Urodynamisch onderzoek
Binnenkort kom je naar polikliniek urologie voor een urodynamisch onderzoek. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een verpleegkundige. In deze folder lees je wat urodynamisch onderzoek inhoudt en krijg je algemene informatie over het verloop van dit onderzoek.
Waarom dit onderzoek?
Bij een urodynamisch onderzoek wordt er onderzoek gedaan naar de oorzaak van plasklachten en/of urineverlies, om zo een goed behandeladvies te kunnen geven. Urodynamisch onderzoek is een inwendig onderzoek naar de functie van de blaas en de werking van het afsluitmechanisme van de plasbuis. Tijdens het onderzoek worden er metingen gedaan. Daarbij worden de blaasinhoud, de blaasdruk, de spieractiviteit van de blaaswand, het eventueel urineverlies, de uitstroomsnelheid van de urine en de spanning in de bekkenbodemspieren gemeten.
Voorbereiding op het onderzoek
- Een week voor het onderzoek lever je urine in. Maak hiervoor een afspraak via bernhoven.nl/bloedafname
De urine wordt nagekeken. Bij afwijkingen wordt er contact met je opgenomen. Bij een blaasontsteking krijg je antibiotica, waardoor het onderzoek toch kan plaatsvinden. - Als je detrusitol (tolterodine), emselex (darifenacine), oxybutynine (dridase), toviaz (fesoterodine) of vesicare (solifenacine) gebruikt, mag je deze vanaf 3 dagen voor het onderzoek niet innemen. Na het onderzoek mag je deze medicijnen weer gaan gebruiken.
- Bij een actieve urineweginfectie kan het onderzoek niet doorgaan. Maak dan een nieuwe afspraak.
- Breng de ingevulde plaslijst mee.
Waar meld je je?
Drie dagen voor je afspraak krijg je een sms van Bernhoven met een link. Via deze link meld je je digitaal aan voor je afspraak. Lukt het niet om jezelf thuis aan te melden? Meld je dan met je geldige legitimatiebewijs aan bij de aanmeldzuil in de centrale hal van Bernhoven, routenummer 001. Deze aanmeldzuil print voor jou een dagticket met jouw afspraak of afspraken.
Hoe verloopt het onderzoek?
Het onderzoek begint altijd met een lege blaas. We vragen je voor het onderzoek om uit te plassen op het toilet. Voor het aansluiten van de apparatuur lig je met een ontbloot onderlichaam op een onderzoekstafel. De penis of vagina wordt schoongemaakt met water. De verpleegkundige brengt een katheter (slangetje) via de plasbuis in de blaas. Via deze katheter wordt de urine die mogelijk nog in de blaas aanwezig is opgevangen en gemeten. De katheter wordt verwijderd. Je krijgt vervolgens een andere, dunnere katheter in de blaas. Via deze katheter wordt de blaas gevuld met steriel water en wordt de druk in de blaas gemeten.
Een tweede slangetje wordt via de anus in de endeldarm gebracht. Met dit slangetje wordt de druk in de buik gemeten. Het inbrengen van de katheters is niet pijnlijk, maar kan wel een onaangenaam gevoel geven. De katheters worden op de huid vastgeplakt met pleisters. Als laatste krijg je op beide billen 2 elektroden geplakt. En 1 op het bovenbeen. Deze elektroden meten de activiteit van de bekkenbodemspieren.
Het onderzoek
Tijdens het onderzoek zit je op de onderzoekstafel. Via de katheter in de blaas, wordt de blaas gevuld met steriel water. Als je de eerste aandrang voelt om te plassen geef je dit aan. Tijdens het onderzoek vragen we je een aantal keer te hoesten of te persen. Dit is vooral belangrijk bij patiënten met ongewild urineverlies (incontinentie). De blaas wordt verder gevuld, totdat je aangeeft dat je sterke drang hebt om te plassen en de plas niet meer op kunt houden. Het vullen wordt dan gestopt en je mag dan na het commando “plassen” alles uitplassen. De katheter zit dan nog in de blaas. Na het onderzoek worden alle katheters verwijderd.
De gegevens uit het onderzoek worden via de computer vastgelegd en door de uroloog beoordeeld.
Duur van het onderzoek
Het onderzoek duurt ongeveer 45 – 60 minuten.
Uitslag van het onderzoek
De uitslag bespreek je met je behandelend arts (uroloog of gynaecoloog) tijdens het eerstvolgende bezoek op de polikliniek.
Na het onderzoek
Mogelijke klachten na het onderzoek:
- Op de dag van het onderzoek kun je last hebben van een pijnlijk en branderig gevoel tijdens het plassen. En kan je een verhoogde plasdrang hebben. Dit komt omdat de plasbuis geïrriteerd is door de slangetjes. Soms blijven deze klachten enkele dagen aanhouden.
- Het kan zijn dat er nog wat bloed in de urine zit na dit onderzoek.
Deze klachten zijn normaal en gaan vanzelf over. Om de klachten te voorkomen adviseren we je om 1 tot 2 dagen na het onderzoek extra te drinken.
Wat te doen bij problemen?
Neem contact op met de polikliniek urologie of spoedeisende hulp bij:
- Koorts (boven 38,5 graden Celsius) en eventueel koude rillingen
- Onacceptabele pijn
- Als je steeds moeilijker kunt plassen
Heb je nog vragen?
Heb je na het lezen van deze folder nog vragen of wil je meer weten? Neem dan contact op met de polikliniek urologie of de receptie.
- Polikliniek urologie via telefoonnummer 0413 – 40 19 68 (binnen kantooruren)
- Receptie via telefoonnummer 0413 – 40 40 40 (buiten kantooruren)