstof vóór je gezicht gehouden. Tijdens de operatie krijg je ook zuurstof toegediend. Dit gebeurt via een buisje dat via de mond rond de keelholte of in de luchtpijp wordt geplaatst.

2.2 Thuiszorg

Als je na je opname thuis komt, heb je misschien hulp nodig. Dit kan hulp zijn in de huishouding, maar ook bij de dagelijkse verzorging, zoals het wassen van je rug en voeten of het aandoen van je schoenen en kousen. Wanneer je alleen woont en/of geen hulp van je partner, familie of goede kennissen kunt krijgen, kan de thuiszorg ingeschakeld worden. Als dit nodig is, zal het ziekenhuis de persoonlijke verzorging aanvragen bij de ontslagcoördinator.

Welke hulp heb ik nodig na de operatie? Wat moet ik vooraf regelen?

  • Zo nodig thuiszorg 2x daags, of familie/partner die gedurende 6 weken kan helpen om de voeten/onderbenen te verzorgen.
  • Maaltijdvoorziening (kun je zelf regelen)
  • Zo nodig een alarm systeem.

Zie voor meer informatie, folders: Het aanvragen van nazorg, Zorgaanbieders in de regio en Verwijzingen en voorzieningen nazorg.

2.3 Fysiotherapie

Als je een goede conditie hebt voor de operatie, is de kans op complicaties kleiner en zul je sneller herstellen. Als het mogelijk is, adviseren we je om vóór de operatie al wat te trainen.

2.4 Wel of niet reanimeren

Wel of niet reanimeren is een moeilijk onderwerp waar je misschien nog nooit mee te maken hebt gehad. Toch is het belangrijk dat je hierover nadenkt voor de operatie. Het ziekenhuis wil niemand tegen zijn of haar wil reanimeren. De beslissing om wel of niet te reanimeren hangt af van de ernst van de aandoening, de toekomstverwachting, de levensvisie en de kans op succes bij een reanimatie.

Ook in jouw geval moeten wij weten hoe je over reanimeren denkt. Je maakt je definitieve beslissing bekend tijdens het opnamegesprek.

Er zijn 2 mogelijke keuzes:

1. Je wilt niet gereanimeerd worden

Je laat tijdens het opnamegesprek met de zaalarts weten niet gereanimeerd te willen worden. De behandelend arts zal zich ervan overtuigen dat je de consequenties van dit besluit goed overziet en zal je wens respecteren.

2. Je wilt wel gereanimeerd worden

Wanneer je wel gereanimeerd wilt worden, zal de arts aan je wens gehoor geven, tenzij de situatie zo ernstig en uitzichtloos is dat de behandelend arts besluit reanimatie achterwege te laten. Een besluit om niet te reanimeren wordt altijd vastgelegd, zowel in het medisch als in het verpleegkundig dossier van de patiënt en wordt met de verantwoordelijke verpleegkundige besproken. De behandelend arts blijft eindverantwoordelijk.

2.5 Verdere adviezen

Als je voor de operatie ergens een ontsteking heeft (roodheid, een warme plek, koorts en/of pijn), dan moet je dat telefonisch melden bij de polikliniek orthopedie.

  • Polikliniek orthopedie: 0413 - 40 19 71

Een ontsteking of infectie kan zich door het lichaam verspreiden en kan dus ook bij de knieprothese uitkomen. Soms moet de operatie uitgesteld worden.

3. Je opname in het ziekenhuis tot en met de operatie

3.1 Algemeen

Zorg ervoor dat je je ’s ochtends gedoucht heeft vanwege de hygiëne.

Verwijder make-up, body-crèmes, sieraden en piercings.

3.2 Afdeling

Op de dag van de operatie moet je met een nuchtere maag op de afdeling komen. Dat betekent dat je ’s ochtends niets meer mag eten en drinken.

'Nuchter' zijn betekent dat je maag leeg is. Dit voorkomt dat de inhoud van je maag tijdens de operatie in de luchtpijp en longen terechtkomt, wat ernstige complicaties kan veroorzaken. Je moet altijd nuchter zijn voor een operatie, ook als je een plaatselijke verdoving (zoals een ruggenprik) krijgt.

Op de Preoperatieve Polikliniek (PPO) hoort je tot wanneer je mag eten en drinken en welke medicijnen je wel of niet mag gebruiken.

Wat er met je is afgesproken, staat in het zogenaamde 'blauwe boekje'. Het is belangrijk dat je deze informatie goed leest.

3.3 Naar de operatiekamer

Voordat je de operatiekamer ingaat, wordt er een infuus geprikt in de voorbereidingsruimte. Als je hebt gekozen voor een ruggenprik, wordt deze ook in de voorbereidingsruimte geplaatst.

Infuus Ruggeprik

Er wordt een paar keer naar je naam en geboortedatum gevraagd. En ook voor welke operatie je komt. Dat is een extra controle om ervoor te zorgen, dat er geen misverstanden zijn.

3.4 Op de operatie kamer

Op de operatiekamer ga je op de operatietafel liggen, meestal op je rug. Als alles akkoord is, begint de operatie. Als je hebt afgesproken om algehele narcose te krijgen of te slapen, zal dit nu gebeuren. De operatie duurt meestal 1 tot 1,5 uur. Daarna word je naar de uitslaapkamer gebracht.

4. Na je operatie

Als de operatie klaar is, kom je op de uitslaapkamer te liggen. We houden je daar nog even in de gaten om te kijken of de pijn onder controle is en of je niet misselijk bent. Daarna ga je naar de afdeling, waar je weer mag eten en drinken.

Binnen ongeveer vier uur na de operatie komt de fysiotherapeut langs. Je mag dan onder begeleiding uit bed en een rondje op de kamer lopen met behulp van een looprekje.

De dag na de operatie wordt het lopen met krukken of een rollator op de gang geoefend. Ook krijg je oefeningen om de beweeglijkheid van het gewricht en de aansturing van de spieren te bevorderen. Er wordt een controlefoto gemaakt. Daarna wordt het looppatroon geoptimaliseerd en de loopafstand uitgebreid. Traplopen wordt, indien nodig, geoefend. Tot slot worden de oefeningen voor thuis doorgenomen.

Trombose

Als je geen andere bloedverdunners gebruikt, moet je na de operatie 5 weken lang Fraxiparine spuiten. Dit zijn kant-en-klare spuitjes die je zelf moet inspuiten om trombose te voorkomen. Tijdens je verblijf leren we je hoe je dit moet doen.

Physician assistant

Elke dag komt een Physician Assistant (PA) of een orthopedisch chirurg langs om al je medische vragen te beantwoorden. Een PA heeft brede medische kennis en vaardigheden en werkt op het niveau van een basisarts binnen het specialisme waarin hij of zij werkzaam is.

5. Naar huis of revalideren

5.1 Wanneer naar huis

Als je goed met hulpmiddelen kunt opstaan, lopen (en zo nodig traplopen) en naar het toilet kunt gaan, mag je na 1 tot 2 dagen naar huis. Er wordt een controleafspraak voor je gemaakt na 8 weken. De PA belt je na ongeveer een week op om te vragen hoe het met je gaat.

Wondverzorging

Je wond is verbonden met speciaal verband: Aquacel Surgical verband. Dit verband neemt wondvocht op en is waterdicht. Na de operatie kan er bloed en/of wondvocht uit de wond komen, wat normaal is. Met dit verband kun je gewoon douchen.

Hoe ziet Aquacel Surgical verband eruit?

Doordat dit verband vocht opneemt en vasthoudt verkleurt het verband. Dit kan absoluut geen kwaad. De wond onder het verband geneest goed.

Verband zonder wondvocht

Verband met wondvocht (lekt niet)

Je verwijdert zelf de Aquacel pleister

Aquacel houdt bacteriën en virussen tegen. Het is belangrijk dat je de pleister zo min mogelijk verwisselt om infectie van de wond en blaarvorming te voorkomen. Laat de Aquacel daarom tot tien dagen na de operatie zitten. Daarna mag je het eraf halen.

Als de pleister aan de randen of hoekjes loslaat, plak dit dan vast met een pleistertje. Zo blijft het goed zitten en komt er geen vocht bij als je gaat douchen.

Verwijder de Aquacel eerder dan tien dagen wanneer...

  • de wond onder de pleister lekt
  • je ongebruikelijk veel pijn heeft
  • de wond rood is, geïrriteerd is of jeukt
  • als de pleister tot aan de randen vol zit met wondvocht. (zie foto hieronder)

Als de wond nog wat na lekt, kun je hier een gewone pleister op plakken. Is de wond droog, dan hoef je geen pleister meer te gebruiken.

Maak je je zorgen nadat je de wond toch opnieuw hebt moeten verbinden of heb je hierover nog vragen? Bel dan met de polikliniek orthopedie. Dat kan op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur, telefoonnummer: 0413 - 40 19 71.

5.2 Leefadviezen

De adviezen die we hier noemen zijn belangrijk voor je welzijn en een goed herstel

Wondverzorging

De wond is gesloten met nietjes (agraves) en mogen 14 dagen na de operatie verwijderd door de huisarts. Hiervoor dien je zelf een afspraak te maken. Wanneer de wond onderhuids gesloten is, is het niet nodig de hechtingen te laten verwijderen.

Tubigripkous

Je krijgt tubigrip na het verwijderen drukverband op de afdeling. Dit geeft wat extra druk op de wond en om zwelling tegen te gaan.

De tubigrip kous MOET S’NACHTS AF. Overdag draag je de tubigripkous tot de belafspraak, daarna hoeft de kous niet meer te worden gedragen.

  • Je mag bewegen met hulpmiddel (krukken of rollator), verdere instructies volg je op via je eigen fysiotherapeut.
  • Voor een beter herstel, wissel mobiliseren en rust met elkaar af.
  • Het is belangrijk dat je de geopereerde knie strekt. Leg dus niets onder de knieholte.

5.3 Wat te doen bij problemen?

Bij problemen kun je contact opnemen met de polikliniek orthopedie of buiten kantooruren en in het weekend met de spoedeisende hulp.

Problemen kunnen zijn:

  • De huid rondom de wond is rood, gezwollen en warm, je hebt koorts (meer dan 38,5 gr) en/ of rillingen.
  • Plotselinge heftige pijn en onvermogen tot staan.
  • Er sprake is van een infectie op een andere plek in het lichaam bv keel/ blaas/ longontsteking of een pussende wond. Een dergelijke infectie kan de nieuwe knie aantasten. Direct starten met antibiotica is erg belangrijk.
  • Een nabloeding.
  • Acuut hevige pijnklachten

5.4 Wat te doen bij een infectie of een operatie als je een prothese hebt?

Nu je een prothese hebt, is het in de regel niet nodig dat je antibiotica krijgt als je een operatie krijgt of een ingreep bij de tandarts. Je kunt wel vertellen dat je een prothese hebt.

 

6. Veel gestelde vragen over een knieprothese

Hoe lang blijft mijn knie dik, pijnlijk of warm?

Je knie, onderbeen en enkel kunnen dik worden na de operatie. Dit is normaal. Het zwellen zal afnemen door dagelijks je benen omhoog te leggen en weer in beweging te komen. Dit kan enkele weken tot maanden duren. De pijn na het plaatsen van een knieprothese neemt geleidelijk af, meestal vanaf ongeveer een maand na de operatie. Drie tot vier maanden na de operatie zul je een aanzienlijke verbetering merken. Gedurende zes tot twaalf maanden na de operatie kun je een warm (soms zelfs heet) gevoel in de knie ervaren. Dit hoort bij het natuurlijke genezingsproces, je lichaam is zich aan het herstellen. Omdat de knieprothese vlak onder de huid zit, voel je dit duidelijk. Het is belangrijk om je pijnstilling goed te gebruiken.

Hoe vaak moet ik oefenen en hoe weet ik dat ik teveel geoefend heb?

Overleg dit met je fysiotherapeut. Voer de oefeningen serieus uit, maar overdrijf het niet! Te veel oefenen kan de zwelling en pijn verergeren.

Het is wel heel belangrijk om in de eerste 6 weken te werken aan een volledige strekking van de knie. Het buigen mag iets langer duren, maar voor goed kunnen fietsen en opstaan uit een stoel is een buiging van 100-110 graden nodig.

Wanneer mag ik weer fietsen en autorijden?

Als je voor de operatie regelmatig fietste, mag je ongeveer zes weken na de operatie weer gaan fietsen. Je moet wel voldoende controle over je been hebben en je moet je goed voelen om te fietsen. Gebruik bij voorkeur een damesfiets vanwege de lage instap. Oefenen op een hometrainer is ook aan te raden.

Autorijden is een individuele beslissing. Het blijft altijd jouw verantwoordelijkheid om te beoordelen of je in staat bent om te rijden. Als je voldoende controle hebt over je geopereerde knie, kun je na zes weken weer gaan autorijden.

Moet ik iets aangeven bij de douane, kan ik door het poortje bij het vliegveld, kan ik problemen krijgen bij een MRI-scan?

In je prothese is titanium/roestvrij staal verwerkt, wat vrijwel zeker een signaal zal geven bij een douanepoortje. Leg in dat geval uit dat je een prothese hebt. Een brief of pasje waarin staat dat je een prothese hebt, heeft weinig zin, omdat de douane je toch moet controleren.

Bij een eventuele MRI-scan in de toekomst moet je melden dat je een prothese hebt. Over het algemeen kan het onderzoek wel plaatsvinden.

De huid is gevoelloos. Kan dat?

Ja dat kan. De oppervlakkige huidzenuwen zijn doorgesneden. Het duurt een tijd voordat dit weer is hersteld. Meestal wel een half jaar, soms is dit blijvend. Advies is om de 1ste 3-4 maanden niet direct met het litteken in de zon te komen.

Wanneer mag ik weer sporten?

Er is een groot verschil tussen de belasting en het risico van sporten met een prothese. Een prothese is een mechanische vervanging van je eigen gewricht en is niet bedoeld voor intensieve of zware sporten. Er zijn mensen die skiën, tennissen en hardlopen, maar dit brengt aanzienlijke risico’s met zich mee en kan de levensduur van de prothese verkorten.

Sporten is mogelijk vanaf 3 tot 6 maanden na de ingreep, maar dit hangt vooral af van je revalidatie en hoe goed je herstel verloopt.

Kan en mag ik op mijn knie zitten?

Dit kan en mag, zolang je de beweging rustig uitvoert. Vaak wordt dit echter als niet prettig ervaren.

Meer informatie

Op de website www.samenbeterthuis.nl vind je ook nog praktische tips en adviezen over hulpmiddelen, thuiszorg en is een aantal voorlichtingsfilmpjes gepubliceerd over hoe je bepaalde (loop)hulpmiddelen thuis kunt gebruiken

7. Thuis, en dan?

7.1 Fysiotherapie

Na de operatie moet je minimaal zes weken oefenen, zowel thuis als met de fysiotherapeut. In deze periode worden de hulpmiddelen geleidelijk afgebouwd. Dit mag niet te snel gebeuren, omdat een verkeerd (waggelend) looppatroon moeilijk af te leren is. Hoe lang de revalidatie duurt, verschilt per persoon. Dit hangt af van leeftijd, conditie en eventuele bijkomende problemen. Goede spierkracht, stabiliteit en coördinatie zijn belangrijk. In principe mag je alle bewegingen maken in de knie, zolang dit gemakkelijk gaat. Als je bijvoorbeeld gemakkelijk met je handen bij je voeten kunt komen, mag je zelf de veters van je schoenen strikken. Dit moet echter niet geforceerd worden gedaan.

Klik hier om video's te bekijken van onderstaande oefeningen.

Oefeningen trap op

Oefeningen trap af

Oefeningen na de operatie voor thuis

  • Zorg voor voldoende veiligheid tijdens het oefenen
  • Zoek bijvoorbeeld steun bij het aanrecht of een stevige tafel
  • In principe geldt voor elke oefening 10 herhalingen en 3 maal daags een sessie
  • Merk je dat dit nog te zwaar of te pijnlijk is, dan verminder je het aantal herhalingen of je oefent alleen het geopereerde been
  • Je mag tijdens het oefenen wel lichte pijn ervaren, maar deze pijn moet na het oefenen binnen 5 minuten weer weg zijn
  • Voer de oefeningen secuur en in een rustig tempo uit, dat heeft meer effect dan snelle bewegingen

Knie buigen en strekken in zit

Knie buigen in stand

Hakken - tenen

 

7.2 Adviezen voor thuis

  • Gebruik in de douche een douche stoel voor je veiligheid.
  • Elastische veters voor je schoenen, waardoor je makkelijker de schoenen aankrijgt.
  • Om kousen en schoenen aan te trekken, kun je gebruik maken van een Helping hand of een lange schoenlepel (foto).

  • Verwijder thuis losse kleedjes op de vloer, in verband met valgevaar.
  • Een hoge stoel met armleuningen, zodat je kunt steunen met opstaan en zitten.
  • Bij een laag toilet kan een zit verhoger zeer nuttig zijn, net als een steun in de douche.
  • Lenen van medische hulpmiddelen of voor meer informatie kun je contact opnemen met Medicura Zorgwinkel 088-0071100 en via site: www.medicura.nl

Toiletverhoger Douchesteun

Heb je nog vragen?

Er staat veel informatie in dit boekje. Bewaar het zolang nodig en blader nog eens terug. Heb je toch nog vragen, aarzel dan niet en bel naar de polikliniek orthopedie: 0413 – 40 19 71.