Skip to Content

Voedingsadviezen bij nierstenen

De uroloog heeft je verteld dat je nierstenen hebt. Met de juiste voeding kun je veel doen om de kans op nierstenen te verkleinen. In deze folder vind je voedingsadviezen die je hierbij kunnen helpen.

Wat zijn nierstenen?

Nierstenen zijn afvalstoffen die niet volledig oplossen in de urine. Urine bevat afvalstoffen die uitgescheiden moeten worden, zoals overtollig zout, medicatie of voeding. De afvalstoffen die niet oplossen gaan kristalliseren en veranderen dan langzaam in nierstenen.

Kleine niersteentjes kun je uitplassen, maar een steentje kan ook in de urineweg blijven steken. Dat kan een niersteenaanval veroorzaken. Een steentje kan ook stuwing of een infectie in de urinewegen veroorzaken. Als je al eens nierstenen hebt gehad, heb je 50% kans om weer een steen te krijgen.

Waarom ontstaan nierstenen?

Nierstenen kunnen ontstaan door:

  • te weinig drinken
  • veel zweten
  • uitdroging door diarree
  • het uitplassen van grote hoeveelheden mineralen(calcium, oxalaat en urinezuur). Misschien zitten er veel van deze mineralen in je bloed, door een dieet, erfelijke aanleg of ziekte. Dan komen er ook veel terecht in je urine.
  • het gebruik van bepaalde medicijnen
  • een urineweginfectie
  • veel eiwitten eten (met name vlees)
  • veel zout eten
  • overgewicht
  • erfelijke aanleg.

Soorten nierstenen

Als je een niersteen uitplast, kan je arts onderzoeken wat voor soort niersteen het is. Dit is belangrijk, zeker als je voor het eerst nierstenen hebt. Je arts vraagt je om de steen op te vangen bij het uitplassen. Hiervoor kun je door een zeefje, koffiefilter of panty plassen. Of de urine opvangen in een potje en deze daarna zeven.
Denkt jouw arts dat je een verhoogde kans hebt op een nieuwe niersteen? Dan krijg je misschien een onderzoek naar de oorzaak.

Er zijn verschillende soorten nierstenen. Deze komen het meeste voor:

  • Kalkhoudende stenen (calciumstenen)
    Deze stenen bestaan uit calciumzouten zoals calciumoxalaat en/of calciumfosfaat. Deze kleine stenen veroorzaken de meeste last. Ongeveer 85% van de nierstenen zijn calciumoxalaatstenen.
  • Infectiestenen (struvietstenen)
    Ongeveer 10% van de stenen bestaat uit struviet (magnesium-ammoniumfosfaat). Deze komen vooral voor bij vrouwen. De stenen veroorzaken nierontstekingen waardoor de nieren minder goed werken.
  • Urinezuurstenen
    Urinezuurstenen (ongeveer 5%) ontstaan door te veel urinezuur in de urine. Urinezuur ontstaat bij de afbraak van purines in het lichaam. Purines zijn stofjes die onder andere in vlees en vis zitten. Te veel urinezuur kan ook komen door bepaalde ziekten (bijvoorbeeld jicht), lage urineproductie of een lage zuurgraad (pH) van de urine.
  • Cystinestenen
    Deze stenen bestaan uit cystine. Cystine is een aminozuur (aminozuren zijn de bouwstenen van de eiwitten). Cystinestenen komen alleen voor bij mensen met een erfelijke afwijking die cystinurie heet en zijn uiterst zeldzaam: ongeveer 1% van de patiënten met nierstenen heeft deze vorm.

Voedingsadviezen bij alle soorten nierstenen

De volgende adviezen gelden bij alle soorten nierstenen.

Eet en drink volgens de Schijf van Vijf

Gebruik een volwaardige voeding volgens de Schijf van Vijf (Richtlijnen goede voeding) van het Voedingscentrum.

Drink veel

Drink minimaal 2,5 tot 3 liter per dag. Het beste is dat je 2,5 liter urine per dag plast en dat de urine lichtgeel/helder van kleur blijft. Door de urine te verdunnen wordt de kans op steenvorming kleiner. Om voldoende vocht binnen te krijgen adviseren we je extra te drinken rond de maaltijden, maar ook voor het slapengaan en tijdens de plasmomenten in de nacht. Het beste kun je gewoon water drinken. Ook mag je energiearme dranken, (citrus)vruchtensappen en zuivel drinken.

Gebruik niet te veel eiwit

Gebruik niet meer dan 0,8 tot 1 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht. Eet vooral niet te veel dierlijk eiwit. Dierlijk eiwit zit in vlees, kip, vis, melkproducten en kaas. Gebruik niet meer dan 1 tot 2 plakjes vleeswaren, 1 portie vlees (75 gram bereid) en maximaal 4 melkproducten per dag.

Gebruik niet te veel zout

  • Gebruik niet meer dan 6 gram zout per dag. Op nl/zoutmeter kun je berekenen hoeveel zout er in je voeding zit.
  • Eet weinig bewerkte producten. Fabrikanten stoppen daar vaak veel zout in.
  • Gebruik geen zout bij de bereiding van de warme maaltijd.
  • Eet weinig zoutrijke producten zoals bouillon(tabletten), soep, ketjap, kruidenmixen, sauzen uit pakjes, pizza, chips, gezouten noten/snacks, kant- en klaar producten, zoute haring en drop.

Algemene voedingsadviezen bij nierstenen

Als je (nog) niet weet welke niersteen je hebt of hebt gehad, kun je de algemene adviezen opvolgen. Afhankelijk van het soort niersteen gelden er aanvullende adviezen. Hieronder staan de extra adviezen bij de verschillende stenen.

Calciumoxalaatstenen

  • Gebruik weinig oxaalzuurhoudende producten. Eet daarom weinig: bieten, bietenblad, paprika, postelein, rabarber, snijbiet, spinazie, zuring, sterfruit, dadels en gedroogde vijgen, amarant, boekweit en quinoa, cacao/chocolade, noten en pinda’s. Bespreek met de diëtist welke producten in je voeding je nog meer moet beperken.
  • Gebruik veel producten met citraat- of citroenzuur. Denk aan citrusfruit of bessen.
  • Drink veel, maar drink zo weinig mogelijk sterke thee (zwarte thee, groene thee, rooibosthee), ice tea, chocolademelk en sappen en smoothies van oxaalzuurrijke fruit- en groentesoorten.
  • Gebruik een normale hoeveelheid calcium. Een normale hoeveelheid per dag is ongeveer 3 tot 4 porties zuivel. Gebruik je meer of minder, bespreek dit dan met de diëtist. Het beste is de calcium bij de maaltijden te nemen. Calcium zit vooral in melk en melkproducten zoals yoghurt, karnemelk, pap, vla, kwark en kaas.

Calciumfosfaatstenen

  • Bij calciumfosfaatstenen is het belangrijk dat je weinig fosfaat binnenkrijgt. Gebruik daarom weinig fosfaathoudende frisdranken, bier en producten met fosfaathoudende E-nummers (additieven). Bespreek met je diëtist welke E-nummers je moet vermijden.
  • Gebruik een normale hoeveelheid calcium. Een normale hoeveelheid per dag is ongeveer 3 tot 4 porties zuivel. Gebruik je meer of minder, bespreek dit dan met de diëtist. Het beste is de calcium bij de maaltijden te nemen. Calcium zit vooral in melk en melkproducten zoals yoghurt, karnemelk, pap, vla, kwark en kaas.

Struvietstenen

  • Er zijn geen extra adviezen.

Urinezuurstenen

  • Eet weinig rood vlees. Tot rood vlees rekenen we rundvlees, maar ook het vlees van schapen, geiten en varkens. Gebruik in plaats daarvan plantaardige producten.
  • Eet weinig orgaanvlees, vis, schaal- en schelpdieren en gistextract.
  • Drink weinig bier.
  • Eet weinig producten waar suiker of fructose in zit.
  • Eet veel citrusvruchten en bessen. 

Cystinestenen

  • Drink minimaal 3 liter per dag en liever zelfs 4 liter. De kleur van de urine moet lichtgeel van kleur blijven.

Vragen?

Heb je na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan op werkdagen contact op met polikliniek urologie: 0413 - 40 19 68 (binnen kantooruren).