Skip to Content

Contrastmiddel en extra voorzorgsmaatregelen

Je specialist heeft voor je een röntgenonderzoek aangevraagd. Bij dit onderzoek wordt bij je jodiumhoudend contrastmiddel toegediend. Deze contrastmiddelen zijn van invloed op je nieren. Anders gezegd: je nierfunctie moet goed zijn.

Eerder is bij je bloedonderzoek gedaan. Hieruit kwam naar voren dat je nierfunctie-waarden te laag zijn. Dat betekent dat het mogelijk is dat de nieren schade oplopen door het contrastmiddel. Meestal wordt er hiervoor een aantal van je medicijnen tijdelijk gestopt, en is het ook noodzakelijk om extra vocht toe te dienen. Je specialist geeft hieronder aan wat voor je situatie van toepassing is.

Het gaat niet om het drinken van contrastmiddel. Ook andere vloeistoffen, zoals toegediend voor een röntgenonderzoek van de darmen (bariumpap), MRI-onderzoek, contrastmiddelen van de oogarts of onderzoek op de afdeling Nucleaire Geneeskunde vallen hier buiten.

Hoe bereid je jezelf voor?

Deze informatie is een extra aanvulling die voor jou van toepassing is, naast de algemene voorbereiding van het onderzoek. De voorbereidingsinformatie over het onderzoek zelf krijg je mee in een aparte folder. Lees deze zorgvuldig door. Zo kan het onderzoek goed verlopen!

Het is belangrijk om de dag vóór het onderzoek genoeg te drinken, tenzij je een vochtbeperking hebt.

  • Medicijnen

Het kan zijn dat je enkele dagen voor of op de dag van het onderzoek met de contrastvloeistof moet stoppen met bepaalde medicijnen.
Welke medicijnen voor jou van toepassing zijn en wat te doen, is hieronder door je specialist aangekruist:

  • NSAID's ( middelen tegen pijn en om ontstekingen te remmen) productnaam:...……………
    • dag voorafgaand aan het onderzoek niet meer innemen
    • dag na het onderzoek weer innemen
  • Plastabletten (diuretica) productnaam: …………………………………………………….
    • Mag je blijven innemen
    • dag voorafgaand aan het onderzoek niet meer innemen
    • dag na het onderzoek weer innemen
  • Metformine (Glucophage®):
    • mag je blijven innemen
    • de dag van het onderzoek niet meer innemen
    • 2 dagen na het onderzoek weer starten met innemen
    • je hoort van specialist wanneer je weer mag starten met innemen
  • ACE-remmers en ARB’s, productnaam…………………………………………………………..
    • mag je blijven innemen
    • op de dag van het onderzoek niet innemen
    • de dag na het onderzoek weer starten met innemen
  • Vochttoediening

Om nierschade te voorkomen krijg je via een infuus vóór en ná toediening van contrastmiddel extra vocht (natriumbicarbonaat) toegediend. Hiervoor word je opgenomen in het ziekenhuis. Dit zal meestal een dagopname zijn (dezelfde dag weer thuis).

Opname

Je wordt opgenomen op de afdeling dagbehandeling en krijgt vocht via het infuus. Daarna kan het röntgenonderzoek op de afdeling radiologie met de jodiumhoudende contrastmiddelen plaatsvinden. Vervolgens ga je weer terug naar de afdeling waar je nogmaals vocht krijgt toegediend.

Hoe lang duurt het onderzoek?

De toediening van vocht gebeurt 1 uur voor het onderzoek en 6 uur na het onderzoek. Je mag na het toedienen van het vocht weer naar huis. Bij uitzondering kan je specialist besluiten om alleen 1 uur voorafgaand aan het onderzoek vocht toe te dienen.

Waar meld je jezelf?

Via de afdeling opnameplanning of via de poli krijg je te horen hoe laat en op welke afdeling je je mag melden voor het onderzoek. Dit kun je hieronder voor jezelf opschrijven.

afdeling  
opname datum + tijd  
onderzoekstijd  
vermoedelijke ontslag-tijd  

Denk aan uw Actueel Medicijn Overzicht (AMO)

Neem bij een opname of polikliniekbezoek altijd een actueel overzicht mee van de medicijnen die je gebruikt. Dit overzicht kun je ophalen bij je apotheek.

Als de arts medicatie wil voorschrijven, kan hij of zij in het overzicht zien welke medicijnen je al gebruikt. Zo voorkomen we dat je medicijnen krijgt die niet goed samengaan.

Het overzicht van jouw medicijnen heet een actueel medicatieoverzicht. Dit wordt ook wel AMO genoemd. Lees op deze pagina de veel gestelde vragen over het AMO.

Na onderzoek

Om de nierfunctie te controleren moet je 2 tot 7 dagen na het onderzoek bloed laten prikken. Hiervoor heeft je van de specialist bij het maken van de afspraak een aanvraag voor bloedprikken mee gekregen.

Heb je nog vragen?

Wanneer je na het lezen van deze folder nog specifieke vragen hebt omdat je dialyse patiënt bent of een niertransplantatie heeft ondergaan dan kun je contact opnemen met je behandelend arts.